Donderdag 20 september

Het ontbijt bestond uit een gemengd buffet, dus aten we cake en gestoomde broodjes, gebakken aardappels en rijstballetjes. De Hollanders konden hun hart ophalen: er was kaas en er stond zelfs een koffiepot op tafel. Melk en suiker waren ook niet overal aanwezig. Behalve deze dingen misten veel groepsleden in China zout voor bij hun eitje.

Baidicheng

Om 9 uur ging de Isabella voor anker en werden we door een kleiner passagiersschip, natuurlijk weer voorzien van een lokale gids, opgehaald voor een excursie naar Baidicheng, aan de monding van de eerste van de Drie Kloven. Rond het ponton waar we afgezet werden lagen veel kleine houten scheepjes met buitenboordmotoren die waarschijnlijk door de plaatselijke bewoners gebruikt werden om kolen te halen bij de wat verder terug gelegen overslag. Deze kolen worden gebruikt voor oventjes, waar een wok bovenop staat.

Op de wal stond het vol souvenir en fruitstalletjes en je kon je ook in een draagstoel naar boven laten brengen. Een moreel dilemma: enerzijds leek het ons vernederend voor de Chinezen om die dikke luie toeristen naar boven te moeten sjouwen, anderzijds is het voor hen de enige manier om wat te verdienen. Hoe dan ook, onze groep ging op eigen kracht de trap op, maar later kwamen we een groep Japanners tegen die zich lieten dragen. De Chinezen hebben het nog steeds niet zo op Japanners begrepen, maar ze brengen wel veel geld in het laatje. Aan boord werd door de groep trouwens ook regelmatig gemopperd op de Japanners omdat ze steeds alle lekkere stukjes meloen wegpikten en probeerden voor te kruipen bij het buffet…

Boven zaten nog meer verkopers met de geijkte souvenirs, maar in het voorbijgaan zagen we ook stalletjes, vaak met altaren erachter leek het, waar allerlei vreemde vruchten, kruiden, wortels en zelfs gedroogde slangen verkocht worden. Bij een tentje speelde een oranje kat met een grote, knalgroene hagedis. Vanaf het pad hadden we een mooi uitzicht op de ingang van de Qutang-gorge. Dit punt is overigens ook vereeuwigd op het 5 yuan-biljet. Als de Three Gorges dam klaar is wordt Badicheng, wat op een bergtop ligt, een eiland.

Met de kabelbaan gingen we verder naar boven voor een rondleiding door de Witte Keizer tempel, maar helaas was ook deze gids weer moeilijk te verstaan, zodat we maar op eigen houtje rondgekeken hebben tussen de tempels en beelden van historische scènes. Het begon ons wel een beetje te irriteren dat je al die lokale gidsen steeds toch een behoorlijke fooi moet geven, terwijl je er weinig wijzer van wordt. Ook moet je maar voortdurend 10 yuan-biljetten op voorraad zien te hebben. Een gezamenlijke fooienpot was waarschijnlijk gemakkelijker geweest.

Wel interessant was een zaal gewijd aan de houten kisten met skeletten van voorouders, die honderden jaren geleden in holtes in de rotsen langs de gorges werden bijgezet. Het is niet meer bekend hoe die op hun plaats werden gezet, mogelijk liet men ze aan touwen van bovenaf zakken of ze werden via houten steigers naar hun hoge positie gebracht. In een andere zaal hingen foto's van de Yangtze met laag water.

De Qutang-kloof

Op de terugweg naar de Isabella voeren we erg dicht langs de duwbakken die kolen aan het laden waren. De vrachtauto's rijden hier gewoon over de deklast. Weer aan boord zijn we meteen naar het voordek gegaan, zodat we een goed uitzicht hadden bij het passeren van de eerste en meest spectaculaire kloof. Het stroomde inderdaad enorm en we zagen fikse draaikolken rond het schip. Regelmatig deinde de Isabella puur en alleen op de stroming. Ook leek de kapitein soms recht op de wal af te varen, om dan even later weer naar het midden gezet te worden. Een kwartier later voeren we de 8 kilometer lange kloof al weer uit. Daar lag de opvaart te wachten: een seinpost gaf met rood-witte, pijlvormige borden aan voor welke richting de kloof vrij was.

Lesser Three Gorges

Na de lunch stopten we weer in Wushan voor een boottochtje op de Dan of Daning naar de 'Kleine Drie Kloven'. (Er zijn hier ook nog 'Drie Mini Kloven', waar met vlotten door gevaren wordt.) Omdat de ramen maar half open konden en van inmiddels ondoorzichtig geworden plexiglas waren, schoven we het dak maar open om nog wat te kunnen zien. We konden tenslotte (helaas) toch niet allemaal bij de bemanning op het voordekje kruipen. En zo kregen we tenminste nog een beetje een vakantiekleurtje tijdens deze zware studiereis!

De smalle kloven waren ook hier weer spectaculair, maar de meeste opwinding veroorzaakten toch wel de stroomversnellingen waar we na verloop van tijd tegenop moesten. Met bijna 40 flinke Hollanders aan boord lag het bootje waarschijnlijk toch wel wat dieper dan normaal, want we stuiterden regelmatig flink omhoog op de keien. Dankzij de gezamenlijke inspanning van de bemanning (bomen) en de passagiers (ballast verplaatsen) kwamen we echter toch steeds weer los. Toen de stenen door de schroef draaiden was het voldoende dat de 'Big Brothers' even voorin gingen zitten. Iedereen hoopte wel dat het vlak het hield, want de 'buikdenning' vertoonde hier en daar fikse scheuren.

Maar verdrinken zouden we waarschijnlijk niet, want midden in de rivier zagen we vissers wadend door het water hun net uitwerpen. En plotseling uit de heuvels opduikende verkopers kwamen met veel gespetter naar ons toe gerend om hun koperen bellen, nèt-echte fossielen en schaaltjes aan de man te brengen. De derde kloof hebben we niet eens gehaald, maar op het eindpunt mochten we er even uit om over de grindbanken rond te wandelen. Ik ging natuurlijk strandjutten. Anderen konden het koele, heldere water niet langer weerstaan en namen een frisse duik.

Behalve voor toeristische uitstapjes leek dit soort scheepjes ook gebruikt te worden voor regionaal personenvervoer, we kwamen namelijk regelmatig bootjes met dichtgetimmerde ramen vol eenvoudig geklede Chinezen tegen. Daarnaast werden er op de Dan nog volop stenen en zand geladen , natuurlijk met de hand. Ook lagen er hier en daar sampans.

Op de terugweg, toen het wat koeler werd, zagen we meer activiteit op de oevers. Vrouwen die de was deden, een geitenherder met zijn kudde en boeren die hun lapje grond kwamen bewerken. Vaak was er gewoon een spoor van de rivier naar de hoger gelegen velden uitgesleten van het twee emmertjes water halen. Een man zat op een grindbank lekker te zitten op zijn klapstoel en een volgeladen zandscheepje keerde huiswaarts. Er heerste een vredige sfeer in dit in de ondergaande zon badende landschap. Maar ook hier zal het waterpeil binnenkort tientallen meters stijgen. Behalve de stroomversnellingen en de eeuwenlang bewerkte akkers komen dan ook de gaten onder water, waar vroeger de steunbalken in staken van een houten jaagpad hoog langs de rotsen. Zelfs de hoge brug (uit 1987) aan de monding van de Daning en de complete stad Wushan verdwijnen onder water.

Wuxia-kloof

Na dit zeer geslaagde uitstapje zette de Isabella koers naar de tweede gorge, de 45 kilometer lange Wuxia-Kloof. Op het voordek lagen, onder toeziend oog van een van de bemanningsleden, rode pepertjes te drogen. In het snel afnemende laatste licht bekeken we de Chinese tegenhanger van de Lorelei, de 'Godinnenpiek', waar de godin Yao Ji en haar elf zusters zich in bergen zouden hebben veranderd zodat de schepen veiliger door de kloven zouden varen.

Omdat dit alweer ons laatste avondmaal aan boord was had de kapitein zijn witte pak wederom aangetrokken en kwam hij voor het eten alle tafels langs om een afscheidsborrel te drinken, een glaasje zoete rode wijn. Ook kregen we allemaal een T-shirt met een afbeelding van de Isabella tussen de kloven. De extra-feestelijke maaltijd werd ook nog eens besloten met taart omdat we een 'jarige' in ons midden hadden. En hoe eet je in China taart? Juist, met stokjes!

   
 
©PICARO