Dinsdag 18 september Omdat we er maar vanuit gingen dat het warenhuis pas om half 10 open zou gaan, zijn we eerst een heel end door de Chong Wen Men straat gelopen. De vorige avond hadden we daar vanuit de bus allerlei winkeltjes gezien, maar de meeste bleken pas om 9 uur open te gaan. Dus dat werd anderhalf uur windowshoppen, maar op straat was ook genoeg te zien, zoals het gekrioel van de fietsers en verkeersborden die je in Nederland niet gauw tegenkomt… Stipt toen de deuren opengingen stonden we voor het warenhuis, waar we door als knipmessen buigende dames 'good morning' geheten werden. Nu we wat meer tijd hadden om rond te kijken viel het assortiment ons eerlijk gezegd behoorlijk tegen, het bestond voornamelijk uit zeer westers aandoende kleding. In het hotel moesten we na het inleveren van de bagage nog een uurtje wachten, dus maar in het business centre onze e-mail bekeken en een paar korte berichtjes verstuurd. Bij de post bleek ook een mailtje van de vorige groep te zitten, die zich op het moment van de aanslag in de VS al in China bevond. In zo'n situatie is het gebrek aan buitenlandse kranten en tv-zenders inderdaad vreselijk, leek ons. Volgens onze gids kon je maar in één hotel in Peking Engelse kranten krijgen, en dat was zo ver weg dat je er met de taxi heen moest. We hebben het mailtje uitgeprint, zodat de rest van de groep het ook kon lezen op weg naar het vliegveld. In de bus maakten we kennis met 'John', onze begeleider voor de komende 10 dagen. Op het vliegveld namen we op gepaste wijze, dat wil zeggen met een fooi van 10 yuan per persoon per dag, afscheid van onze gids en chauffeur. In het vliegtuig naar Chongqing bleek dat de hele groep door elkaar gehusseld was, zodat we niet naast onze eigen partners kwamen te zitten. Maar dat was wel goed voor de onderlinge integratie. We kenden nog lang niet alle namen, maar het was wel duidelijk dat de meeste groepsleden ook schippers waren, beroeps of amateur, en dat veel anderen een aan de binnenvaart gerelateerde baan hadden, zoals verkeersbegeleider of agent. Het leuke van zo'n groep met dezelfde achtergrond is, dat je om dezelfde grapjes kunt lachen, zoals wanneer iemand roept 'Vlug naar voren om er een houtje tussen te houden!' wanneer de bus rakelings langs een andere bus rijdt. Ook was het grappig om te zien hoe alle hoofden steeds automatisch van de ene naar de andere kant draaiden als we weer eens over een brug kwamen. Voor ons was dit de eerste keer dat we met een groep op reis gingen en het viel ons eerlijk gezegd reuze mee. Het kost inderdaad wel steeds een hoop tijd voor iedereen in de bus zit en zo, maar de gezelligheid maakt ook weer veel goed. Ook zou je als individuele reiziger het genoegen van de draaiplateaus moeten missen en veel meer tijd (en vast en zeker ook geld) kwijt zijn met het zoeken van restaurants en hotels en het organiseren van vervoer. En in een land waar je geen letter kunt lezen is een gids toch wel prettig. We vonden wel dat je behoorlijk lui wordt van zo'n reis waarbij je zelf helemaal niets hoeft te regelen, vaak weet je niet eens waar je precies bent. We hadden gehoord dat de kwaliteit van binnenlandse vluchten in China belabberd was, maar zoals met zoveel dingen bleek ook dit weer achterhaald. Alles was prima geregeld, zag er keurig uit, we kregen wat te drinken, een krantje en zelfs een lunch. Daarna werd er een soort loterij gehouden. Ik kon het niet helemaal volgen, maar het scheen erom te gaan dat je een vliegticket kon winnen en het zorgde in ieder geval voor veel vermaak. Tenslotte kregen we nog een zakje zoutjes, waar ook een soort erwtjes tussen bleken te zitten. Weer wat nieuws geprobeerd. Tijdens de landing zagen we voor het eerst het bruine water van de Yangtze. In Chongqing werden we afgehaald door Yang ('zoals in Yangtze'), onze Duitssprekende locale gids. Tijdens de 30 kilometer lange rit van het vliegveld naar het centrum vertelde hij ons wat wetenswaardigheden over de stad. Zo bleek de bijnaam van Chongqing 'Backofenstadt', omdat het er 's zomers vaak wel 40 graden wordt. De lokale specialiteit is 'hotpot'. Chongqing is een belangrijke haven- en industriestad met 13 miljoen inwoners. Het centrum is een schiereiland, gelegen tussen de Yangtze en de monding van Jialing. Net als in Peking rezen de nieuwe flats in het centrum van Chongqing als paddestoelen uit de grond, maar we zagen hier ook dingen die in Peking voor ons verborgen waren gebleven, en die veel groepsleden toch een schok gaven, zoals arbeiders die met houwelen en koevoeten een rots aan het uithakken waren om de weg te verbreden. De losgehakte stenen werden in halve drums die aan een bamboe juk hingen naar een vrachtauto gebracht. Van helmen of veiligheidsschoenen was geen sprake, de meesten droegen plastic slippers. Er reden ook veel kleine vrachtwagentjes rond met achterin mensen die boven op de lading zaten of lagen, of die nu bestond uit zakken katoen of uit dode varkens. Een vrachtautootje waaraan levende ganzen aan hun poten waren opgehangen veroorzaakte de nodige verontwaardiging in de bus. Van de andere kant werden wij tijdens het wachten voor een stoplicht ongegeneerd bekeken door de passagiers van een overvolle stadsbus. Nieuw voor ons waren ook de stoplichten, waarop wordt aangegeven hoeveel seconden het nog duurt voor het licht rood of groen wordt. De steile, bochtige straten met hun talloze winkeltjes vormden op zich al een groot contrast met de steriele boulevards van Peking. Je zag hier dan ook nauwelijks fietsers. We zagen een groep verhuizers voorbij komen. Met op hun rug kasten, banken en matrassen leken ze precies op een rij mieren met blaadjes, zoals je soms in natuurfilms ziet. Yang bracht ons eerst naar een uitzichtpunt in het Elingpark, waarvandaan we een mooi gezicht op de Jialing en de Yangtze gehad zouden hebben als het niet zo mistig was geweest. In het park, dat vanwege het komende maanfeest fleurig versierd was, bevond zich ook het Three Gorges Museum. Behalve een maquette van het Three Gorges Project, hing hier ook een 100 meter lange wandschildering van de Yangtzevallei tussen Chongqing en Yichang, van de hand van Liu Zuo Zong. Deze kunstenaar was ook in het museum aanwezig, en iedereen die een replica van zijn 'Thousands miles Three Gorges' in cadeauverpakking kocht kreeg een gesigneerd en gedateerd exemplaar. In het museum waren ook andere kunstwerken en curiosa te koop, zoals aquarellen, kalligrafieën, jaden beeldjes en bamboe maskers. Ik vond een wat kitscherig, 19e eeuws aandoend olieverfportret van een vrouw in bonte klederdracht wel mooi. Tijdens de steile afdaling door het park reed de bus zich compleet klem tussen een boom en een muur om een tegemoetkomende bus te kunnen passeren, maar na veel steken wist de chauffeur zich toch te bevrijden. Applaus! Bij het verlaten van het park sneed hij botweg een stadsbus. Dus het toch maar eens aan de gids gevraagd en inderdaad, bussen die buitenlandse toeristen vervoeren hebben voorrang in China. Omdat de Isabella V vanwege het hoge water op de Yangtze vertraagd zou zijn werden we voor ons avondmaal naar een super-de-luxe restaurant gebracht. Na de voortreffelijke maaltijd reden we naar de punt van het schiereiland voor een avondrondvaart. Als we het niet gewend waren geweest hadden we de tocht van de wal naar het schip over pontonnetjes en loopplanken zonder leuning misschien wel eng gevonden, maar van de andere kant hadden we dan waarschijnlijk ook geen oog gehad voor de kolkende stroming die eronderdoor raasde. Het was net zoiets als Lyon met 2000 m3/s, alleen liep er hier zo'n 20 000m3/s, hoorden we de volgende dag… Eerst voeren we de Yangtze op tot de brug, en daarna de Jialing. Volgens de locale gids was de stad in het donker veel mooier dan met daglicht, maar wij hadden toch wel graag wat meer gezien dan de duistere silhouetten van de vrachtschepen die in de monding van de Jialing rijenbreed voor anker lagen… zonder enige verlichting. Toen we van het passagiersdek naar beneden gingen om een kijkje in de (zeer kale) stuurhut te nemen ontdekten we dat je daar, ongehinderd door de feestverlichting van het schip, veel meer zag op het water. De meeste schepen waren plat en geveegd, met een relatief hoge stuurhut en woning. De schippers en hun vrouwen zaten over het algemeen buiten, wat te praten of een spelletje te doen. Er heerste een welbekende zomeravond-op-het-water-sfeer. Omdat de Isabella bij onze terugkeer nog steeds niet gearriveerd was werden we voor de nacht in een viersterren-hotel ondergebracht. Daar stonden we dan in onze korte broeken in die supersjieke lobby, trachtend te begrijpen waar we de volgende ochtend voor het ontbijt verwacht werden. Onze Engelssprekende reisleider zei namelijk op de tweede etage, de Duitssprekende lokale gids stuurde ons naar de zevende. En natuurlijk verstond de een niet wat de ander zei, tot Thijs besloot in te grijpen. Hierna volgde een rappe Chinese discussie en de conclusie dat de receptioniste een fout had gemaakt. Omdat veel mensen intussen al naar hun kamers gegaan waren, werden we een half uurtje later allemaal opgebeld met de definitieve uitslag. De extra ster uitte zich door nieuwer meubilair, de aanwezigheid van een föhn en badjassen, een stevigere kwaliteit slofjes en lekker warm water, waar we dankbaar gebruik van maakten. |
||