LOGBOEK SEPTEMBER 2007

 Augustus
2007
 
Oktober
2007
Zaterdag 1O nee he, krijgen we van alle 'echte' sluismeesters nou net degene mee waar we de grootste hekel aan hebben: 'Uche-uche', die altijd het meeste draaiwerk door haar collega's of de schippers laat doen en er zelf bij gaat staan te puffen. En dan ook nog tegen Thijs durven zeggen dat ze Hollanders haat! Pech voor haar, maar de meeste Franse schippers willen hier niet eens meer langs. Gelukkig vormt zij de grote uitzondering op de regel. De sluismeesters die we daarna krijgen draaien ondanks een pijnlijke schouder alle verlaten, vertellen dat de walnoten dit jaar inderdaad bijna een maand vroeger zijn dan normaal, maken een hek open zodat ik lampionnetjes kan plukken, waarschuwen dat er bij sluis 20 zigeuners staan zodat we beter aan de 21 kunnen overnachten, en dat de bakker in Thaon morgenvroeg gesloten is… En Saint-Gilles (de laatste sluis voor Sète…) heeft zelfs een mailtje gestuurd om te zeggen dat er post voor ons ligt!

Reactie van
Ingrid
Die laatste sluismeester had geen hekel aan Nederlanders maar aan zigeuners! ;-)

Zondag 2Pfff, dat is even lekker hard werken, zei je vroeger in de vallei van Golbey: vijftien sluizen op drie kilometer. Pfff, wat duurt het toch lang, denk je tegenwoordig met die automaten. Uit verveling ga je dus maar allerlei andere dingen doen tijdens het schutten: de gaten in de muren filmen, de hond pesten, touw splitsen, een Duitse toerist meenemen… De overige toeschouwers krijgen een open luikje: 'Nee, dat is geen suiker'. 'Ja, dat ligt aan de Middellandse Zee.' '227 in totaal.' 'In dit kanaal ongeveer vier kilometer per uur.' En in het scheidingspand hier en daar 2,7…

Reactie van
Bas
Tsja dat zijn dus van die standaard vragen die mij ook nog al regelmatig worden gesteld als we weer ergens in de sluis liggen te wachten. Ik vind het wel wat hebben zo. Behalve dan die echte dome vragen van mensen.

Maandag 3Wat een rótdag. Koud en nat, maar dat is minder erg, dan de mentaliteit in deze sector. Als we in de buurt van een sluis komen gaan de VNF-autootjes er gauw vandoor, of het personeel komt de auto niet uit, of ze komen pas als we uitvaren. Slecht geweten zeker, want veel panden staan een centimeter of vijftien onder peil, en dat voelen we af en toe behoorlijk. Maar inmiddels zijn we wel zo gedemotiveerd, dat we maar niet eens meer naar 'Corrupt' bellen. Automaat tien tot en met twaalf blijken doorgeschakeld, zodat je daar tenminste niet ieder pandje ligt te wachten, of erger nog, achteruit te draaien, tot de sluis volgedruppeld, uitgeflitst en uitgerinkeld is. We hebben overigens niet de illusie dat dat gebeurd is ten behoeve van de vaarweggebruikers: het personeel zal het wel beu zijn geworden steeds weer op te moeten komen draven omdat een schip in deze korte pandjes met een druk op de afstandsbediening zowel de sluis vóór als achter zich activeerde…

Dinsdag 4Sector Corre, een andere wereld. De meerijdende sluismeesters zetten regelmatig de automaat op handbediening om de deuren wat vlugger open te laten gaan of ons een golfje water mee te geven, gooien touwtjes los, vragen naar details als je zegt dat er in de vorige sluis een stuk betonijzer uit de muur stak, vertellen honderduit, ondermeer over de capriolen van huurjachten ('opvarend de benedendeur eruit gelicht!') en het personeelsbeleid van VNF ('Toen ik hier in 2000 kwam werken waren er 700 sollicitanten voor tien vacatures. En nu wordt er helemaal geen personeel meer aangenomen.') en rapen zelfs de takken en blaadjes die van de sluismuur afgevallen zijn uit het gangboord. In de loop van de middag komen we op de Saône. Dat valt een beetje tegen: ook hier staan veel panden aan de lage kant. En met de bouw van nog meer milieuvriendelijke mini-waterkrachtcentrales zal dat alleen maar erger worden. We komen nog tot Conflandey, maar lopen ons rondje eiland deze keer wel in de schemering.

Woensdag 5Drie zonovergoten wandelingen vandaag: met stokbrood en croissants van de porte de garde naar de sluis van Port sur Saône en met hond en camera over de tunnels van Saint-Albin en Savoyeux. 's Avonds stoppen we wat vroeger: de makers van Navigo, die sinds kort hier in de buurt wonen, komen op bezoek.

Reactie van
Bas
Weederom weer verscrikkelijk mooie foto's die jullie geplaatst hebben op de site.

Nog een goede reis verder.

Donderdag 6'Ba do gesl', noteer ik op de kaart bij Gray. Dus geen vers brood vandaag, maar wel… 'Drinkwater?' vraagt de sluismeester van Heuilley. 'Nou, laat maar', wijs ik op de witte sliert achter ons. 'Ach, die kunnen best tien minuten wachten.' Als we uitvaren loopt hij zelfs nog mee met de slang, zodat die zo lang mogelijk in de tank kan blijven hangen. Volgens de kaart is er een jaagpad van Poncey naar Auxonne. Omdat dit Frankrijk is, waar paden in werkelijkheid niet altijd befietsbaar blijken, neem ik bij grote uitzondering een GSM mee. Daardoor kan ik, na drie van de negen kilometer afgelegd te hebben, melden dat ik een lekke voorband heb. Doordat Thijs vervolgens rustig draait en ik flink doorstap arriveren we tegelijk bij de brug van Auxonne. Terwijl de Picaro daar zachtjes onderdoorschuift, wisselen we de fietsen om en zetten de hond aan boord (die duidelijk laat horen het niet met die behandeling eens te zijn…) zodat ik alsnog het stadje in kan om brood te halen.

Vrijdag 7Een rustige dag op de Saône à grand gabarit. Niet meer met één oog op de dieptemeter varen en maar drie sluizen, zodat we weer allerlei andere dingen kunnen doen, zoals band plakken, schip opruimen, aan een site werken, mail beantwoorden… Van Seurre tot Montmerle komen we maar vier schepen tegen: twee spitsen en twee cruiseschepen. 's Avonds laat komt er nog een passagiersschip langs gedreven. Oei, zou die hier vast willen maken? Maar nee, hij is alleen maar netjes afgestopt, de kapitein weet blijkbaar dat je aan deze prachtige palen met de kont tegen de stenen ligt.

Zaterdag 8De coaster die ons uit bed schudt weet dat blijkbaar niet… In Lyon lopen we zo'n 11 kilometer: de helft van vorige keer. Op de Rhône doet het zonnetje weer goed z'n best. Dat hebben we toch maar even mooi gepland dit jaar: eerst een extra vroege lente en nu een extra lange zomer! 's Avonds willen we het steigertje aan Andancette eens proberen, maar vijf meter van de wal hebben we nog maar vijftig centimeter water onder het schip. Dus wissen we de geplande wandeling maar weer uit de hand-GPS, en gaan voor ons rondje Saint-Vallier: langs de Galaure heen en via de ommuurde weggetjes terug. Helaas blijkt het park langs de rivier ('s avonds?) voortaan met een groot hek afgesloten. Dan maar de berg op, waar we een prachtig uitzicht over het stadje, de Rhône en de Picaro hebben. Alleen geen camera bij…Via een 'tijmpaadje', wat we zonder de GPS-kaart nooit ontdekt zouden hebben, scharrelen we in de schemering weer omlaag.

Zondag 9Eerst maar eens een grote boenbeurt: vanmiddag en morgen wordt mistral voorspeld, en overmorgen komen we al op zout. Voor iedere sluis zeg ik tegen Thijs: 'Denk aan je giletje!' In Bollène vergeten we het alsnog, en krijgen dus prompt op ons kop van de sluismeester. Je hebt dan de neiging om te zeggen 'Alsof een zwemvest nog helpt, als jullie hier opeens de bovendeur opentrekken…', maar vooruit maar. Het lijkt ons overigens ook geen pretje om in geval van nood met een dik zwemvest langs zo'n 'afgeschermde' ladder 22 meter naar boven te moeten klimmen… waar je dan ook nog voor een afgesloten hekje kunt komen te staan! In Saint-Etienne is het te laat voor een wandeling door de wijngaarden, dus maak ik met Kia maar een rondje door de verlaten straten, achtervolgd door ritselende blaadjes en onzichtbare katten.

Maandag 10De ontvanger belt dat ze ons donderdag pas kunnen lossen, dus we hebben een dag 'over'. 's Middags maken we daarom maar vast aan Saint-Gilles, voor een fietstochtje door de Camargue. We varen trouwens wel van heilige naar heilige de laatste dagen: Saint-Vallier, Saint-Etienne, Saint-Gilles… Ondanks 'plus basses eaux navigables' op de petit-Rhône komen we zonder moeite tegen de palen. De fietsen eraf krijgen is wel een probleem: hangend aan twee touwtjes dragen we ze stuk voor stuk over de steiger naar de wal. En warm dat het opeens is, als de wind weg is: dertig graden in de schaduw, pfff! Kia moet maar naar de wal zwemmen. Daar krijgt ze nog een keer een nat pak: dat waren dus wáterplanten… In de rietvelden stikt het van de libelles, wespen, allerlei beesten die we niet kennen, en: muggen! Binnen de kortste keren zitten we allebei onder de bulten, op klaarlichte dag notabene. Terug aan boord graven we dus eerst de horretjes maar op: normaal bérgen we die in deze tijd van het jaar op…

Dinsdag 11De laatste 35 kilometer petit-Rhône, van Saint-Gilles naar zee, hebben we nog nooit gedaan. Het eerste stuk is net als de kleine Rhône die we kennen: woeste groene dijken, veel omgevallen bomen, met hier en daar een kluit witte reigers. Voorbij de 'luchtkabel-raderpont' van Sauvage wordt het landschap geleidelijk opener. Er staat een stevige wind, en in de brede bochten en op het stukje zee tussen de monding en de haven van Saintes Maries-de-la-Mer gaat het behoorlijk tekeer. Na een wandeling langs de toeristische winkeltjes en koffie met 'croquants' op het pleintje bij de vesting-achtige kerk, is het hoog tijd voor de terugweg, want om morgen op tijd aan de brug van Frontignan te zijn moeten we vandaag nog door sluis Saint-Gilles. Omdat het intussen nog harder is gaan waaien loop ik met Kia maar over het strand naar de Rhônemonding. In de verte zie ik Thijs varen, of liever gezegd vliegen: af en toe komt hij helemaal uit het water! Om drie uur hijsen we het bootje weer aan boord… want dit rondje hebben we natuurlijk niet met de Picaro gemaakt ;-) Om half zes maken we vast boven Aigues-Mortes, en tien minuten later ligt de bijboot al weer te water. In het nieuwe stuk Canal du Rhône à Sète zien we nog een eekhoorn zwemmen, niet in paniek, maar gewoon op weg naar de pins-parasols aan de overkant. Bij de portes de garde gaan we niet, zoals gebruikelijk, rechtdoor, maar rechtsaf. Na een onweersbui kan de Vidourle veranderen in een woeste stroom, maar nu loopt er helemaal geen water over de stenen stuw. Vervolgens varen we het riviertje helemaal af, naar Grau-du-Roi. Een schilderachtig dorpje, waar het een drukte van belang is op de oevers: vanuit de arena rennen stieren over de kade, onder begeleiding van stoere 'gardians'. Vanaf de brug druppelt een waterstraaltje. Op het laatste nippertje besluit Thijs om toch maar uit te wijken, zodat ik droog blijf. Gelukkig maar: op de brug blijkt een Fransmanneke Pis te staan… Via het Canal Maritime varen we terug naar Aigues-Mortes, waar we een pizza halen, want de koelkast is nu echt leeg. Als toetje hebben we vijgen, versgeplukt op de Ecluse du Bourgidou. Een voormalige écluse de garde, met één uitgang naar het Canal du Bourgidou (een 11 kilometer lang kanaal, dat via het 9 kilometer lange Canal de Sylvéréal weer met de petit-Rhône verbonden was, maar waar nu aan beide uiteinden pompinstallaties staan), en een naar een dokje. Waar nog een houten spits in ligt weg te rotten…

Woensdag 12In het hoogseizoen draait de brug van Frontignan ook nog om vier uur, maar voor de zekerheid gaan we toch maar voor de opening van half twee. De inloop van het oude kanaal is niet erg diep (understatement…), en nu liggen er ook nog eens drie 'sans permis' naast elkaar in de vaargeul te lunchen. Waardoor we de nieuwe, derde, rode ton pas op het laatste nippertje zien. En dus aan stuurboord gruwelijk omhoog lopen. Met als gevolg dat onze halve lunch over het dashboard stroomt, de kop naar bakboord schiet en we over de volle lengte langs dat plastic glijden… Aan 'Eaux Blanches' zien we dat het op twee dagen na een half jaar geleden is dat we hier gelost hebben! Met het bootje gaan we vervolgens in Sète boodschappen doen, en 's avonds wat eten. Bij het restaurantje aan de Quai du Mistral kunnen we aan het terras vastmaken. We zitten er overigens niet erg rustig: elk moment vrezen we dat de tafel en stoelen in het rond gaan vliegen, want er lopen hier toch een paar brutale katten rond… Maar ze blijven je verbazen, die Heidewachtels! De geul over het Etang de Thau is nog steeds niet verlicht, maar tegenwoordig kunnen we ons eigen spoor terug volgen.

Donderdag 13Als we leeg zijn varen we meteen maar weer door de brug, zodat we alle vrijheid hebben. Er worden een paar reizen 'clinker' van Arles naar Vitry-le-François aangeboden, een 'nieuw' transport. (Wat overigens ook al weer een tijdje stil gelegen heeft: de ontvanger zou namelijk liever in Couvrot voor de deur lossen, maar daar is het kanaal te ondiep geworden. Je zou denken dat VNF dat probleem tijdens die stremming daar laatst meteen maar even aangepakt had…) Vergeleken met bauxiet naar Gargenville is het beter betaald, minder rood, en slechter laden dan in Sète kan haast niet… Probleem is, dat ze minimaal twee schepen tegelijk willen hebben, maar achter ons komen voorlopig geen spitsen meer, vanwege die stremmingen op de Maas en het Canal latéral à la Marne. In de loop van de middag wordt toch een tweede schip gevonden. De bevrachter had het liefst dat we morgen al zouden laden. Maandag dan? Uiteindelijk wordt het dinsdag, zodat we tenminste nog eventjes vrij hebben hier. Als alles geregeld is maken we nog een leuk fietstochtje, langs de kustweg heen en over de zandpaadjes langs het Etang d'Ingril terug. 'Als u nu rechts naar de flamingo's kijkt, rijdt u links een instorting in…'

Vrijdag 14Werkdag: stuurhut schuren en vernissen, boodschappen doen en poetsen. Al heeft dat laatste niet zoveel zin, als je 's avonds weer met de hond door de zoutpannen gaat fietsen. Het was onze bedoeling om het bos in te gaan, maar anders dan op de kaart bleken daar overal hekken te staan. 'Onverharde weg' betekent hier 'zandpaadje met grote keien'. Naast de fiets lopen gaat echter ook niet: daar zijn de paadjes te smal voor. Af en toe blijf ik gewoon met mijn fietstas in de brem en bramen hangen! De gevolgen voor onze scheenbenen laten zich raden… aiaiai.

Zaterdag 1532 graden: dat heb ik de weerman nog niet vaak horen voorspellen op m'n verjaardag! De achterburen blijken niet alleen trouwe logboeklezers, maar ook eigenaren van een door Thijs z'n ouders gebouwd jacht. De wereld is weer klein! Na de koffie krijgt de stuurhut nog een laagje. Terwijl Thijs scheepsarrest heeft tot de vernis droog is, ga ik met Kia in de blubber langs het étang flamingoveren zoeken. Na een bezoekje aan de plaatselijke rommelmarkt gaan we met het bootje richting Sète. Op het Etang de Thau blijkt bijna geen wind te staan, dus steken we over naar de 'Phare des Onglous', die de monding van het Canal du Midi markeert. Vervolgens duiken we nog even het schattige haventje van Marseillan in. 's Avonds natuurlijk in Sète op een terrasje eten.

Reactie van
bas
Er was er een jarig hoera hoera!!!!!

Als nog van harte met je verjaardag!!!!!

Reactie van
cupido de hut
nadat we in Arles op een terrasje hadden gegeten zijn wij dus wel overvallen door de donderbui.jammer dat we elkaar niet meer gezien hebben. wanneer we geweten hadden dat je jarig was dan hadden we zeker taart voor je gehaald en koffie gezet.houdt het maar tegoed ! met veel wind in prtnapoleon terecht gekomen en onze boot is inmiddels in nederl.met trailer.bij uit het water geconstateerd dat schroef is beschadigd.dus werk aan de winkel.voor jullie nog een goede reis.
al boven stjeandelosne???
groet kees en marga rademaker

Zondag 16Het vaste zondagsprogramma in Sète: rommelmarkt, terrasje, patisserie de la mer. Alleen moeten we deze keer vervolgens nog wel een stukje varen. In Aigues-Mortes doen we het rondje van vorige keer andersom: vijgen plukken op de écluse du Bourgidou, winkeltjes kijken in le Grau-du-Roi, met zonsondergang langs het Etang du Ponant.

Maandag 17Mist en regen, voorspelt Météo France. Gelukkig hebben ze het mis, want de petit-Rhône met slecht zicht is geen pretje, en het ruim moet ook nog schoon, én droog. Als het schip laadgereed aan de kade ligt, varen we naar de grindbanken aan de overkant: even het zout uit bootje, buitenboord, sandalen en hond spoelen. Net voor we koers naar de stad zetten, hoort Thijs iemand op de kade fluiten. Of we alsjeblieft vast 180 ton kunnen laden, dat ligt al op de wal, en mag niet nat worden… dus daar gaat mijn middagje winkelen in Arles! Uiteindelijk krijgen we de hele partij nog in. Plus acht ton fooi, maar gelukkig hadden we veiligheidshalve maar 230 ton aangenomen. Verder gaat het laden hier perfect: de kraanmachinist hangt de grijper helemaal in het ruim, alvorens hem open te trekken, zodat we nauwelijks cementstof aan dek krijgen. Dan alsnog maar vlug met bootje naar de stad, anders beginnen we de reis al zonder brood. De verleiding om op een van de vele leuke terrasjes te blijven eten is groot, maar we hebben nog 'moules farcies' in de koelkast… Die besparen ons een nat pak (en waarschijnlijk een getraumatiseerde hond): 's avonds krijgen we toch nog een hevige onweersbui.

Dinsdag 18Het zout is gisteren wel weggespoeld, maar het zand niet. De dag begint weer prachtig, dus bootje boenen is geen straf. Helaas steekt bij Avignon een hevige mistral op, die me gauw naar binnen blaast. Om vijf uur zijn we aan Saint-Etienne, wel wat vroeg om te stoppen. We proberen het kanaalritme maar vast aan te houden: van 7 tot 7. Dus maken we beneden sluis Bollène vast. Minder last van de wind dan erboven, maar erg rustig liggen we hier ook niet. De palen die het dichtst bij de sluis staan, blijken te ver uit elkaar te staan. In het midden willen we niet gaan liggen, om de lengte niet 'kapot' te maken voor grote schepen. Dus wordt het paal drie en twee (een en twee staan ook weer te ver uit elkaar). Die staan net wat naar binnen, dus hopelijk worden we vannacht niet over het hoofd gezien door een coaster of lege duwer. En we liggen in het geklots van de stuw. In de loop van de avond moet Thijs het touw ook nog een keer verzetten, omdat er een halve meter water bij is.

Woensdag 19Dat zal wel het gevolg van die onweersbui van maandag zijn: vandaag loopt het ook voor geen meter. Naast stroom hebben we ook nog steeds behoorlijk wind tegen: het buiswater waait af en toe over de stuurhut. Maar als we weer door de voorruit kunnen kijken hebben we wel een prachtig zicht op de bergen. De rotsige toppen bij Valence lijken 's avonds wel roze luchtkastelen.

Donderdag 20De wind is weer weg, dus ga ik maar verder met bootje 'cleanen'. In z'n jaar bij ons is hij er niet mooier op geworden, maar heeft wel wat van de wereld gezien! Op de heenreis konden we nog bunkeren uit eigen voorraad, maar nu moeten we toch echt naar de olieboer. Achteraf hadden we het beter andersom kunnen doen, want de 'barrel' heeft weer een nieuw record bereikt, horen we op de radio.

Vrijdag 21'Even uitblazen van die Rhône', zegt de Cummins, en deponeert een laagje roet op mijn schone bootje. Grrr. Een goede reden om, na het soppen van de hele vloot, toch maar weer eens verder te naaien aan zijn kleedje. Daar was ik vorig jaar al aan begonnen, maar net als toen is in een kleine, hete ruimte met een grote lap worstelen niet mijn favoriete bezigheid… De sluismeester van Couzon bevestigt dat er de afgelopen tijd maar weinig werk is geweest voor de grote schepen hier: de meesten hebben ruim een maand stil gelegen. 'En er komen er nog meer bij'. En ondanks al die nieuwe schepen komen er nog altijd minder tonnen langs dan tien jaar geleden.

Zaterdag 22Om zeven uur slenteren we al over de markt in Macon: heel bijzonder, zo in de ochtendschemering. Maar anders is het ook een leuke markt, met veel kleine boeren, slagers en bakkers, en die hun zelf gekweekte en gemaakte producten verkopen. Ik ben ook nog steeds zoet met mijn zelfmaakproduct. 's Avonds had ik ter compensatie aan Seurre nog wel even de oude Saône op gewild met het bootje, maar de sluismeester heeft de sluis op eigen initiatief al voor ons klaar gezet, dus schutten we toch nog maar op…

Zondag 23Precies volgens planning draaien we om vier uur Het Kanaal in. Om zes uur is het weer gedaan: zondag. Onze sluismeester vertelt dat hij, als hij over twee jaar met pensioen gaat, niet in zijn huis mag blijven wonen. Dat ligt namelijk niet aan de openbare weg, en als hij niet meer in dienst is, mag hij niet meer over het jaagpad rijden. Weer een mooi huis, wat aan z'n lot overgelaten gaat worden… Want in de muur is al een sleuf voor de stang gezaagd: volgende ronde zal het wel een automaat zijn. Gelukkig mogen we nu nog in de sluis overnachten. Bovenin zelfs, zodat het ons wel heel gemakkelijk wordt gemaakt om de fietsen aan de wal te zetten en een mooi rondje door de Bourgondische dorpjes, heuvels en velden te maken. Als de zon onder is, staan de koeien al snel tot hun buik in de optrekkende nevel…

Maandag 24De meeste sluiswachters die we vandaag krijgen zijn niet meer zo piepjong, maar duidelijk ook niet ervaren: ze vragen of we geladen zijn of waar we gaan laden, staan aan de verkeerde kant van de sluis zodat ik over het touw moet klauteren terwijl Thijs aan het afstoppen is, zijn vergeten de verlaat dicht te draaien of de slinger over te zetten… Volgens die sluiswachter in de Vogezen was het sluismeestersexamen behoorlijk pittig, maar we vragen ons regelmatig af wat ze daarvoor dan geleerd hebben. En ja, van wie zouden ze het moeten leren.? Van die leidinggevenden die besluiten om nieuw traprelingen en trekstangen net voorbij de bolder te plaatsen waar spitsen op afstoppen, zodat ze binnen de kortste keren krom zijn? Of die dukdalven steeds net in die paar panden zetten waar je toch al vast kon maken? Maar de nieuwelingen zijn in ieder geval van goede wil. Eentje raapt zelfs zomaar een volle zak walnoten voor ons!

Dinsdag 25Als je geen haast hebt, omdat je donderdag een opstapper aan boord krijgt die zoveel mogelijk van het kanaal wil zien, en omdat je toch pas volgende week dinsdag mag lossen, loopt alles natuurlijk voortreffelijk. Zelf loop ik ook flink vandaag: eerst een paar pandjes vanwege de ochtendnevel, dan voor de herfstkleuren, en dan nog een vanwege een tegenligger. Vervolgens weer met de fiets vooruit voor de bakker…waar ik voor een gesloten deur kom. Dus alle beweging weer voor niets: nu eten we wentelteefjes.

Woensdag 26In Jorquenay blijkt de oude draaibrug op de wal te liggen. Volgens een collega de enige Franse draaibrug waar je aan twee kanten langs kon varen. Niemand weet wat ermee gaat gebeuren. Het vorig jaar pas geplaatste toeristische bord is afgeplakt met een stuk plastic. Aan deze kant van de waterscheiding was het vanmorgen opeens een stuk kouder, en tegen de avond gaat het ook nog eens regenen. Desondanks maak ik met Kia een wandeling door de schemerige velden. In de verte zie ik de lampjes in de roef gezellig branden, dadelijk ga ik lekker koken, ach, de winter heeft ook zo z'n charmes.

Donderdag 27Vandaag regent het werkelijk aan een stuk door. We zijn ook niet anders gewend, als we deze opstapper aan boord krijgen… Maar híj heeft het in ieder geval lekker warm, als hij zijn motor tijdens het afschutten via ons smalle loopplankje aan boord gereden heeft ;-)

Vrijdag 28Het weer zit nog steeds niet mee, maar onze opstapper heeft genoeg spitsen te fotograferen. En deuren, verlaten en slangen te draaien. En stokken te gooien…

Reactie van
Evert CadIJ
Opstapper met natte voeten!
HaHaHa :-)

Zaterdag 29Beneden Chamouilley wordt een haven aangelegd en gebaggerd. Zo te zien voor een bedrijfje wat vier afgedankte Hollandse jachtjes gaat verhuren. En voor een clinkertransport van 40.000 ton kunnen geen paar hoopjes grind weggehaald worden… Een ding moeten we VNF nageven: hun afstandsbedieningen zijn waterproof. Beneden La Noue blijft Thijs op het voordek zitten, dus stuur ik Kia vast met de afstandsbediening over de luiken, om tandafdrukken te voorkomen in een handschoen verpakt. Voor de verandering geeft ze die niet af, maar springt meteen in het gangboord. Daar pakt Thijs hem uit haar bek… en plons, daar gaat onze trukendoos. Gelukkig drijft hij, maar dan is vier kilometer per uur nog best hard. Met achteruitdraaien gaan we meer dwarsuit dan achteruit, maar onze opstapper slaagt er in met de puts aan de wal te springen en de drenkeling in één worp te redden. Al z'n ledjes knipperen, maar na een spoedoperatie en beademing met de föhn doet ie het toch weer tegen de tijd dat we aan de sluis zijn.

Zondag 30Al met al een stuk of tien geladen spitsen tegengekomen in het kanaal. Bijna allemaal Nederlanders, en bijna allemaal zonder problemen. Maar met de laatste tegenligger komen we ouderwets klem te zitten. We hoeven de schepen echter niet ouderwets touwtrekkend langs elkaar heen te werken: dat doet de autokraan van de buren wel even. Zodat we al passerend koffie kunnen drinken. Toch wel handig zo'n kraan… ook als je een motor van boord moet zien te krijgen. Omdat we hier weer in de automaten zitten, bellen we maar een depanneur om de sluis langzaam af te laten schutten, zodat onze opstapper ook weer gelijkvloers van het schip af kan rijden. En 's middags, als we op onze bestemming zijn, nog wat in de omgeving kan gaan toeren.

 Augustus
2007
  
 Oktober
2007
print-versie