LOGBOEK JANUARI 2010

 December
2009
 
Februari
2010
Vrijdag 1Leve het nieuwe rampjaar :-) Want zoals het weerbeeld voor komende tijd eruit ziet kan het nog wel eens even gaan duren voor we in Arles zijn. Maar goed, dat is van latere zorg. 's Middags, inclusief honden, bij de moeder van de buurvrouw koffie drinken en vervolgens via de oude vestingwerken terug, 's avonds met z'n viertjes naar de bioscoop.

Zaterdag 2Druk programma: eerst naar Maasbracht, dan naar Eindhoven, dan naar twee adressen in Kerkdriel en tenslotte naar twee adressen in Oss. 'Gelukkig nieuwjaar… tot in het voorjaar!'

Zondag 3Terwijl de mannen buiten sneeuwruimen ruim ik binnen kasten. 's Middags nog even naar de bibliotheek, nog een sitebezoeker op bezoek en dan gaan we er echt aan beginnen: op naar Stein.

Maandag 4's Morgens om half zeven worden we wakker doordat de buurman de motor start, 's avonds om half zeven zijn we eindelijk geladen: de laadinstallatie had wat aanloopprobleempjes…

Dinsdag 5Gladde gangboorden, witte luiken, bevroren touwen… waar zijn we aan begonnen :-) Om het ijs, waar het schip natuurlijk niet mooier van wordt, zo lang mogelijk uit te stellen gaan we niet via de Maas en het Centrumkanaal, maar via het Albertkanaal en de Neerschelde.

Woensdag 6De statistieken van 2009: in totaal maar 16 reizen gedaan, slechts 4227 ton vervoerd, 14.653 kilometer gevaren en 1674 sluizen gepasseerd. Al met al vergelijkbaar met 2006, ook qua opbrengst.

Reactie van
Jack & Joke
Een beter jaar in alle opzichten voor jullie !

Donderdag 7Gisteravond samengevallen met een andere buurman, die ook naar het zuiden moet, zodat we vandaag gezellig met z'n drietjes de Boven-Schelde op gaan. Gelukkig staat de Belgische waterpolitie ook met drie man sterk op de sluis, zodat we allemaal een touwtjesaannemer hebben ;-) Boven Kerkhove varen we door een wit berijpt wonderland. Maar dat er 's avonds zelfs op de stromende Schelde al een vliesje verschijnt is niet zo mooi…

Vrijdag 8Op het canal de la Sensée komen we het eerste echte ijs tegen. Verderop zijn de meeste kanalen al gestremd: Saint-Quentin, Oise à l'Aisne, latéral à l'Aisne, Aisne à la Marne, latéral à la Marne, Marne à la Saône… We kunnen, via de rivier de Aisne, nog doorvaren tot Celles, waar het canal latéral à l'Aisne begint. (Al zal het, met het oog op voedsel en andere voorzieningen, waarschijnlijk maar tot Soissons worden.) Maar dan moeten we eerst nog door het Canal du Nord zien te komen. De Service de la Navigation du Nord heeft hier sinds gisteren een ijsbreker ingezet. En extra personeel, om ijsschotsen weg te duwen uit de hoeken boven de bovendeuren en van de randen van de hefdeuren. Tenminste, van 8 tot 18 uur. Voor en na die tijd worden de sluizen wel bediend, maar moeten de schippers zelf de deuren maar ijsvrij maken… Maar goed, om 18 uur liggen wij net vast in Marquion, met nog drie andere schepen van ons samenwerkingsverband: als we verderop toch stil komen te liggen, kunnen de heren morgen net zo goed in Nederland gaan vergaderen.

Reactie van
dick
Picarobemanning:gelukkig is de vorstperiode voor jullie niet van lange duur geweest en de vooruitzichten zijn ook niet ongunstig, dus jullie verder succes gewenst,ook grtjs aan Frans en Liane

Zaterdag 9Een Franse collega, die onze slang komt lenen omdat de zijne bevroren is, vult onze watertank ook meteen even bij. Zelf vul ik de voorraden nog wat aan, voor het geval we toch ergens in the middle of nowhere mochten gaan stranden. Alleen de accu's willen maar niet vol raken vandaag. Rond de vergaderingspauze neem ik toch maar eens contact op met Thijs. Wat tot de conclusie leidt dat de acculader waarschijnlijk kapot is. 'O ja, en als de accuspanning te laag wordt doet de kachel het ook niet meer…' Oeps! Meteen de PC, marifoons, ankerlichtjes uit, een uurtje stroomdraaien met de Doosan en, als het donker wordt, bij een spaarlampje lezen… tot de buurvrouw zwaait dat het eten klaar is.

Zondag 10Als we gisterochtend uit Marquion vertrokken waren, waren we waarschijnlijk ook niet ver gekomen, want sluis 4, 6 en 7 bleven tot drie uur gestremd vanwege ijsproblemen. Vandaag is sluis 5 aan de beurt, waardoor we al onze canal du Nordrecords breken: maar één sluis gedaan.

Maandag 11Om half zeven varen we (met enige moeite, omdat het schip door die aan elkaar gevroren ijsschotsen niet meer af wil draaien) sluis 3 in, om zeven uur liggen we weer boven de sluis vast, doordat sluis 4 wederom een technische storing heeft. Een paar uur later mogen we weer verder. In het ene pand ligt wat meer ijs dan in het andere, maar de sluizen lijken wel ijsgrotten: ijspegels en ijsranden rond de deuren, muren die met een paar centimeter ijs bedekt zijn, trappen vol wiebelende ijsschotsen en muurbolders die massief dichtgevroren zitten. Al met al komen we nog tot sluis 8. Verschillende collega's melden dat ze ons vanmiddag op tv gezien hebben. We hadden vanmorgen inderdaad een camerateam langs het kanaal zien staan. Maar op internet krijgen we de reportage niet gevonden.

Dinsdag 12Aan de zuidzijde zit er weer meer gang in. Doordat er wat minder ijs is, maar vooral door meer personeel. Terwijl de Service de la Navigation du Nord een paar teams van sluis naar sluis liet rijden heeft de Service de la Navigation de la Seine (net als vorig jaar januari in het Canal de St-Quentin…) gewoon op iedere sluis een extra mannetje neergezet. Met ijsbalk aan de bovenkant, waardoor er veel minder schotsen in de hoeken voor de deuren en in de sluis zelf terecht komen. Al ligt er in één sluis nog zoveel ijs dat we maar net ver genoeg voorin komen. Voor we aan de benedenkant uit kunnen varen moet de hefdeur steeds eerst ijsvrij gemaakt worden, om te voorkomen dat die brokken van een paar meter hoogte op het schip donderen.

Woensdag 13Hehe, het kanaal der zuchten uit. En dan… blijken we morgenvroeg aan Celles gewoon verder te kunnen. Sinds gisteren is VNF vanwege de aangekondigde dooi ook op de meeste kleine kanalen aan het ijsbreken geslagen. Zij het wel met de Franse slag, als we de verhalen mogen geloven: in de Ardennes een ijsbreker zonder gasolie, aan de Marne een met defecte accu's, die in het Canal d'Heuilley zou zo vaak uit z'n roer zijn gelopen dat hij meer oevers dan ijs kapot maakte…

Donderdag 14Als we 's morgens wakker worden is het schip weer helemaal wit. Maar in de loop van de dag begint het lekker te dooien. Maar goed ook, want door gebroken ijs varen valt ook nog niet mee. Door de lage watertemperatuur vriezen de schotsen snel weer aan elkaar. En in verbredingen drijven nog enorme plakkaten, die lelijke deukjes kunnen veroorzaken. Kia vindt het ook maar niets, al dat gebonk tegen de huid en gerommel in de schroef. In Berry au Bac komen we voor het eerst door de nieuwe sluis. Dat wil zeggen, na een stremming van vijf weken, waarvoor tig schepen honderden kilometers omgevaren hebben, verwacht je toch een zo goed als nieuwe sluis. Maar alleen de bovendeuren en het bovenhoofd zijn vernieuwd. En vernieuwing betekent in Frankrijk meestal geen vooruitgang: doordat het bovenhoofd verhoogd is heb je nog maar tien centimeter ruimte naast het boldertje, met als gevolg dat er bijna geen touw meer om te gooien is. Aan de slechte sluismuren is helemaal niets gedaan. Dat gebeurt dit jaar, vertellen de ijsprikkers: dan gaat de sluis weer vijf weken dicht om de benedendeuren te vervangen…

Vrijdag 15Over die drie sluisjes boven Reims doen we ongeveer drie uur: net een plukje tegenvaart en geen ijsbalkjes voor de bovendeuren. 'Dat komt doordat er tegenwoordig geen houten telefoonpalen meer zijn.' O…

Vrijdag 15Vandaag tellen we de sluisjes echt af, vooral dat gebeuk beginnen we goed beu te raken. En als je dan weet dat de ijsbreker in Chaumont tegen de kant ligt en dat een geladen collega aan Joinville nog maar nauwelijks vooruit komt… wordt het weer het hoog tijd voor een gecoördineerde telefoonactie! Onze sluismeesters geven ons weinig hoop dat er gebroken gaat worden: 'De chef moet het eerst aan zijn chef vragen, en die moet het weer aan zijn chef vragen… tot ze bij Sarkozy zelf zijn'. Maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit: even later krijgen we te horen dat we in Chaumont achter de ijsbreker moeten gaan liggen, want na de middag komt hij in beweging! (Waarschijnlijk werkt een van de chefs hier al wat langer dan vandaag en is er bij de combinatie Mazzel-Picaro-ijs een alarmbelletje gaan rinkelen ;-) Zekerheidshalve breken we zelf de ijsbreker nog even los… En dan arriveert de bemanning al, notabene anderhalf uur vroeger dan aangekondigd! Alleen… blijkt er dan verderop nauwelijks nog ijs te zitten ;-) Onze tegenliggers hebben dezelfde ervaring: blijkbaar loopt er tussen Joinville en Chaumont net wat meer stroming door het kanaal. Op de brandstofverbruiksmeter is het verschil tussen ijs en open water in ieder geval goed te zien: we verbruiken nu per mijl nog maar een tiende van vanmorgen en lopen daarbij nog harder ook. Om drie uur zijn we eindelijk in Bologne, zodat de hut er weer op kan en de (gelukkig niet bevroren…) ballast eruit.

Zaterdag 16Koud, nat… echt snertweer, hadden buurvrouw en ik allebei, onafhankelijk van elkaar bedacht.

Zondag 17Boven sluis Ecriennes kunnen we weer een paar nieuwe palen op de kaart tekenen. Maar pas als we daar al lang en breed voorbij zijn krijgen we, via de voorbuurman, te horen dat de sluiswachter ons aan de volgende sluis niet meer op wil schutten. En daar is natuurlijk niets om aan vast te maken, behalve de sluis zelf. Maar omdat die flink staat te spuien valt dat ook niet mee: je zou verwachten dat dat water het schip achteruit duwt, maar het trekt je juist met een 'noodgang' naar de sluis toe. Dus als we, al achteruitdraaiend, een paar meter voor de sluis omhoog lopen besluiten we daar dan maar te blijven liggen. Een half uur later is het echter opeens 'boink!' #$% tegen de sluis! Volaan achteruit houden we de ankers nog net uit de deur. Dan toch maar met de kop in de sluis overnachten. Gelukkig steekt er stukje pijp uit de massa, waar Thijs een touwtje omheen kan gooien (want of de lichtcel het een nacht uitgehouden had met dat woelige water…) Voor zover we kunnen zien alleen wat lakschade.

Maandag 18Met z'n drietjes 'à la bassinée' schutten heeft z'n na- en z'n voordelen. Als je niet 'samen' vaart kan het ergerlijk zijn dat de een steeds een schutting water onder de ander uit trekt. En dat de een z'n panne ook de ander z'n pech is. Als je met bekenden bent kunnen de voorburen hier mooi de sluis weer omschutten voor hun achterburen. En blijf je alledrie binnen marifoonbereik, wat handig is om de 'itinérant' snel door te kunnen sturen. En gezellig natuurlijk. Het nadeel daarvan is wel, dat ik niet erg opschiet met het logboek, laat staan met de rest van de site.

Dinsdag 19Zonder één woord Frans te spreken weet Kia alle sluismeesters duidelijk te maken wat ze wil: stok weg gooien! Bij de meeste Franse collega's is taal momenteel nogal een gevoelig onderwerp, nu Rijkswaterstaat twee Franse schippers stil gelegd heeft omdat ze 'onvoldoende' Nederlands of Duits zouden spreken. Niet zo handig, om dat nou net bij Fransen te doen. Want dat je je in Frankrijk in het Frans meldt vinden alle Fransen vanzelfsprekend, maar als ze in Nederland opeens Nederlands moeten spreken zijn ze zwaar verontwaardigd. Voor de vrachten is het in ieder geval niet verkeerd, horen we al. Als Frankrijk op haar beurt nu 'voldoende' Frans gaat eisen kan dit wel eens de beste anti-crisis maatregel tot nog toe blijken ;-)

Woensdag 20Van de buurman mogen we een oude kaart en routebeschrijving van de Doubs kopiëren, die de vorige eigenaar van zijn vorige schip zelf gemaakt heeft. 'Voorzichtigheid is de moeder van de porceleinkast. Dat is de hele Doubs.' De beschrijving lijkt veel op de getypte tekst die we ooit van een andere collega gekregen hebben: 'Van de sluis van Rochefort, tot sluis 64 Audelange - port degard hoopen, water stand 2.48 bei uit vaaren 1O meeter van BB. Wal - nadien 15 meeter aan de 2 carrières, goed de hammen in houden, 8 meeter van de wal bleiven, niet bang van de punt voor men binnen loopt verders, 2O meeter af tot aan sluis 64. Van sluis 64 tot sluis 63. Stuk vaart tot port de garde rivier van, 15 tot 2O meeter van trek wal houden, opasen voor kleine brug tot dat gei in de stroom komt, de stroom drukt naar de miden tot aan de sluis, no 63 Orchamps.' Als ik meer tijd heb, zal ik de hele tekst wel eens op de site zetten.

Reactie van
dick
hallo bemanning picaro
Ja dat geschreven kaartje ken ik ,hebben wij ook nog mee op de doubs gevaren in 1965/ 66 . nu heb je hele mooie kaart er van ,onze schoonzoon is er vorig jaar in de vacantie de doubs mee op en af gevaren.

Reactie van
Picaro
Hoewel het soms meer een speurtocht dan een beschrijving lijkt, en niet alle kersenboomen er meer staan, hebben wij er op onze eerste en enige Doubsreis ook op gevaren!

Donderdag 21In theorie kunnen we vanavond de tunnel nog halen. Maar dan moet je in de praktijk geen geladen tegenligger in het verkeerde pand treffen. Eerst liggen we drie kwartier te wachten tot hij afgeschut en bij ons is, en dan komen we, hoewel de oevers er aan beide zijden goed uit zagen, met geen mogelijkheid langs elkaar heen. Dus mag achterbuurman hem langs ons heen trekken, en trekken wij buurman vervolgens weer langs die tegenligger. Heeft de buurman dat ook weer eens mee gemaakt…

Vrijdag 22Aan de zuidzijde van de tunnel zien we eindelijk de zon weer eens. Maar ook ijs… Het eerste schip treft grote schotsen, waardoor de kop net voor de sluis zomaar de andere kant op kan schieten. De tweede en de derde hebben gebroken ijs, wat de deuren weer blokkeert. We hebben twee sluiswachters mee gekregen, om met pikhaken schotsen weg te duwen en kapot te hakken en om balkjes voor de bovendeuren te leggen - én weer weg te trekken. Maar aangezien twee sluiswachters niet op drie automatische sluizen tegelijk kunnen zijn, er niet voor alle sluizen balkjes liggen, en je zo'n balkje tussen het ijs ook makkelijk over het hoofd kunt zien… 'krak!', horen de buren opeens.

Reactie van
Carel-Jan
Hoi Annemarie en Thijs,
Zo lezend in de luie stoel lijkt het allemaal heel romantisch, dat varen door het ijs, maar ik denk dat dat in de praktijk nog best een hoop gedoe extra geeft, waar je niet direct op zit te wachten. Goeie vaart en veel succes, Carel-Jan

Reactie van
Luc
Wederom mooie foto's. Dat ijs houdt je wel lekker bezig…

Reactie van
Picaro
Met een hapje en een drankje bij de buren op de luiken zittend naar de ondergaande zon boven Arles kijken vinden wij eerlijk gezegd wel wat romantischer dan op ijsschotsen beuken…

Zaterdag 23Vandaag krijgen we alledrie eigen personeel. 'Ik ben barragiste en ik weet van niks!' stelt onze begeleider zich voor. Maar dat compenseert hij volledig met ijver. Om negen uur krijgen we er ook nog een madame bij, maar die is meer van 'Ik ben bazig en ik doe niks!' Voor we weer helemaal uit het ijs zijn neem ik nog vlug een paar foto's, wat er tot nu toe steeds bij ingeschoten is. Of ik soms journalist ben, informeert madame voor de grap bij Thijs. Dat vinden wij inderdaad wel grappig… ze moest eens weten dat mijn 'carrière' in dit kanaal, in het ijs begonnen is ;-) Na even graven vind ik mijn verslag uit november '98 terug. Leest als de dag van gisteren… "Gisteren, zondag, stilgelegen aan Marnaval, een sluis voorbij St-Dizier. Het was wel gemeen koud, zoals de hele week al, maar omdat er daar wat stroming door de panden loopt was er nauwelijks ijs te bekennen vanochtend. Dat veranderde al snel: twee sluizen verder stond het deversoir dicht en daar was het ijs meteen vier tot vijf centimeter dik. Er was daar een vrij haakse bocht en we zijn een half uur bezig geweest om daar door te komen. Toen we eenmaal weer wat gang hadden kregen we het wel gebroken, maar leuk varen is dat niet. Af en toe schoven er een paar grote schotsen op elkaar en dan lagen we klapboem stil. Bij de sluis, een automaat, begonnen de problemen pas goed. Hij schutte netjes voor ons af, maar toen gingen de deuren niet helemaal open omdat er ijs achter zat dus: dubbel rood. Maar we hadden geluk, er kwam toevallig een VNF-er langs, die de deuren op handbediening een paar keer open en dicht deed zodat het ijs weg kon. Volgende probleem: er lag zoveel ijs in de sluis dat wij niet ver genoeg voorin konden komen en dus konden de deuren niet dicht achter ons. Dus een paar keer voor- en achteruit tot de grootste platen kapot waren. Ook aan de bovenkant zat weer ijs achter de deuren, wat eerst weggeduwd moest worden met een pikhaak, voordat ze volledig open gingen. Bij het uitvaren liepen we meteen klem in het ijs, dus achteruit, een aanloopje nemen en weer een klein stukje verder breken. Na een keer of zes konden we zoveel gang maken dat we de sluis helemaal uit kwamen en toen ging het breken verderop ook wel weer een stuk, tot we opnieuw vastliepen. Dus wederom achteruit, aanloopje etc. Alleen hadden we niet in de gaten dat we achteruit weer tussen de lichtcellen van een automatische klapbrug voeren, die we net gepasseerd waren, dus die ging vrolijk open voor een spookafvaart! Inmiddels waren wij niet meer zo vrolijk, want als je zo een tijd door het ijs worstelt, wordt de kop er niet mooier op, en dan hebben we het niet over verf. Een lichtpuntje: er bleek een leeg schip af te komen. Leeg breekt het veel gemakkelijker dan geladen, dus die hebben we maar mooi afgewacht. Inmiddels hadden we wel in de gaten dat we nog zouden kunnen varen tot waar die lege vanmorgen begonnen was, want het is de hele dag niet boven het vriespunt geweest. Rond een uur of drie hebben we dus maar eens naar Chaumont gebeld, om te vragen of ze van plan waren morgen een ijsbreker in te zetten. Want als we wachten tot we echt vastliggen is het vijf uur, en is iedereen naar huis. De dame die we aan de lijn kregen was niet zo gelukkig met ons verzoek om een ijsbreker, omdat die de oevers zou beschadigen. Alsof die niet beschadigen als de schepen zelf breken. Ze heeft niet meer terug gebeld, maar toen we in de volgende sluis zaten stopte er opeens een VNF-busje met piepende remmen en kwamen er vier oranje mannen uitgesprongen. Waarom wij gebeld hadden, terwijl we toch nog gewoon konden varen. Dus uitgelegd dat dat nou vooruitzien is. Daar namen ze genoegen mee, ze zouden het aan de chef rapporteren. Op de volgende sluis stond de chef zelf. Die zei ijskoud dat we maar vast moesten maken als we het verderop niet gebroken kregen, want tegen de tijd dat het zou gaan dooien zou de ijsbreker misschien wel eens gaan varen. Nu liggen we dus een kilometer of twaalf voor Joinville in een openstaande klapbrug. Inmiddels in contact gekomen met twee afvarende Nederlandse schepen die in Joinville liggen. Die hadden vanmorgen zes uur gewerkt op vier sluizen, mede doordat ze samen een sluismeester moesten delen, en dat terwijl ieder schip met ijs zelfs recht schijnt te hebben op twee sluismeesters. Zij waren ook al aan het bellen geweest en eveneens van het kastje naar de muur gestuurd. Morgen zal het wel helemaal gezellig worden want er zitten nog drie schepen achter ons die met een beetje geluk tot hier kunnen komen. (…) We durven het nog niet helemaal te geloven maar de ijsbreker schijnt onderweg te zijn. Heeft onze telefoonterreuractie toch succes gehad: we hebben met z'n allen iedere dag gebeld. Een van de schepen in Joinville heeft nog naar een Nederlandse vakkrant gebeld. Daar kregen ze een vriendelijke mevrouw aan de lijn die het hele verhaal genoteerd heeft en vervolgens opmerkte dat er dan niets anders op zat voor ons dan maar op een grote te wachten. Dus nu liggen we hier op een 1500 tonner te wachten ;-) Waarschijnlijk zal de ijsbreker er toch nog wat eerder zijn! (…) We varen weer. Vanmiddag om half drie kwam de ijsbreker bij ons langs, dat was vlugger dan we hadden gedacht. Het eerste pand viel tegen, niet alleen omdat die ijsbreker maar vier meter breed is en wij vijf, maar ook omdat hij een heel stuk een mooie geul had gemaakt op drie meter van de wal. Daar stond dus echt niet genoeg water voor ons, dus weer achteruit, maar de kop kaatste iedere keer weer naar die geul toe.(…) We varen nog steeds, maar leuk is het niet. Het ijs is hier al een keer gebroken geweest (door een lege afvaart die een hele tijd vóór de ijsbreker uit heeft geklungeld…) maar nadien is het weer aan elkaar gevroren. De kracht is er wel uit, maar je voelt en hoort de hele dag goed dat het geen gewoon water is. Morgen mag onze achterbuurman een dagje konvooileider zijn, anders komen wij als enige met een butskop uit het kanaal. Vrijdag maar vast weer begonnen met bellen naar onze vriendin in Chaumont om te vragen of we zondag door mochten varen. We dachten dat ze ons wel zo beu zou zijn dat ze maar op eigen initiatief zou zeggen dat dat niet mocht. Maar blijkbaar uit macht der gewoonte schoof ze ons verzoek door naar de chef, die het weer moest voorleggen aan zijn chef, etc. Uiteindelijk bleek dat ze toch nog een geweten hebben bij VNF. Achteraf is het zeker verstandig geweest dat we gevraagd hebben om op zondag door te mogen, want het begint hier al weer te vriezen. Vanmorgen had het flink geijzeld. Dat leidde bijna tot een sluismeestersstaking, want om een of andere reden mag er van hogerhand niet meer gestrooid worden op de sluizen. Dat geeft dus levensgevaarlijke situaties, probeer maar eens kracht te zetten om een deur dicht te draaien terwijl je op een spiegelglad stuk ijzer staat met een afgrond van vier meter net naast je. Tenslotte besloten ze maar een aanklacht tegen de chef in te dienen als er iets zou gebeuren. (…) Vandaag was weer een lijdensweg. We zijn nu afvarend, en dat levert weer heel andere problemen op. We hoeven geen ijs meer te breken, dat doet de buurman nu voor ons. Maar dat heeft als nadeel dat het boven de sluis vol met ijsschotsen ligt tegen de tijd dat wij daar aankomen, waardoor de deuren niet open kunnen draaien. Op de eerste sluis na de tunnel zit zomaar nog een mens, dus die kun je dan via de marifoon oproepen en dan komt er iemand aangescheurd om je te redden. Met een of andere stok die hij onderweg in het bos opgeraapt heeft, want fatsoenlijke pikhaken zijn er niet, wordt dan het ijs voor de deur weg geduwd. Maar dan komt het volgende probleem: met invaren duw je een berg ijs voor je uit de sluis in. Als je afgeschut bent kunnen de deuren aan de benedenkant dus weer niet volledig open, omdat er ijs achter zit. Dat ijs kan ook niet weg, omdat de deuren net vijf centimeter langs de kop heen draaien. Achteruit kunnen we niet, want daar zitten we haast al met de kont tegen de drempel. We zitten dus helemaal 'klem' in zo'n sluis en het enige wat er dan opzit is om vanaf het voordek met de pikhaak het ijs kapot te slaan of, deur voor deur, langs de kop de sluis uit zien te werken. In dat laatste geval moet er natuurlijk wel steeds een sluismeester bij zijn om de deuren los van elkaar te bedienen. Een extra irritatie was in het begin dat die sluismeester er steeds weer vandoor ging, dus iedere keer moesten we weer om hulp roepen. Op een gegeven moment kreeg hij toch toestemming van de chef om van sluis tot sluis met ons mee te rijden. Maar in bepaalde panden zat zoveel ijs dat die man het werk eigenlijk niet alleen aan kon: hij rende zich te pletter van de ene kant van de sluis naar de andere als de bovendeuren open moesten. En om het ijs achter de benedendeuren weg te krijgen moest Thijs zich helemaal uit de naad werken, want de sluismeester kon daar van bovenaf weer niet bij. Dat hou je natuurlijk geen dag vol, dus op een gegeven moment maar gedreigd dat we 'hogerop' zouden gaan bellen als er geen man extra bij kwam. Het ergste is dat ze dit hele probleem met een simpel trucje kunnen voorkomen: bij iedere sluis zitten aan de bovenkant twee gleuven in de massa. Als ze daar een balk in leggen komt er geen ijs in de hoeken en kunnen ze de deuren gewoon open draaien als er een schip komt. Die balk moet er tot het laatste nippertje, tot het schip met de kop bijna tussen de massa zit, in blijven liggen en dan heel snel aan een touwtje weggetrokken worden. Thijs had al een paar keer gevraagd waarom ze dit niet deden, maar er bleken geen balken meer voorhanden te zijn. Vast in de kachel verdwenen. Blijkbaar had het dreigen toch succes, want opeens stopte er een autootje dat een extra man met pikhaak bij ons dropte en er toen weer vandoor scheurde. Nu ze met z'n tweetjes waren konden ze elk aan een kant de bovendeur ijsvrij houden. Vervolgens liepen ze met het schip mee als we de sluis indreven en zetten dan vlug de ijsschotsen die we voor ons uitduwden op hun kant, zodat ze tussen het schip en de muur bleven zitten en zo in ieder geval niet voor de benedendeuren terecht kwamen. Gelukkig hebben we een smalle spits… Daarna stapte een sluismeester bij ons aan boord om Thijs te helpen met ijs hakken vanaf het voordek, terwijl de ander boven bleef om de deuren te bedienen. Overigens is het heel uitzonderlijk dat je een sluismeester aan boord krijgt, een schip is voor hen echt heilig terrein, dus hij vroeg ook uitdrukkelijk om toestemming. Een paar sluizen verder zagen we waarom dat witte autootje er zo hard vandoor gegaan was: die was blijkbaar even naar de Gamma geweest om hout te kopen: er lag daar een stapel mooie verse balkjes. Eentje werd er als reserve bij onze sluismeester op de imperial gelegd. Dat was wel een komisch gezicht. Jammer genoeg konden we er geen foto meer van maken, want het rolletje was nu toch echt vol. Gelukkig hadden de voorburen nog een rolletje over, dat ze op een volgende sluis in een bloembak hebben gelegd voor ons." Enzovoort… Al met al is er in twaalf jaar dus zo goed als niets veranderd, alleen hebben wij nu een kopschroef waarmee we de hoeken voor de benedendeuren schoon kunnen blazen ('C'est magique!') en een digitale camera…

Reactie van
joke
Wat een lang (oud ) verhaal.. ben er echt voor gaan zitten..

Reactie van
KVM
Goh!…filmrolletjes…
Het klinkt zo lang geleden, dat afwachten of er ook wat tussen zat wat wél gelukt was…

Groeten, Kurt

Reactie van
CeesV
Wat een ontzettend gaaf verhaal! Roept herinneringen op aan mijn vaartijd op het Mittellandkanaal. Midden in de winter in de haven van Minden. En dan met de sluis weer omhoog naar het kanaal. Was maar 1 sluis, keihard werken, maar toch… Mooie tijden!

Reactie van
Henk Kok
hallo, je zegt dat er in 12 jaar niets verandert is ,in 46 jaar ook niet ,alleen was er toen nog personeel op de sluizen,soms wel 9, sluismeester ,z'n vrouw en 7 kinderen,dus dat wilde best wel, en dan kreeg je ook nog 'n kip mee,"cétait genial"
groeten uit Vreeswijk

Reactie van
calimero
nou ja, tegenwoordig mag je een 1500 tonner geen grote meer noemen. Dat heet al een kleintje te zijn…..

Reactie van
Picaro
Zo'n oud verhaal maakt zo te zien toch een hoop (mensen) los ;-)

Reactie van
Motormuis
Ah, geweldig en herkenbaar en verhaal. Leuk om het weer eens te lezen!

Reactie van
anja
Uit die tijd heeft Liesbeth ook nog twee stukjes, een ervan is een mooi gedicht erover,
www.lanauve.nl/weblog/?m9811
Groetjes van de Mazzel, die alweer aan het ploeteren is bij Bayard.

Zondag 24Dan hebben we het er deze ronde toch beter afgebracht: zondagmiddag het kanaal in - zondagmiddag er weer uit. Twee jaar geleden deden we er in het laagseizoen nog negen dagen over, maar tegenwoordig wordt er entre Champgne et Bourgogne dus ook 's winters van 7 tot 7 en op zondag geschut. Niet dat de meeste schippers nu op die extra uurtjes in het donker zaten te wachten (maar eerder stoppen doe je ook weer niet). En een zondagse wandeling is er dus ook niet meer bij (want zelf een dag blijven liggen doe je ook weer niet). Na drie weken werken hebben we dus wel een etentje verdiend in Saint-Jean, vinden we… zijn alle restaurants gesloten!

Maandag 25Buurman heeft slecht nieuws: de waterpomp van zijn motor blijkt het begeven te hebben. Er is hier in St-Jean wel een reparatiebedrijfje, maar dat klinkt naar een langdurige geschiedenis. En de klant zit om zijn lading te springen. Dus gaan we maar gekoppeld door, terwijl er vanuit Nederland een ruilpomp naar het bunkerstation in Loire-sur-Rhône wordt gestuurd. Als dat mis loopt kunnen we de buren desnoods nog in Arles droppen en zelf doorvaren naar Sète: we hebben toch dezelfde lading in. Geluk bij een ongeluk dat dit geen dag eerder is gebeurd: dan was twee breed varen toch een beetje lastig geworden…

Dinsdag 26Al valt het op groot water ook nog niet mee: zo'n 'blok aan je been' vaart toch anders dan een schip dat meedraait. Zo lijken sluizen van 12 meter opeens niet meer zo breed. Een camera bij de buren op de roef helpt. De buren 'op 55 meter' nemen, in plaats van 'op 47 meter' scheelt ook weer een beetje tegen het 'krabben'. Alleen kost dat ook weer meer zicht, wat met al die tonnen en palen hier niet zo prettig is. Dus de radar er maar bij. Dat biedt tevens de mogelijkheid een virtuele koerslijn te volgen, die zo'n vijf graden naar bakboord ligt, om recht door bruggen te kunnen gaan. Ik zie dus wel een beetje op tegen Lyon, met al z'n bruggen, maar dat valt reuze mee. We gaan deze keer dan ook geen 22 km per uur, maar slechts de helft.

Woensdag 27De buren hebben meer geluk met de post dan wij (inmiddels een pakketje in Oss liggen, een in Maastricht en een acculaderonderdeel dat ergens tussen Nederland en Langres zwerft) dus na het bunkeren kunnen ze weer op eigen kracht verder. In sluis Gervans krijgen ze de Brigade Fluviale op bezoek. Vaarbewijs? O… in het Nederlands. Brandblussercertificaat? O… ook in het Nederlands. Cognossement? O… ook al in het Nederlands. Dus: Rhônereglement? 'Dit is de Nederlandse vertaling…

Donderdag 28Gisteren liep het voor geen meter, zowat bij iedere sluis een schip met strooizout tegen, en als je 's avonds dan van armoe maar in Valence vast wil maken blijkt ook nog de hele kade, waar normaal nooit een kip ligt, bezet. Maar vandaag hebben we de gang er goed in. Dat moet ook, want ze willen ons morgen nog lossen in Arles. Tenminste… men is hier duidelijk gewend dat schepen eerst een tijd voor de wal liggen te wachten, want de ontvanger en het havenbedrijf blijven maar aan het bellen of we er écht zullen zijn. Ja. (Maar honderd procent garantie kun je hier natuurlijk nooit geven…)

Vrijdag 29Terwijl wij gisteravond nog even naar Arles doorspoelden, zijn de buren in Beaucaire blijven liggen. Rond een uur of drie merkte de buurvrouw dat het schip schuin lag. Omdat het waterpeil hier beneden de laatste sluis in de loop van de nacht meestal een halve meter tot een meter daalt (doordat de waterkrachtcentrales dicht gaan als de vraag naar stroom afneemt) dacht buurman in eerste instantie dat het schip in de touwen hing. Want dat je aan een zeevaartkade, met 3,5 meter water onder de kop, omhoog komt te zitten lijkt toch onwaarschijnlijk. Maar als de touwen slap blijken te hangen, maar het schip achter niet meer af wil draaien, en steeds schever zakt, zodat binnen het een na het ander omklettert en je na verloop van tijd niet eens meer door het gangboord kunt lopen, wordt het toch wel spannend. Zo spannend, dat buurvrouw en buurhond de halve nacht op de wal doorbrengen. Hoewel buurman natuurlijk meteen naar de sluis gebeld heeft voor meer water, en de CNR na enige tijd ook poolshoogte komt nemen, duurt het lang voor er beweging in de zaak komt. Zo lang, dat het er 's morgens naar uitziet dat wij als we leeg zijn weer kunstmest kunnen gaan laden. Maar tegen die tijd heeft buurman zich net los kunnen wurmen. Gelukkig niet lek, zodat de reis voortgezet mag worden. Omdat er naast het schip niets te voelen was met de pikhaak zou je denken dat er een (vracht)auto of iets dergelijks in de rivier terecht is gekomen. Nadien krijgen we echter een scheepvaartbericht dat de damwand langs het talud verzakt is.

Zaterdag 30Dachten we gisteren mooi op 'onze' palen neer te strijken, is de ene trap bezet door een los-vastliggend werkbootje, en de andere door een geladen plus leeg werkbakje. Daar gaan we dus niet een paar dagen aan hangen, dan wel met hond en boodschappen overheen klauteren. Aangezien we net een scheepvaartbericht van de plaatselijke Service de la Navigation binnen hebben gekregen bellen we dat nummer maar eens. Geen gehoor. Als we even later weer langs het kantoor varen zien we ook waarom: 'Al onze medewerkers staan op dit moment buiten te roken.' Als ik driftig naar de palen gebaar zwaaien ze vriendelijk terug. Dat beschouwen we dan maar als toestemming om op de cruisekade te gaan liggen… Daarvandaan begeven we ons vandaag natuurlijk eerst naar de markt - en 's middags naar het Musée d'Arles Antique. Voor de expositie 'César, le Rhône pour mémoire' (www.cesar-rhone.fr), over twintig jaar Romeinse vondsten in de rivier. Met als hoogtepunt een buste van Julius Caesar, maar ook andere fraaie kunstwerken en gebruiksvoorwerpen… waar we dus altijd 'bovenop' gelegen hebben! Ook de vlotbrug met klapgedeelte(s) die beide 'Arelates' verbond, de veranderde loop van de rivier, de havenactiviteiten (nee, geen hectoliters) én de binnenvaart krijgen in het museum de nodige aandacht. Ja, daar wel…

Zondag 31Vrijdag een nieuw wandelweggetje ontdekt, dus dat gaan we vandaag eens verder verkennen. Terwijl we ons hier vorige keer met petten, zonnebrillen en factor dertig tegen de brandende zon moesten beschermen, hullen we ons nu in mutsen, handschoenen en dikke jassen vanwege de ijzige wind. En terwijl de rugzak vorige keer zwaar was van de waterflessen, nemen we deze keer warme chocomel mee. Ondanks de kou weer een leuke wandeling: vanaf de oude brugpijler aan de overkant loopt een mooi pad naar de petit-Rhône. Waar je volgens het bordje helemaal langs naar Saint-Gilles kunt lopen. Wij gaan na verloop van tijd echter van de dijk af, de wijnvelden en akkers in. Vanuit de vlakte hebben we door de glasheldere lucht prachtig zicht op de torens van Arles, met daarachter de Alpilles en de Mont Ventoux. Terug aan boord liggen we alledrie wel even met onze pootjes omhoog: 18,5 kilometer is ook wel bruut uit je winterslaap ontwaken.

Reactie van
henny
Klinkt heerlijk die wandeling, onze laatste wandeling was 6 kilometer op nieuwjaarsdag in Sarron. We hopen volgende keer in bois de fontaine bleu flink te kunnen stappen.

 December
2009
  
 Februari
2010
print-versie