LOGBOEK SEPTEMBER 2017

 Augustus
2017
 
Oktober
2017
Woensdag 6t/m zondag 10 september. We varen regelmatig door Mechelen, maar dan via het kanaal van Leuven naar de Dijle. Deze keer moeten we een stukje de Dijle zelf op, en dan via de 'Benedensluis' het dok in schutten. Als we het Zennegat voorbijvaren vraagt een Kempenaar of de Picaro woonschip wordt. Huh, waarom dat dan? Nou, omdat we Mechelen binnen gaan en het schip zo mooi zwart is… Nee hoor, deze spits gaat 'gewoon' weer naar de Middellandse Zee! Tenminste, als hij het beladen overleeft… Dat is een heel spektakel, zeker zo midden in de stad. Rond een uur of 9 arriveert het 'convoi exceptionnel', bestaande uit voor- en volgauto's met mensen van het overslagbedrijf, het bevrachtingskantoor en de producent van de trafo, een enorme mobiele kraan, een aparte vrachtwagen met platen voor onder de kraan en natuurlijk de transformator zelf… jéétje wat een groot ding! Ik troost mezelf maar met de gedachte dat hij uiteindelijk niet zoveel zwaarder is als vier staalrollen. Bovendien komen er drie dikke rijplaten onder, met daaronder weer planken. Als de kraan eenmaal opgebouwd is en het achterste gebint eruit gehesen, blijkt het plaatsen zo vlot en netjes te gaan, dat ik niet eens merk dat de trafo al 'staat'. Nadat hij nog iets naar voren verzet is, kunnen de luiken er voor en achter strak tegen aan liggen, zodat er maar een klein stukje ruim open blijft. Al zal het voor Tara hoe dan ook wennen zijn dat ze deze reis niet over de luiken naar achteren kan lopen. Na wat laatste boodschapjes en een hondenfietstochtje naar het Zennegat is iedereen weer vertrokken en kunnen wij ook het dok uit. Mooi tegen stroom in, zodat we voorzichtig kunnen proberen of het schip wel echt zo stabiel aanvoelt als het volgens de berekeningen zou moeten zijn, want de reis begint meteen op behoorlijk bochtig vaarwater. De stabiliteit valt inderdaad mee, wel merk je goed dat het draaipunt van het schip anders ligt, met alle gewicht achterin. Verder moeten we er ook meteen rekening mee houden dat we hoger zijn dan normaal geladen, aangezien het water op de Rupel vandaag zo hard op komt dat we bij de peilschaal van Boom nog wel onder de spoorbrug door zouden kunnen, maar bij de brug zelf al niet meer! We gaan door tot Baasrode en wachten daar voor de veiligheid weer stroom tegen af. De volgende stop is Oudenaarde, waar we twee 'flexitanks' in het ruim krijgen, om in Frankrijk ballast te kunnen zetten voor de lage bruggen. Deze ballastzakken worden 'opgesloten' tussen houten schotten, om het gewicht zoveel mogelijk naar achteren te brengen. Het plaatsen van die schotten blijkt nog een hele klus, maar gelukkig hebben we er een 'zakkenvuller' bij. En krijgen we 's zondags ook nog hulp (en taart ;-) van de buren.

Maandag 11t/m donderdag 28 september. En dan gaat de grote reis toch echt beginnen. Dat wil zeggen… dinsdagochtend liggen we alweer stil aan Pont-Malin, staking! Gelukkig blijken we na de ploegenwissel een werkwillige sluiswachter te krijgen, zodat we nog door kunnen tot Palluel. En zo de hele 'meute' van de Leie, waar 's middags nog niet geschut wordt, toch mooi voor zijn. De volgende dag vallen we samen met een geballaste buurman, die alle sluizen netjes voor ons klaar vaart. Aan het eind van het canal du Nord stoppen we om op tegemoetkomende buren te wachten, die onze trafo en ballastzakken wel eens nader willen bekijken. En passant vieren we maar vast mijn verjaardag. Eenmaal op klein vaarwater moeten we steeds wat meer water in de zakken pompen, tot er in beide zo'n 20 à 25 ton zit. Dan liggen we ook wel zo ver achterover dat we, hoewel de kop een stuk lager is dan in 'grand ballast', echt niet meer 'op zicht', maar op de camera moeten varen. Wat voor Tara wat minder wandelingetjes betekent, omdat ik nu, zeker in de afvaart, vaker moet 'tellen' bij de sluizen. Al gaat het (in- en uit-) varen wel gemakkelijker dan normaal geladen. Vanaf Vitry gaan we in de panden echter niets vlotter meer dan met 'volle bak'. Het eerste echte obstakel blijkt de gerepareerde, doorhangende betonnen brug boven sluis La Noue. Zelfs met water in de achterpiek is die zo krap, dat we het dakpaneel voor de zekerheid maar van de stuurhut pakken en dan… gassen maar! De bruggen boven sluis Saint-Dizier zijn ook nogal laag, maar verder valt het me aan deze kant van het kanaal mee. Voor de tunnel krijgen we het nog even benauwd als we de doorvaarthoogte-kettingen raken, maar gelukkig blijken die een stuk lager te hangen dan de ventilatoren in de tunnel! Aan de zuidzijde krijgen we de bekende reeks lage bruggen, maar afvarend kunnen we daar nu gewoon 'gassend' onderdoor. Ondanks het extra opletten, is het toch wel een gezellige reis, niet alleen omdat we een late vakantiegangster aan boord hebben, maar ook doordat er met het mooie nazomerweer nog veel toeristen en omwonenden langs het kanaal onderweg zijn. En dat grote ding in het ruim geeft toch vaak aanleiding tot een praatje. Al zijn er ook sluiswachters die zeggen 'Dat zie je niet vaak, schepen die leeg naar het zuiden gaan…' ;-) Maar we zijn toch opgelucht als we weer heelhuids op 'groot' water komen. In Saint-Jean de Losne wordt onze opstapster weer opgehaald, ondanks een met buikkrampen kampende chauffeur. Dus terug rijdt ze maar gewoon zelf! Daarna gaan we nog maar een stukje doen, want hoewel we nog een week de tijd hebben om beneden te komen, is er ook weer sprake van stakingen op de Rhône. In Ormes maken we een mooie avondwandeling met Tara die voor een plastic emmerdeksel opeens ongewoon fanatiek het water in duikt! Aan de palen beneden Vienne blijk je ook mooi te kunnen wandelen op een (voor ons) nieuw stuk Via Rhona. De volgende avond weer een goed hondenplekje, Ancône, en de dag erna zelfs een vroege (honden)stop in Roquemaure. Waar buren uit Avignon langskomen met hun viervoeter, en we 's avonds nog lekker barbecueën. De laatste dag komen we op een nieuw stuk vaarwater - voor de Picaro dan, niet voor de schipper: de Rhône beneden Arles. Waar je een Amazonegevoel krijgt door de breedte, de woeste natuur en grote boomstronken overal. In Port-Saint Louis aangekomen kunnen we dan eindelijk ook eens voor dat fraaie vuurtorentje gaan liggen.

Reactie van
bert van der tang
Fijn om weer iets van jullie te horen/lezen!

Vrijdag 29tot en met maandag 2 oktober. Tegen de middag komen de buren nog een keer langs met de auto en mogen de hondenbeesten zich helemaal uitleven op het 'plage Napoleon'. Net als we, na een wandeling naar de Rhônemonding, aan een strandpicknick willen beginnen, staat de telefoon opeens roodgloeiend: hoewel ze al láng over onze gegevens beschikken, krijgt het overslagbedrijf ons nu op het laatste nippertje niet aangemeld bij de Capitainerie, omdat we daar nog niet in de database staan. En dus mogen we de haven niet in. Want Fos is een ZEEhaven. 'Nou en?' zou je zeggen, maar in Frankrijk betekent alles wat ZEE heet een enorme bureaucratie voor binnenschepen. Na een uur bellen en een strand vol telefoonnummers mogen we zondag dan toch door de sluis. Zaterdag moet er nog even hard gewerkt worden: de ballast is er natuurlijk meteen op de Saône al uitgepompt, maar de schotten moeten ook nog gedemonteerd worden. Hoewel het nog prima herbruikbaar is, hebben we niet zoveel zin om met z'n tweetjes al dat hout in het ruim of (afhankelijk van de volgende lading) in het vooronder op te stapelen om het mee terug naar Nederland te nemen, dus heeft onze projectmanager het maar via een plaatselijke Facebookgroep verkocht. De koper blijkt een mosselvisser, die er een paardenstal van wil maken… Gelukkig weet hij van aanpakken, want het is nog een heel gesjouw om alles uit het ruim op de kade en dan in een busje te krijgen. Nadien komt hij ook nog een zak verser-dan-verse mosselen brengen! Zondagochtend een verkenningsfietstochtje langs het kanaal en dan gaan we aan het laatste stukje van de reis beginnen: door sluis Port-saint-Louis en het canal Saint-Louis naar het 'Bassin de Gloria' (ofwel Darse III). Officieel is dat een stukje over ZEE, maar omdat we korter als 70 meter zijn mogen we dat gelukkig zonder loods (en blijkbaar ook zonder toestemming van de prefect…). Maar natuurlijk wel onder strikte begeleiding van de capitainerie, waar we iedere beweging moeten melden. Gelukkig is er geen zuchtje wind, en is de zee spiegelglad, want volgens de locals kan het hier, ondanks de strekdam, flink spoken. Op onze loskade beweegt ook helemaal niets, dus Tara kan gewoon de wal op. Maandagochtend is het stipt om 5 uur echter een drukte van belang: er stappen maar liefst twaalf dockers aan boord! Hoewel ze hier veel grotere schepen (en ladingen…) gewend zijn, gaat het lossen even netjes en vlot als het laden. Binnen het uur is onze lading op 15 assen onderweg naar het binnenland. Als het licht is gaan we, weer onder strenge radiobegeleiding, terug naar ons plekje voor de Tour Saint Louis. En dan eerst maar eens een dagje bijkomen, voor we aan het droog maken en opvouwen van de ballastzakken gaan beginnen.

 Augustus
2017
  
 Oktober
2017
print-versie