LOGBOEK NOVEMBER 2010

 Oktober
2010
 
December
2010
Maandag 1Peettante heeft nog nooit meegevaren, dus heb ik een dagtochtje georganiseerd: stadswandeling door het centrum van Roermond (van het station naar de haven), aan boord koffiedrinken, boottochtje naar Maasbracht (in de mist), lunch aan boord en dan (als we de loopplank naar de wal overleefd hebben en de ook hier al verplaatste halte gevonden hebben ;-) per bus weer naar Roermond voor een middagje shoppen in de 'beste binnenstad 2009-2011' en een bezoekje aan de 'Designer Outlet'. Na een gezellig etentje scheiden onze wegen weer op het station.

Reactie van
peettante
ja het was een gezellig dagje uit, al ging de vaartocht de mist in….

Dinsdag 2Op de valreep is gisteren onze nieuwe stuurstoel in Maasbracht gearriveerd: omdat die daar twee weken geleden al zou zijn hadden we dus een reisje Roermond aangenomen! Zo'n opklapbare zitting scheelt inderdaad een hoop ruimte, merk ik als ik met volle boodschappentassen binnenkom. Vervolgens nog drie keer naar de supermarkt, naar het postkantoor, de dierenwinkel, de scheepsartikelenzaak, de kapper - en dan vertrekken we richting Stein. De stuurstoel wordt meteen goed 'ingezeten', zo lang hebben we nog nooit over dat stukje gedaan: zowel aan Maasbracht als aan Born tweede schutting.

Reactie van
Ton van Seeters
Prachtige foto op de Samber met die boogbrug waar die drie mensen op staan. Ik vind het heel bijzonder een vaarweg met aan beide zijden zo'n hoge muur; dat kennen wij hier niet in Nederland.Nogmaals een zeer mooie foto. Goede vaart.

Reactie van
Picaro
Hoge muren zie je in het buitenland wel vaker in steden, o.a. in Doornik, Parijs, Lyon,.. huizen zo dicht aan het water niet. Maar ik vond het zelf inderdaad ook wel een mooie foto. Het valt ook niet mee trouwens, 12 foto's per week met dit weer :-(

Woensdag 3We hadden vroeger leeg altijd al enige moeite de tunnel vol te krijgen, maar sinds we een kopschroef geplaatst hebben, geen bilgewater meer in de machinekamer hebben en de schroef verzet is, voelt het schip regelmatig 'onbestuurbaar'. Vroeger kregen we de schroef nog 'pakkend' door de roeren dwars te zetten en een tikje gas te geven, tegenwoordig moeten we daarvoor minstens 1200 toeren draaien (waardoor we soms een vreemde slinger maken - 'daar gaat weer zo'n dronken schipper' ;-). En nu de watertank en gasoliebunkers niet al te vol meer zijn loopt de tunnel zelfs gewoon weer leeg als we de roeren recht zetten. Dan staat er vandaag ook nog een stevig windje (waardoor de luiken af en toe opeens ook erg 'licht' worden)… Kortom, ik ben blij als we weer geladen zijn! Dat is het voordeel van die lange reizen: daar zijn we in ieder geval weer drie weken vanaf. Terwijl Thijs bunkert ga ik in Maastricht een laatste rondje 'foerageren'. En dan gaan we weer de Maas op.

Reactie van
andre
Is het geen optie om dan wat balastwater in te nemen, of moet dat ruim geheel droog zijn voor de in te nemen lading.

Reactie van
Picaro
Al zou het mogen, als je kunstmest moet laden wil je je ruim zo droog mogelijk hebben ivm roestvorming. Overigens hebben veel spitsen daarvoor een ballastank, maar daar hebben wij geen plaats voor (te spits ;-)

Donderdag 4Slechts tot Namen deze keer: zowel de Vogezen en Petite-Saône als het Canal des Ardennes zitten de hele maand dicht.'s Avonds stranden we voor het eerst in het centrum van Charleroi, maar we hebben weinig animo de stad te gaan verkennen.

Reactie van
Luc
Daar kan ik me iets bij voorstellen. Charleroi is toch uitgeroepen tot de meest deprimerende stad van Europa.

Vrijdag 5Hoewel we nog lang en breed in België zitten wordt onze AIS-transponder al aangestraald door een basisstation van VNF, dat ook nog eens onze report-interval omhoog zet. Brr, voelt een beetje alsof dat oog op de donkere toren uit Lord of the Rings opeens op je gericht wordt…

Reactie van
CeesV
Al zwarte rijders langs het kanaal waargenomen?

Reactie van
Picaro
Wel een hoop blauw-groene….

Zaterdag 6Ter afsluiting van de herfstvakantie komt de familie opstapper nog een dagje langs. Dan is het natuurlijk wel zo gezellig om 's avonds met etenstijd vast te liggen. Maar als we via het Canal de Saint-Quentin gaan (waar tot 7 uur geschut wordt) liggen we morgen wel erg bijtijds vast (geen rame op zondag). Dan toch maar via het Canal du Nord (waar in de noordelijke helft tot half 9 geschut wordt en je eigenlijk niet tussen de sluizen vast mag maken), in de hoop dat we niet door een pousseur voorbij gevaren worden als we toch wat vroeger stoppen. Uiteindelijk blijken er zelfs twee XL-pousseurs achter ons te zitten… en te blijven. Pfft!

Zondag 7Pfft, smst onze achterbuurman, die die twee wel net voor z'n kop heeft, en die we dus de hele dag niet meer horen op de marifoon. Pfft, zegt Thijs, als de pousseur voor ons ons zomaar ongevraagd voorbij laat. Pfft, zien we op het gezicht van ons opstapstertje, als ze hoort dat de auto die in sluis 11 ligt niet die van papa is, maar van een schip afgeschoven is. Pfft, denkt iedereen, als die auto door een gelukkige samenloop van omstandigheden weer binnen de kortste keren bij z'n baasjes aan boord staat…

Maandag 8Als we het Canal du Nord uit zijn gaan we linksaf in plaats van rechtdoor. Voor de verandering én omdat ik toevallig uitgerekend had dat we dit jaar dan exact 2100 sluizen gedaan hebben als we in Sète aankomen. (Via de Aisne zijn het er twee minder.) Dit zou dus wel eens een echt 'recordjaar' kunnen worden. Het is inderdaad lang geleden dat we vier keer in één jaar naar het zuiden zijn geweest. Om precies te zijn sinds 1998. In totaal zijn we met dit schip nu 33 keer naar het zuiden geweest (of 34, als je die keer leeg van Reims naar Gray meetelt). Al met al zijn we toch nog 21 keer geladen uit het Rhône-Saônebekken weg gekomen. Nu ik toch met (zinloze) statistieken bezig ben: de plek waar we de afgelopen twintig jaar het vaakst geladen hebben is Rotterdam (66 maal, inclusief Vlaardingen e.d.), gevolgd door Stein (48 keer), Chalons (15 keer), Antwerpen (13 keer), Amsterdam (10 keer) en Vaucelles (8 keer). In Gent, Gray en Reims hebben we 7 keer geladen. Gelost hebben we het meest in Veghel (24 keer), gevolgd door Helmond (20 keer), Antwerpen (15 keer), Ribecourt (14 keer), Lieshout en Chalons (beide 12 keer). In Gennevilliers, Saint-Quentin en Sète hebben we 8 keer gelost. Het vaakst hebben we kunstmest geladen (74 keer, in allerlei soorten), gevolgd door gerst (60 keer), tarwe (42 keer), bauxiet (19 keer, in allerlei kleuren), pellets (17 keer, in allerlei smaken) koolzaad en mais (beide 15 keer) en kolen en petroleum cokes (beide 9 keer). Dat alles op een totaal van 347 reizen, deze inclusief.

Reactie van
Luc
En ik vond 97 sluizen al veel.
;-)

Reactie van
wim
Hoeveel draadhandschoenen zijn er niet versleten met al die transacties vraag ik me af
groetjes Wim

Reactie van
Picaro
Wel 'n paar ;-)Ook wel een paar touwen trouwens, maar daar hebben we geen statistieken van.

Dinsdag 9Vorig jaar werden we in Le Coudray een keer aangesproken door een mevrouw, die contactgegevens van allerlei schepen zocht. In opdracht van een fotograaf, die foto's van die schepen wil exposeren, maar daar volgens de Franse privacy-wetgeving schriftelijk toestemming van de eigenaren voor moet hebben. Omdat het tijdens het schutten wel erg snel ging om alle scheepsnamen af te werken heeft Thijs haar maar een visitekaartje gegeven. Sindsdien worden we regelmatig door haar gebeld. 'Ik heb hier een foto van de X-q-w, weet u van wie dat schip is?' 'De X-q-wat… kunt u dat misschien mailen?' 'Nee, ik kan helaas niet mailen.' 'Ik zie hier vijf X-q-w-en op internet, kunt u het schip misschien beschrijven?' 'Nou, er zitten drie ramen in…' 'Weet u misschien waar de foto genomen is?' 'Jazeker, in Nederland!' 'Kunt u straks even terugbellen, want we moeten nu een sluis in…' Maar goed, inmiddels hebben we wel een mooie, nostalgische foto van de Picaro gekregen. Inclusief toestemmingsformulier, waarop Thijs behalve zijn naam, adres en telefoonnummer, ook nog zijn geboorteplaats en -datum in moest vullen. Ter bescherming van zijn privacy, dus ;-)

Reactie van
Luc
Eeehhh, even denken, een schip met 3 ramen (niet meer?), gefotografeerd in Nederland?
Tja, hoeveel wilt u er hebben ;-). Grappig.

Reactie van
Picaro
Waarschijnlijk bekijkt ze de dingen maar van één kant :-)

Woensdag 10'Nee, hier is ook niets bijzonders gebeurd', zeg ik tegen pa. Zojuist hebben we in het lange pand van Reims nog kei-hard gestuiterd. Daar moet gewoon iets liggen: vorige ronde zijn we hier zonder probleem met 14 ton meer langs gevaren. Bovendien is er net gebaggerd. Naar Franse begrippen dan toch. 'Ik zal het aan de chef doorgeven', zegt de mevrouw van de controlepost. 'Wilt u dan niet weten wáár ik precies geraakt heb?' vraagt Thijs… Verderop draaien we nog twee keer iets in de schroef. Kortom, niets bijzonders gebeurd. Naar Franse begrippen dan toch.

Donderdag 11Wapenstilstand zou ook voor dieren moeten gelden, vind ik. Lig je een keer een dag stil in een mooie wandelomgeving omdat vandaag het einde van de Eerste Wereldoorlog herdacht wordt, kun je nog niet lekker met de hond gaan lopen omdat die Fransen zonodig konijnen moeten knallen! 's Middags wordt het beestenweer, vinden de jagers, maar ik ook. En 's avonds, als toekomstige collega's die vandaag op spitsenjacht zijn geweest nog even langs komen, is het ronduit snertweer.

Reactie van
wim
Leuk toch dat die fransen iedereen een vrije dag geven,toen ik nog klein was dacht ik dat ter ere van mijn verjaardag was

Reactie van
andre
Wel toepasselijke achtergrond geluiden bij die viering.

Vrijdag 12Vrijdag 12 november De stormachtige wind van gisteren en eergisteren heeft bijna alle blaadjes van de bomen geblazen - bij ons aan boord! En de aanhoudende regen heeft de Marne naast ons veranderd in een woeste bruine stroom. Misschien toch maar goed, dat we niet op de Maas zitten…

Zaterdag 13Boven het eerste stuk Canal de la Marne à la Saône deze keer geen straaljagers, maar massa's vogels, die zich aan het verzamelen zijn voor vertrek naar het zonnige zuiden. Maar wat voor vogels? Ooievaars, denkt Thijs. Zoveel, dat kan ik me niet voorstellen, ganzen misschien? De oplossing ligt bij de bakker, in de vorm van een locale krant: 'Recordaantal kraanvogels bij het Lac du Der'. Om precies te zijn: 74.000! Mede vanwege de harde wind van de afgelopen dagen zijn die, onderweg van Noord-Europa naar Noord-Afrika, wat langer aan het nu bijna lege hoogwaterbekken blijven bivakeren.

Zondag 14Allebei druk aan het werk aan de PC. Zo nu en dan onderbroken door een sluisje, een klapbrug, een bakje koffie of een pandje met de hond. Rond half zes vraagt Thijs: 'Heb jij de marifoon nu al uit gezet?' 'Uh, ik denk dat ik hem vanmorgen niet aan gezet heb…'

Reactie van
wim
Niets zo rustgevend als marifoon uit of heel zacht suizend op de achter grond. Die ervaring had ik jaren geleden ook.

Maandag 15De ene dag hoor of zie je geen mens, de andere dag de een na de ander. Zoals sluiswachters (nu we weer even in de handsluizen zitten), een VNF-er die verantwoordelijk is voor het afregelen van de nieuwe automaten, de schrijfster van Tunnelmoord (eindelijk mijn exemplaar gesigneerd!) debietmeters op de Marne en tenslotte onze voorburen, die we iedere dag een paar kilometer ingelopen hebben. 's Avonds maken zij wat vroeger vast op een 'passeerplekje', zodat wij gemakkelijk langszij kunnen komen en dan morgenvroeg als eerste mogen vertrekken.

Dinsdag 16Dat overkomt me ook niet iedere dag, een militaire erehaag… Als ik over het jaagpad vooruit fiets naar de supermarkt, stuit ik achter het tunneltje van Condes opeens op een groep soldaten. Ze springen naar beide kanten van het jaagpad opzij, de laatsten netjes in de houding ;-)

Reactie van
Rene
Kijk, deze soldaten hebben het gewoon begrepen dat er door jou een uiterst belangrijk transport ging plaatsvinden !!

Woensdag 17Vroeg donker vandaag: al om half vier… Dan varen we namelijk de tunnel van Balesmes in. En voor we er aan de andere kant uit zijn is het daar ook al weer duister. Weinig aan zo, vind ik. Zeker als ik dan ook nog door de modder vooruit kan scharrelen om te kijken of er ergens een paaltje staat - en de loopplank als we dan eindelijk vast liggen nog net lang genoeg blijkt om weer aan boord te kunnen komen. En dat allemaal omdat de laatste automaat van het valleitje al een paar minuten voor zevenen uitspringt, waardoor we net niet meer in een pand komen waar we zo tegen de kant gekund hadden.

Donderdag 18#$%^! Dachten we weer gemakkelijk vast te kunnen maken, aan een paar baggerschepen, staat de laatste sluis al om tien over half zeven uit. Het moet niet gekker worden, eerst de wintervaartijden ongevraagd verlengen en ze dan weer willekeurig beknotten…. Als Thijs naar de controlepost belt om z'n beklag te doen krijgt hij te horen dat deze sluis door een stroomstoring met de hand bediend moet worden en dat degene die dat doen moet anders nu nog met zo'n 30 km-autootje van tien sluizen verderop hiernaartoe moet komen. Laat maar zitten dan. Maar eigenlijk had ze hier gewoon moeten zíjn, want op deze controlepost kunnen ze een schip van sluis tot sluis volgen. Als ze opletten.

Vrijdag 19#$%^! Dachten we vanavond St-Jean wél te kunnen halen, ligt onze voorbuurman nog in sluis Auxonne. Alleen het 'stoplicht' en de 'flitspaal' lijken nog stroom te hebben, verder werkt er niets meer. Voor er eens iemand is (uit Gray?), voor die in het donker alle knopjes heeft gevonden, voor de buurman afgeschut is en voor wij dan eens afgeschut zijn… hebben we dus echt geen zin meer om door te gaan. Wat een dag, de eerste automaat door een sluiswachter met zaklamp geschut en de laatste weer! Tussendoor gelukkig de zon weer eens gezien.

Zaterdag 20#$%^! Toch geen 2100 sluizen gedaan aan het eind van deze reis, maar slechts 2099: vanwege het hoge water op de Saône gaan we bij Ormes via de stuw, in plaats van via de sluis. 's Avonds belanden we aan Dracé: daar zit de stuw er net weer in.

Reactie van
noordersoft
weet je ZEKER dat jullie goed geteld hebben? Eén keer een "ecluse de garde" die dicht stond en je HEBT ze!

Reactie van
Picaro
Ik tel altijd met Navigo…

Zondag 21Alsof we het zo gepland hebben: net als wij beneden sluis Couzon vastmaken om een uurtje te wachten voor we in Lyon door het alternat (eenrichtingsverkeer bij hoogwater) mogen, komen de (ja, die) buren om het hoekje kruipen. Dus toch nog samen koffiedrinken. Want eigenlijk hadden we er op gerekend elkaar in het kanaal tegen te komen, maar de buren hebben ruim vier dagen verwaterd gelegen op de Rhône. De Saône is inmiddels ook weer aan het zakken: 's middags krijgen we een scheepvaartbericht waaruit blijkt dat het alternat nèt afgeschaft is toen wij aan de koffie zaten. Maar in deze tijd van het jaar is het water zo weer terug, dus gaan we 's middags onze drinkwater- en gasolievoorraad toch maar vast wat bijvullen. Om de broodvoorraad aan te vullen varen we 's avonds nog door naar Saint-Vallier - en lopen zo en passant voorbuurman nummer drie in.

Maandag 22Normaal gesproken is de eerste Saônedag poetsdag, maar deze ronde was de rivier nog modderiger dan het schip. De Rhône vind ik niet zo geslaagd om te boenen ('s zomers vanwege de kalk, 's winters vanwege de stroming) maar deze keer maak ik toch maar een uitzondering, want als we leeg zijn komt er ook niets van: dan liggen we weer op zóut water.

Dinsdag 23Vandaag eindigen we op brak water: bij Aigues Mortes. Oftewel, maar goed twee dagen over de hele Rhône gedaan. En dan liggen we nog vroeg genoeg vast om een stuk te gaan lopen voor het donker wordt. In doorvaren hebben we weinig zin - en het heeft ook weinig zin: omdat er verderop de eerste vier uur niets meer is om fatsoenlijk vast te maken en omdat we toch pas morgenmiddag om vier uur door de brug van Frontignan kunnen. Maar dat doorzetten op de Rhône had achteraf bezien wel zin: vanmiddag belde de ontvanger dat we donderdag al kunnen lossen, in plaats van vrijdag.

Woensdag 24Uitslapen lukt niet meer, nadat de wekker drie weken lang om half zeven afgelopen is, dus zijn we ook weer bijtijds in Frontignan. Zodat Kia en ik nog een lange wandeling langs 'ons' étang kunnen maken voor we verder varen naar het industrieterrein waar we moeten lossen.

Donderdag 25Als we leeg zijn kunnen we aan het vegen: de luiken, het gangboord en natuurlijk het ruim. Dat valt tegen: op de grens van lucht en lading zitten de kunstmestkorreltjes na drie weken zo vast aan de huid, dat ik ze er alleen maar met de harde bezem of zelfs de zijkant daarvan vanaf geborsteld dan wel geschraapt krijg. In Caramus, een paar kilometer richting zeehaven, moet spoelwater beschikbaar zijn, maar om daar nou als wrijfhoutje voor de grote schepen te gaan liggen…

Vrijdag 26Na een paar uur geduld oefenen zijn we officieel aan de reis: woensdag in Sète bauxiet laden voor Chercq (Doornik). Vervelende laadplek en vervelende lading, maar 'privé' komt het ons wel goed uit: zo kunnen we (als we tenminste geen hoogwater op de rivieren krijgen en geen ijs in de kanalen…) nog net met Kerstmis terug in Nederland zijn. Voor de zekerheid hadden we liever wat sneller geladen, maar de laadsteiger is niet eerder vrij. Dus besluiten we van de nood maar een deugd te maken, en een auto te huren om het Canal du Midi eens te gaan bekijken. Waar Sète trouwens zijn ontstaan aan te danken heeft. Want wij zien deze haven wel als eindpunt van onze noord-zuidroute, maar hij is in de 17e eeuw aangelegd als begin/eindpunt van een oost-westverbinding. Als we goed en wel onderweg zijn gaat de telefoon. Opnemen gaat niet, want hij zit in Thijs z'n jas en die ligt in de kofferbak (het is hier namelijk zalig weer ;-) Als het ding maar blíjft rinkelen concluderen we dat het de bevrachtster moet zijn. En dat betekent hier meestal niet veel goeds… Inderdaad: 'De fabriek gaat van 24 december tot 5 januari dicht. Haalt u dat of wilt u uw reis nu liever teruggeven?' We besluiten de gok maar te nemen, in die tijd ligt toch alles stil, maar er zijn natuurlijk leukere plekken om te liggen. Onze tocht langs het Canal du Midi begint bij de 'ouvrages du Libron', een uniek kunstwerk, eigenlijk een mobiel aquaduct annex sluis. Bij Vias, tussen Agde en Béziers, kruist het kanaal het riviertje de Libron. Vanwege het geringe hoogteverschil, het kanaal ligt hier al op zeeniveau, kon dat niet via een 'standaard' aquaduct. Bij gebrek aan beter werd bij de aanleg van het kanaal maar een 'gelijkvloerse kruising' gemaakt. Dat bleek echter al gauw tot problemen te leiden. Het grootste deel van het jaar is de Libron namelijk een rustig beekje, maar af en toe verandert hij in een woeste modderstroom. Met als gevolg schade aan, en verondieping van, het kanaal. In de achttiende eeuw werd hiervoor de volgende oplossing bedacht: met hoog water werd een (afzinkbaar?) ponton dwars voor de Libron gelegd, met aan de voor en achterzijde (waar het ponton klem tussen muurtjes lag) een hoog schot, zodat het rivierwater rechtdoor, over het ponton stroomde, en er geen slib in het kanaal terecht kwam. Naast het zware werk dat het verplaatsen van dit ponton met zich meebracht, betekende het ook dat de doorvaart van het kanaal regelmatig gestremd was. Het huidige, systeem dateert uit 1855 - en is tamelijk ingewikkeld. Haaks over het kanaal is een rij bogen gemetseld, met daartussen, op beide oevers, 'gewelven'. Daarin bevinden zich, aan iedere kant, vier metalen 'bakken'. Die hangen aan wagens, die op rails over de bogen kunnen lopen. Met hoog water worden de bakken hiermee naar elkaar toe 'gereden', waardoor ze vier goten over het kanaal vormen. Door aan de rivierzijden van de gewelven verlaten te openen kan het rivierwater vervolgens door deze goten het kanaal passeren. Om ook bij hoog water schepen door te kunnen laten zijn er twee van deze constructies achter elkaar gebouwd, met daartussen ruimte voor een schip. Doordat de Libron bovenstrooms van het kanaal in twee takken gesplitst is, kan het rivierwater, met behulp van de verlaten, eerst voor, en dan achter het schip langs geleid worden. Onder normale omstandigheden wordt het water van de Libron via een duiker onder het kanaal door gevoerd. Vervolgens rijden we naar Agde, waar we vanuit het centrum over een mooi pad stroomopwaarts langs de Hérault lopen, richting kanaal, dat hier de rivier kruist. Even voorbij de (openstaande) sluis van Prades treffen we een hele rij zieke platanen, gemarkeerd met een of twee groene banden. Nou-nou, dat wordt toch wel een zware klap voor het Canal du Midi, als die mooie oude bomen komende decennia allemaal gaan verdwijnen… Steeds meer, soms wel 200 jaar oude bomen, worden aangetast door een agressieve schimmel (ceratocystis platani). Die is vermoedelijk in de Tweede Wereldoorlog via wapenkisten uit de VS in Europa terecht gekomen. De platanensterfte verspreidt zich niet alleen via (snoei)werkzaamheden en andere 'wonden', maar ook via de wortels en via het water (en via jachten die aan de bomen vastmaken…). Bijkomend probleem is dat de zieke zich pas manifesteert al het al te laat is, dat wil zeggen als de zieke boom zijn buren al besmet heeft. Sinds 2006, toen het eerste geval langs het kanaal ontdekt werden, zijn er nu al op 128 plekken besmettingshaarden geconstateerd - ook langs het Canal latéral à la Garonne. Er bestaat geen remedie tegen, de enige oplossing is rooien. Iedere winter worden nu honderden platanen geveld en met wortel en al ter plekke verbrand. Dat gebeurt tijdens de chômage, als het waterpeil verlaagd is, omdat nadien ook de oevers behandeld en gerestaureerd moeten worden. Langs het Canal du Midi staan in totaal zo'n 62.000 platanen. Voor we weer terug zijn in het centrum is het te donker (voor foto's) om nog naar de ronde sluis (waarmee je vanuit het Canal du Midi beneden de stuw in de Hérault kunt komen) te lopen, dus die bewaren we maar voor een volgende keer. In plaats daarvan lopen we nog een stukje stroomafwaarts. Op zomerdag is het hier zo te zien één toeristische kermis, maar in de winterschemering hangt op de verlaten lavastenen kades een bijna mysterieuze sfeer. Hetzelfde geldt voor de duistere steegjes in de binnenstad, die ooit door de Grieken gesticht is. Wat je 's zomers ook niet vaak mee zult maken is dat een van die straatjes geblokkeerd wordt door een enorme berg kachelhout…

Zaterdag 27Onze eerste stop is Malpas, de eerste scheepvaarttunnel ter wereld. Afhankelijk van welke vaargids je raadpleegt ongeveer 165 meter lang, 6 meter breed en 8 meter hoog. Stiekem aangelegd door Pierre-Paul Riquet, in een week tijd gegraven. Ondanks en dankzij de zachte zandsteen, die ook dat opvallend 'poreuze' gewelf heeft veroorzaakt. Helaas staan de tunnel en het kanaal momenteel bijna droog, vanwege werkzaamheden. Ook aan de ouvrages du Libron werd gisteren trouwens onderhoud gepleegd. Aansluitend rijden we de heuvel van Ensérune op, waarvandaan we een prachtig uitzicht hebben over het voormalige Etang de Montady. Dat meer is in de 13e eeuw drooggelegd met behulp van een tunnel die midden in het meer begint en nog onder die van Malpas door loopt. Doordat alle afwateringssloten naar dit middelpunt lopen heeft het geheel de vorm van een karrewiel, wat van bovenaf een duizelingwekkend perspectief veroorzaakt. Via binnenweggetjes rijden we dan richting Capestang, met een tussenstop aan Régimont le Haut. Daar blijkt VNF gewoon een dam in het kanaal gestort te hebben (in plaats van een batardeau in de brug te plaatsen), erboven staat weer water in het pand en liggen ook wat scheepjes. In Capestang lopen we naar het 'beruchte' lage bruggetje. Deze ronde 'ponts au dos d'âne' (ezelsbruggetjes dus eigenlijk ;-) zijn even kenmerkend voor het Canal du Midi als platanen en ovale sluizen. Sluizen treffen we hier voorlopig echter nog niet, want dit pand is maar liefst 54 kilometer lang - en doordat het langs de flank van de heuvels aangelegd is hier en daar zo kronkelig als een uitgeknepen tube tandpasta. Hoewel het op het dorpsplein naar ons idee zalig zitten is in het ochtendzonnetje, zijn we de enigen die buiten koffie drinken. 'Vous avez du courage!' lacht een stevig ingepakte voorbijganger. Vervolgens gaan we naar Moussoulens, de eerste sluis van het Canal de la Robine. Dit 32 kilometer lange zijkanaal naar Port la Nouvelle is vanuit het Canal du Midi bereikbaar via het vijf kilometer lange Canal de Jonction en via 650 meter Aude. Om de Aude over te steken kon de scheepvaart gebruik maken van een 'traille', een soort kabelbaan over de rivier, die er nog steeds staat. Er was ook een pontje, om de jaagpaarden over te zetten, maar dat is er niet meer. Om de eerste sluis van het Canal de Jonction te kunnen bekijken moeten wij ook de rivier over. We kunnen natuurlijk rondrijden, maar het is prachtig wandelweer. Dan maar via de spoorbrug (don't try this at home ;-) waar we nog geen trein op gezien hebben. De dubbelsluis, met dok en overloop ('épanchoir' heet dat hier) in de benedenkolk, van Gailhousty met z'n statige stenen dienstgebouw is werkelijk schitterend. En in geen velden of wegen 'n mens te bekennen… kortom, een paradijselijk plekje. Nu we hier toch zijn rijden we maar even door naar Narbonne. De 'robine' was een voormalige, kunstmatig bevaarbaar gemaakte rivierbedding van de Aude. Het huidige Canal de la Robine en het Canal de Jonction zijn (pas) eind 18e eeuw aangelegd om Narbonne, ooit een belangrijke (zee)havenstad, te verbinden met het Canal du Midi, ondermeer voor het transport van wijn. Beide kanalen zijn, net als het Canal du Midi tot Argens, nadien vergroot tot spitsenmaat. Qua lengte en breedte dan, over de diepgang en doorvaarthoogte hebben we zo onze twijfels. Zeker als we onder de 'Pont des Marchands' doorlopen, een van de weinige 'bebouwde' bruggen van Frankrijk, met een doorvaarthoogte van 3,30 meter in het midden en 2,80 meter aan de zijkanten… Na een broodje in het gezellige centrum rijden we toch maar verder, richting Carcassonne, ons eigenlijke doel. Onderweg maken we echter nog de nodige stops. Ondermeer bij het Pont-Canal de la Répudre, wat het eerste bevaarbare aquaduct ter wereld zou zijn, maar dat is een beetje omstreden. Het is wel het enige aquaduct in het Canal du Midi dat door Riquet zelf gebouwd is (de overige zijn later, van Vauban), in een enorme haarspeldbocht. Aan het hoogwaterpaaltje op het jaagpad te zien kan de Répudre ook behoorlijk tekeer gaan. Wat verderop, in het dorpje Roubia, zien we nog een 'echt' vrachtschip liggen, de Tourmente (www.fretsud.com). In het avondzonlicht rijden we dwars door de wijngaarden ('Staat de navigatie soms ingesteld op asfalt vermijden?') naar Homps. Ik vind het landschap hier eigenlijk mooier dan in de Provence, minder nieuwe huizen, minder 'rommelig'. Beneden sluis Homps staat het kanaal zo goed als droog, dus heeft het ook niet veel zin om terug naar de drietrapssluis van Ognon te lopen. Ook bij de drietrapssluis van Fonfile staat het kanaal onder peil. Dat geldt ook voor de haven van Trèbes, waar we toevallig langs rijden. Wauw, alle huurjachten in de blubber! Voor we Carcassonne bereiken is het al bijna donker. De Cité, de oude vesting, ziet er zo prachtig uit, maar ik had hem ook graag eens bij daglicht bekeken. Bovendien willen we nu we hier zijn wel eens echte cassoulet eten. Maar om nou eerst anderhalf uur door de stad te zwerven tot etenstijd en daarna nog anderhalf uur terug te rijden, en dan morgen weer deze kant op te komen… Dus besluiten we eens bij zo'n F1-hotel dat we aan de rand van de stad zagen te gaan vragen of ze ook honden toelaten. Jawel! Als dat geregeld is gaan we eerst nog even naar de nabijgelegen supermarkt voor hondenvoer en wat toiletartikelen en dan weer richting Cité. Ik geloof dat het de eerste keer is dat we Kia mee naar binnen nemen in een restaurant, maar ze gedraagt zich keurig. In het hotel trouwens ook, al haalt ze demonstratief haar neus op voor het kraanwater. Tja, als ze je dat chloorwater nou ook nog in een vuilnisbakje presenteren…

Reactie van
Luc
Zo, dat is heel wat leesvoer. Leuk om ook wat over de streek te lezen. Mooi dat jullie hier van genoten hebben want het weer is hier is waardeloos. Heel Nederland staat vast door een paar sneeuwvlokjes, ijzel en bevroren wissels.

Zondag 28We ontbijten in een brasserie in de benedenstad en lopen dan via de oude Audebrug naar de Cité. Het grootste fort van Europa lijkt, mede door de besneeuwde bergtoppen in de verte, inderdaad wel een sprookjeskasteel. En zo laat in het jaar - en vroeg in de ochtend - hebben we het bijna voor onszelf. Het nadeel van het naseizoen is echter dat het Canal du Midi ook hier weer droog staat, de haven is één modderbak. Maar het 'grand bassin' in Castelnaudary is gelukkig vol, zodat de huizen langs de rand, de oude molen en het ronde bruggetje er mooi in weerspiegeld worden. Dit bassin is aangelegd om de viertrapssluis van Saint-Roch van voldoende water te voorzien. Nu we zo ver gekomen zijn wil ik ook nog wel even naar de 'Seuil de Naurouze', het hoogste punt van het kanaal. Hier, op de waterscheiding, hebben de nazaten van Riquet als eerbetoon aan de 'Mozes van de Languedoc' een obelisk geplaatst. Hier komt ook het befaamde voedingskanaal ('la rigole') bij het kanaal. Maar ook dat staat droog. Evenals het achthoekige spaarbekken wat Riquet hier aangelegd had, en waar hij een hele stad omheen had willen bouwen, maar wat na enkele decennia dichtgeslibd raakte. Nu loopt er een mooie platanenallee door, waarlangs we bij sluis 1 'Océan' uitkomen. Nu we zo ver gekomen zijn wil ik ook nog wel even naar het 'Reservoir de Saint-Ferréol', het eerste stuwmeer ter wereld. Daar bevindt zich sinds een paar jaar ook het Canal du Midimuseum. Grrr, blijkt dat net dit weekend gesloten omdat de verwarming is uitgevallen. De site is blijkbaar ook uitgevallen, maar ik vermeld hem toch maar: www.museecanaldumidi.fr Over het stuwmeer citeer ik mezelf maar even: Een van de grootste hindernissen voor de aanleg van een verbindingskanaal tussen de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan was de watervoorziening van het hoogste punt,190 meter boven zee gelegen, de zogeheten Seuil de Naurouze. Omdat de riviertjes hier op de waterscheiding niet voldoende water leveren om het kanaal het hele jaar van water te voorzien, bedachten Riquet en zijn assistent een systeem van voedingskanalen ('rigoles') van en naar een reusachtig verzamelbekken aan de voet van de heuvels van 'la Montagne Noire'. Dit 'magasin d'eau', zoals het toen genoemd werd, was met zijn oppervlakte van 67 hectare destijds het grootst bekende waterbouwkundige kunstwerk. Er kan zes miljoen kuub water in. Op 15 april 1667 werd de eerste steen van de stuwdam gelegd. Daarna werkten duizend arbeiders zes jaar lang aan de voltooiing. De 786 meter lange en 149 meter brede dijk bestaat uit drie parallelle muren, waarvan de eerste 35 meter hoog is. De tussenruimtes zijn met puin gevuld. In de dam is een gangenstelsel aangebracht waardoor het meer leeg kan lopen. Sinds 1996 staat het Lac de Saint-Ferréol, net als het Canal du Midi, op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.

Maandag 29Omdat we niet zoveel kilometers meer 'over' hebben met onze huurauto, hebben we vandaag maar een uitstapje dichter bij huis gepland: het Cirque de Mourèze. Als we net in de bergen zitten begint de telefoon weer te rinkelen. Weer de bevrachter, maar nu kunnen we haar niet meteen terugbellen bij gebrek aan netwerk. Voor de verandering eens goed nieuws: de fabriek in Chercq blijft toch open tussen Kerst en Oud en Nieuw, maar dan alleen 's morgens. Daar kunnen we wel mee leven. Anders dan het Cirque de Navacelles of het Cirque des Baumes is dit geen 'leeg' dal waar je van bovenaf een spectaculair uitzicht over hebt, maar staat het vol grillige rotsformaties, die het meest tot hun recht komen tijdens een wandeling. Bij gebrek aan wandelgids lopen we in de voetsporen van iemand anders: een 'kant en klaar' GPS-track, dat Thijs op internet heeft gevonden. Op de radio hoorden we vanmorgen alleen maar 'froid, froid, froid' maar als we een kwartiertje aan het lopen zijn ga ik mijn fleecevestje toch maar eens uittrekken. Even later volgt mijn jas en nog even later gaan de mouwen van mijn T-shirt ook nog omhoog. Dat ligt overigens niet alleen aan het zonnetje, maar ook aan het reliëf… En het venijn zit pas in de tweede helft: net als je denkt dat het pad vlak blijft moet je een paar honderd meter steil omhoog. Gelukkig met uitzicht op het prachtige Lac du Salagou, waar we dan ook regelmatig even van genieten ;-) 's Avonds genieten we van mosselen uit het Etang de Thau.

Reactie van
CeesV
Wat een gaaf vehaal over het Canal di Midi.Ik moet heel erg denken aan die engelse chefkok Rick Stein met zijn French Odyssee waar hij met een luxe motor vanaf le Garonne naar de middellandse zee vaart en onderweg alle streekproducten uitprobeert.
Alleen geeft jouw verhaal veel meer achtergrondinformatie. Bedankt voor het mooie verslag.

Dinsdag 30'Vanmorgen was ik er weer helemaal klaar voor: wat zullen we vandaag eens gaan doen? Weer zo'n leuke wandeling als gisteren, of steeds een (s)tukje in de auto en dan weer een stukje lopen… nee! Gaan de baasjes met z'n tweetjes boodschappen doen ! En als ze dan eindelijk terug zijn gaan ze weer varen. En hoe… Nog in het kanaal horen we een zeeboot aan de havendienst vragen of hij naar binnen mag omdat het op zee zo tekeer gaat. Even later zien we dat de kapitein inderdaad niet overdrijft: het hele strand is verdwenen en de golven rollen over de zeedijk alsof het niets is, het lijkt wel een waterval! Met als gevolg dat er in de haven ook een flinke deining staat. Het baasje is wel een uur bezig om de touwen zo strak als mogelijk te krijgen, en ondertussen is het vrouwtje binnen alles wat zijdelings kan bewegen aan het vastzetten of platleggen. Maar ondanks alle houtjes, touwtjes en andere maatregelen kwakken we om de zoveel tijd een keer tegen de palen. De beruchte zevende golf zeker… Ik kan er niet om lachen. Ik kan zelfs niet eten of slapen, alleen maar bibberen…'

Reactie van
Luc
Arme Kia. Gauw dan maar weer vertrekken…

 Oktober
2010
  
 December
2010
print-versie