Donderdag 27 september

We begonnen de, voor velen laatste, dag met een rondvaart door de schilderachtige stadskanalen van Suzhou in 'narrow boats'. Er was veel activiteit op en rond het water. We zagen schepen laden en lossen, vrouwen die de was deden, een 'Roteb' bootje dat waterplanten verzamelde en een oude man die suikerriet vervoerde. Maar we waren met onze gedachten toch vooral bij een van de groepsleden, die een ernstig ziek familielid had en graag zo snel als mogelijk naar huis wilde.

De rondvaart eindigde een stukje voorbij de Wumen-brug, die door de gids 'Marco Polo brug' genoemd werd. Deze brug is zo hoog omdat er vroegen jonken en keizerlijke drakenboten van soms wel vier verdiepingen onder door moesten. Hiervandaan mochten we een stukje lopen naar de bus, waarbij we een oude man passeerden die lekker op zijn bamboe stoeltje zat. De zijkanten van die, altijd erg lage, stoeltjes bestaan uit één stuk bamboe, wat in drieën geknikt is en waarin uitsparingen voor de dwarsleggers zijn gemaakt.

Zijdefabriek

Suzhou is een belangrijk zijdecentrum. In een fabriek werd ons het hele proces van zijde maken uit de doeken gedaan. Zijderupsen leven van de blaadjes van de moerbeiboom. Hun cocons bestaan uit een draad van zo'n 1200 meter lengte. In de fabriek worden de cocons eerst gesorteerd. Cocons met een gaatje zijn niet goed omdat de draad gebroken is, en bij cocons waar twee rupsen in zitten lopen de twee draden door elkaar heen.

De afgekeurde cocons zijn echter ook bruikbaar: ze worden opgerekt en uitgetrokken tot ze groot genoeg zijn om als dekbedvulling te dienen. Zijden dekbedden zijn erg licht en toch warm. Een ander voordeel is dat de vulling niet verschuift en ze dus ook niet doorgestikt hoeven te worden zoals bij dons of katoen.

De goedgekeurde cocons worden eerst gekookt om de lijm los te maken. Hierbij gaat de rups dood en wordt verwijderd. (De gids verzekerde ons dat deze rupsen erg lekker zijn.) Daarna zoeken arbeidsters het begin van de draad op en zetten die op een spoel, waarna de cocon afgewonden wordt. Vervolgens wordt de zijde gesponnen: 8 draden worden 1 draad, die ongeveer een derde van een haar dik is. Hierna wordt de zijde geweven. In deze demonstratie-fabriek leken vooral dekbedden gemaakt te worden, maar je kon er ook zijden kleding kopen: we werden zelfs vergast op een echte modeshow .

De tuinen van Suzhou

Suzhou staat bekend als de tuinstad van China. In de Ming-tijd waren er wel 200 klassieke tuinen, aangelegd door geleerden en rijke kooplui. Een Chinese tuin is niet bedoeld als een stukje natuur achter het huis, maar als een kunstwerk. Water, rotspartijen, architectuur en groen worden tot een evenwichtig geheel gecomponeerd, omlijst door een hoge muur. Met behulp van 'speciale effecten' als doorkijkjes (lattenwerk, maandeuren, galerijen) en weerspiegelingen wordt een veel grotere ruimte gesuggereerd. Bijna alle elementen, waartoe ook de dieren behoren, hebben tevens een symbolische betekenis.

We konden echter geen van allen nog veel belangstelling opbrengen voor weer een Chinese tuin, hoewel de Tuin van de Meester van de Visnetten (Wangshi Yuan, uit 1770) een van de beroemdste tuinen van Suzhou is. Interessanter waren de exposities van etsen en aquarellen van schepen en bruggetjes in de paviljoens, en de souvenirstalletjes bij de ingang. We kochten er een ijsje wat naar pindakaas smaakte, de rest van onze lunch haalden we tijdens de wandeling naar de bus bij een klein supermarktje, wat hierdoor helemaal zonder broodjes kwam te zitten.

Daarna gingen we, zucht, naar de Tuin van de Nederige Beambte (Zhuozheng Yuan). We reden door een straat met aan beide zijden platanen die zo breeduit groeiden dat de bus alleen maar in het midden van de weg kon rijden. Achter de huizen langs liep een kanaaltje, en er lagen zoveel schepen te wachten dat er haast wel een sluisje in de buurt moest zijn, maar wij moesten helaas nog een eind doorrijden vanwege de nederige beambte. Hier was ook nog wel een kanaal, maar je kon er niet langs het water lopen.

Deze tuin was heel ruim opgezet en viel bij de meesten toch wel in de smaak. Waarschijnlijk was hij nog veel mooier toen de lotussen in bloei stonden, maar het vrouwtje dat verwelkte lotusbladeren verzamelde met haar bootje was ook een pláátje, evenals de tuinman die de bloemetjes op een vlot water gaf.

File

Omdat de gids gezegd had dat degene die te laat zou komen een liedje moest zingen waren we allemaal ruim op tijd terug bij de bus. Maar we dreigden toch nog te laat op onze volgende plaats van bestemming te arriveren: bij de oprit van de tolweg kwamen we in een file terecht. Dat was in eerste instantie niet zo'n probleem, omdat de Chinezen gewoon een baan van het tegemoetkomend verkeer inpikken en tot filestrook bombarderen, maar toen het verkeer daar ook vastliep zaten we opeens 'shocking klem' tussen de tegenliggers. De chauffeur zag het een kwartiertje aan, maar toen het verkeer op de banen naast ons weer ging rijden stapte hij uit en wist met veel moeite een aantal vrachtwagenchauffeurs te bewegen wat in te schikken, zodat we er net tussendoor konden.

Vanaf de autoweg ving ik nog net een glimp op van de Baodai-brug, een uit 806 daterende, 317 meter lange brug met 53 lage bogen. Op deze plaats stroomt de Dadai in het Grote Kanaal; de brug zorgt ervoor dat het jaagpad niet onderbroken wordt. We reden een heel stuk in zuidelijke richting langs het Grote Kanaal, waar het een drukte van belang was. Dat gold ook voor de autoweg, waar we al snel weer tussen de vrachtwagens in de file zaten. 'Vervoer over water, de juiste weg', hoorde je dan ook herhaaldelijk.

De file werd deels veroorzaakt door wegwerkzaamheden: rechts van ons werd er een baan bij gelegd. Die bestond alleen nog maar uit gravel en was zo'n 30 centimeter hoger dan de baan waarop we reden, maar dat was voor veel automobilisten geen belemmering om daar over te gaan rijden. Na kort overleg met de gids dook onze chauffeur ook die baan op; we hadden niet anders van hem verwacht. Alleen leek de winst van korte duur: voor ons doemde een rij hekken op, waarschijnlijk bedoeld om de wegwerkers te beschermen. Maar ook dat bleek geen probleem: de gids stapte gewoon even uit om een hek opzij te zetten. Dat er in de stofwolken nog een tegenligger opdook mocht de pret niet drukken. Het was de meest opwindende busrit van mijn leven!

Tongli

Volgens de reisbeschrijving zouden we naar de waterstad Zhouzhuang gaan, het Chinese Venetië, maar wij gingen naar Tongli. Ook hier was echter geen gebrek aan 'gondels', ronde bruggetjes, en schilderachtige scheepjes, huisjes en mensen. Het hele dorp was met het oog op de nationale feestdag ook nog eens extra opgepoetst en versierd. Tijdens onze rondvaart begon het te regenen, zodat we toch nog een keer gebruik konden maken van onze 'emergency ponchos' die we al twee weken lang iedere dag voor niets meegenomen hadden. Alleen waren we al behoorlijk nat voor we ontdekten hoe je deze veredelde vuilniszakken aan moet trekken!

Afscheid

De bus reed dwars door een merengebied, waar vis, eenden en rijst gekweekt werden terug naar Shanghai. Het was een mooie route en de lage rieten schuren wekten het verlangen op meer van het Chinese platteland te zien, maar daar was het nu te laat voor: morgen zou het grootste deel van de groep al weer naar huis vliegen.

Tijdens de rit blikte een van de groepsleden in een komisch gedicht terug op de reis, een ander hield een afscheidsrede voor John, die hier zeer geroerd door was, en de chauffeur. Sommige groepsleden hadden vaak moeite om John te verstaan, en in zijn enthousiasme sprak hij de 'r' nogal eens als een 'l' uit , maar iedereen was het erover eens dat hij goed voor ons en onze bagage gezorgd had. 'Six o'clock wake-up call, six thirty luggage out, seven o'clock 'blackvest', seven thirty luggage check in the lobby !!!', we zullen het niet gauw meer vergeten.

Na het diner was het tijd om afscheid te nemen van de andere groepsleden: 5 mensen zouden nog een week doorreizen richting Canton, Guilin en Hongkong, 9 mensen (waaronder wij) kregen een extra, vrije, dag in Shanghai omdat het vliegtuig volgeboekt was en de rest ging, via Peking, terug naar Amsterdam.

   
 
©PICARO