LOGBOEK MAART 2007

 Februari
2007
 
April
2007
Donderdag 1Zeg dat wel. Waar zijn we aan begonnen: wind, hagel en enorme hoosbuien… Boven Saint-Dizier lijkt het kanaal wel de Gele Rivier, zoveel modderwater komt er van alle kanten in gestroomd. Als dat zo door blijft gaan zijn we volgende week zó aan de Middellandse Zee… Maar goed, alles wat hier valt stroomt nog richting Noordzee. En dankzij de automaten zijn we voorlopig ook nog niet op de Saône. Vanmorgen een half uur aan Guë liggen wachten op de dépanneur omdat de draaistang niet pakte en vanmiddag weer drie uur kwijt aan Chevillon: boomstammetje in de verlaat, en de hydrauliek maar doorduwen… Met schuttijden van 7.30 tot 17.30 uur kom je zo niet zo ver op een dag.

Vrijdag 2Naast ons treedt de Marne geleidelijk buiten haar oevers. Het water zoekt zich een nieuwe weg door de weilanden, en vindt daarbij af en toe een oude bedding terug. Een mooi gezicht, zeker nu het zonnetje weer schijnt… Waar het dal versmalt stroomt het hard. Meer dan 2 meter per seconde, volgens de metende VNF-ers. Maar wat is dat nou weer, de klapbrug van Autigny geeft dubbel-rood-groen !? 'Dubbel-rood-groen, wat is dat nu weer !?', denkt ook de buurman aan de andere kant van de brug. De onverwachte ontmoeting levert gelukkig geen passeerproblemen op: ook in het kanaal staan alle panden boordevol. Vervolgens staat de sluis waar de buurman net uitgekomen is dubbel rood. We gaan er vanuit dat degene die de brug bedient dat ook wel ziet, maar nee dus, we moeten weer bellen. Waarschijnlijk een steen op de drempel, denkt de dépanneur, dus na het invaren mogen we weer eens drempelspoelen. Als we geschut zijn sluit hij de bedieningskast af door er een grote steen op te leggen. 'Het stenen tijdperk hier!', roep ik vanuit de stuurhut naar Thijs. 'Wat zegt ze?', wil de sluismeester weten… Nog eentje, en dan hebben we voorlopig weer handsluizen!

Zaterdag 3De nieuwe klapbrug van Viéville gaat tien centimeter omhoog en houdt het dan voor gezien. Onze sluismeesteres belt een collega om hulp, maar die kan het probleem ook niet oplossen. Een toevallig passerende motorrijder blijkt betrokken bij de aanleg van de brug. Na een uur slaagt hij er in de brug te openen, zodat we weer verder kunnen. Achter ons blijft de brug open staan, zodat de sluiswachter de technieker per auto naar de andere kant van het kanaal mag brengen… waar hij zijn motor had laten staan! Hihi. 'Blijft dat brugdek altijd zo schuin staan?' vraag ik even later aan de sluismeesteres. 'Ja, dat is normaal. En er zijn al een paar lege schepen door gekomen, dus het kan.' 'En dat die brug zo schuin op het kanaal ligt, en de hoek van die fundatie zo uitsteekt is toch ook niet echt handig?' 'Dat hebben wij ook al gezegd, met een beetje wind… maar wie luistert er nu naar sluiswachters.'

Zondag 4Een vrije dag, in een mooi gebied, met mooi weer, dus gaan we lekker wandelen. Met z'n tweeën: Kia heeft scheepsarrest. We hebben haar een dag rust voorgeschreven. Vrijdagmiddag had ze opeens geen zin meer in stokken apporteren, en ging voortdurend liggen, op de gekste plekken. 's Nachts raakte ze haar brokjes niet aan, dus zaterdagochtend waren we toch behoorlijk ongerust: moe, geen eetlust… de eerste symptomen van piroplasmose. Maar in de loop van de dag leek ze verder niet ziek, op dat voortdurend gaan liggen of zitten na dan. Waarschijnlijk rugpijn, concludeerden we. Ook geen wonder, met al die bokkensprongen die ze de hele dag maakt. In het bos steken overal paarse bloemetjes de kop op, en in een zonnige wei komen drie gele vlinders langs fladderen: het wordt lente!

Maandag 5De verplichte zondagsrust heeft Kia blijkbaar goed gedaan: ze lijkt weer helemaal haar oude, wilde zelf. De Marne is, na drie dagen zon, ook weer tot rust gekomen: hier boven is er zeker een halve meter water af. Het heeft dit weekend wel hoogwaterberichten geregend. Zo zijn de portes de gardes op de Petite-Saône gesloten, is het alternat in Lyon, en Plus Hautes Eaux Navigables op de beneden-Rhône.

Reactie van
bas
Zo dan plots toch weer even een mogelijkheid om ff te kunnen internetten. We zitten in het verre hongarije. Ergens voorbij budapest in een plaatsnaam die niet echt uit te spreken is.

Dinsdag 6In deze sector vragen we ons altijd af of de sluiswachteressen naast hun blauw-groene pakken ook een flesje rode haarverf van VNF krijgen… 's Middags beginnen we aan onze afdaling naar de Middellandse Zee. We komen drie geladen schepen tegen die met de hakken over de sloot het kanaal in gekomen zijn: achter hen ging het dicht. Ze hebben het nodige meegemaakt: blijven staan in de brug van Pontailler, grote bomen tegen gekomen, met de kopschroef erbij net door de Pont de Chasse…

Woensdag 7De boven-Saône is weer open, horen we van de sluiswachter. Naast ons ligt de Vingeanne ook weer in haar bed, zij het nog met lichte verhoging. Ondanks de regenwolken op de kaart van van Météo France is het wederom prachtig lenteweer. Als we vast liggen ga ik dus nog maar een stuk lopen met Kia, dat is wel een voordeel van die korte vaaruren. Met de hond een nieuw veldweggetje verkennen is voor mij overigens een van de grootste genoegens in het leven. Vandaag ontdekken we een verlaten fabriekshuis (waar ik me ondanks de open deur maar niet in waag, want als ik hier door de vloer zak ben ik zo nog niet terug gevonden…) en een brug met een nisje uit 1728. Het heiligenbeeldje is helaas verdwenen.

Donderdag 8Aan de andere kant waren diverse nieuwe palen geplaatst en hier zijn ze overal met damwand in de weer, dus mopperen we maar niet al te hard over die nieuwe, dure, maar nietszeggende toeristische borden. Er staan natuurlijk alleen maar jachtjes op afgebeeld… waarvan we er in die 8,5 dag dat we in het kanaal gezeten hebben dus maar twee gezien hebben. Tot Seurre ziet de Saône er 'normaal' uit, maar daar beneden staat alles nog blank. Af en toe zie je in die watervlakte haast niet meer waar de rivier loopt, dan is zo'n elektronische kaart toch wel erg handig. Aan Ecuelles schutten we nog tien centimeter af: het verval van de stuw. Beneden de sluis maken we vast om de watertank vol te laten lopen, want wie weet komen we onderweg nog ergens gestremd te liggen. Maar we waren hoe dan ook niet door gegaan, want je moet hier nu toch echt niet in het donker varen…

Vrijdag 9rme Kia, helemaal geen sluizen vandaag: bij Ormes en Dracé gaan we via de stuw. Hoewel het nauwelijks stroomt, behalve waar het dal smal wordt, schieten we lekker op: bijna 160 kilometer in elf uur. Daar doe je in het Canal d'Heuilley dus dik vijf dagen over! We zijn net te laat voor het alternat van kwart voor zes, en dat van kwart over acht vinden we te laat worden, dus maken we maar aan het kaaitje boven sluis Couzon vast (waar je, net als bij Seurre en Ecuelles, nooit over de stuw gaat). Bij het woonscheepje langszij, waar we mee op de Franse Schelde geschut hebben! Die mag niet verder: het is nog Plus Hautes Eaux Navigables, en dan geldt er een vaarverbod voor de pleziervaart en passagiersschepen. Beneden de sluis zit een supermarkt, zodat we de versvoorraad weer wat aan kunnen vullen.

Zaterdag 10Slecht geslapen: harde wind, regen en de stroom achterop, dus voortdurend geklots 'onder het bed' en af en toe botst er ook nog een stuk hout tegen de kont. En het vooruitzicht loeihard door Lyon te gaan vind ik persoonlijk ook niet zo slaapverwekkend… Om zeven uur schutten we af, samen met een Rhôneschip, zodat we ruim op tijd aan de Pont Masaryk zijn voor het alternat van kwart voor acht. Gelukkig is het weer mooi weer, dan ziet de rivier er toch wat vriendelijker uit dan met storm en regen. Onze pieksnelheid is 22 kilometer, maar gemiddeld zullen we in de stad zo'n twintig kilometer per uur gelopen hebben. Ik heb onze passage van Lyon met het fototoestel gefilmd, maar de ervaring is toch moeilijk vast te leggen. Op de Rhône lopen we ook lekker, zodat we 's avonds om half zeven beneden sluis Logis-Neuf liggen: weer 160 kilometer in 11,5 uur, plus acht sluizen… We maken bij de Kairos, zie http://kairospeniche.canalblog.com , langszij vast, die daar al een week verwaterd ligt. Op een blikseminterviewtje tijdens het schutten na hebben we tot nu toe alleen maar emailcontact gehad, maar we worden meteen uitgenodigd voor het eten. Gezelligheid kent geen tijd: voor we weer aan boord zijn is het half twee…

Zondag 11En om zeven uur loopt de wekker weer af! Normaal hadden we dat wel geloofd, maar de brug van Frontignan draait 's winters maar een keer per dag, om half twee 's middags. Dus als we daar maandagnamiddag voor komen, kunnen we er pas dinsdagmiddag door, en lossen we zeker pas woensdag. En eigenlijk willen we graag voor de achterburen leeg zijn, want er loopt op het moment wel wat leuk werk. Normaal gesproken hadden we het niet erg gevonden om daar wat langer op te moeten wachten, maar eind volgende week gaan de Rhône en de Saône voor een week dicht, en voor hetzelfde geld plenst het die week weer… Aan Saint-Gilles hebben we onze dagelijkse 160 kilometer er al weer op zitten, maar we bijten nog maar even door. We hadden gedacht aan Aigues-Mortes te blijven, maar daar ligt een passagiersscheepje op de bedrijfsvaartpalen. Dus maar door naar Palavas, waar we, om kwart voor één, maar bij een leeg baggerbakje langszij schieten.

Maandag 12Voor niks een tweede korte nacht, blijkt als we kunnen gaan bellen: we lossen toch pas woensdag. De commerce-wachtplaats in Frontignan ligt vol jachten, dus gaan we maar gewoon bij de stevigste langszij. Ze schrikken er niet van: het zijn oud-collega's. Buurman, die op een 800-tonner heeft gevaren, is inmiddels tot de ontdekking gekomen dat die spitsenschippers toch wel hard werken… Tijdens de lunch horen we buiten opeens 'Picaro' roepen. Tot onze verrassing is het de Nederlandse kunstenares, waar we een paar jaar geleden op bezoek zijn geweest (samen met haar schoonzus, een tante van Thijs, die toen een reisje mee deed), in haar sprookjeshuis met uitzicht op de étangs. Ze komt kijken hoe laat de brug draait, voor haar zoon, die er morgen door moet… jawel, het woonscheepje waar we deze reis haasje-over mee gedaan hebben. De wereld is weer klein! Het is prachtig weer, dus als we door de brug zijn fietsen we met Kia naar het strand. Als er een SMS-je van de buurman-van-vorig-jaar komt, die op de site al gezien heeft dat we er zijn, kunnen we het dan ook niet laten om even te bellen, om het ruisen van de Middellandse Zee te laten horen…

Dinsdag 13We blijken hier warempel wi-fi te hebben. Daar snákten we werkelijk naar, want ons GPRS-bundeltje van 10 MB was aan het begin van de reis al als sneeuw voor de zon verdwenen, en de vervolg-MBtjes zijn een beetje prijzig. Terwijl Thijs aan de monitor gekluisterd zit (hij heeft toch scheepsarrest, want we hebben de olieboer maar vast besteld) ga ik op zoek naar een kopieerapparaat. De VVV verwijst me naar een boekhandeltje bij het stadhuis. De bazin weet van alle klanten bij voorbaat al waar ze voor komen. Geen wonder, al kopiërend, kletsend en krasloten verkopend slaagt ze er ook nog in al mijn bonnen te lezen… ;-) Om half zeven zijn we eigenlijk nog niet uitgeïnternet, maar vertrekken we toch maar richting industrieterrein Eaux Blanches, waar we moeten lossen. We willen het laatste stukje namelijk liever niet in het pikkedonker doen: we hebben hier al eens meegemaakt dat er visnetten dwars over het kanaal stonden…

Woensdag 14Leeg, wat nu. De reizen Chalon sur Saône - Rouen, waar we onze zinnen op gezet hadden, komen voorlopig niet meer, de Tarascon - Gelsenkirchen, ons alternatief, is bevracht, de Bratislava geannuleerd, de harde tarwe komt pas na de stremming weer, leeg de Centre in is geen optie omdat daar al sinds eind januari een sluismuur is ingestort en gisteren was er zelfs geen werk uit de omgeving van Vitry le François. We kunnen dus kiezen tussen twee weken vakantie in afwachting van ??? of een reisje rode ballast. Terwijl Thijs rondbelt en terug naar Frontignan vaart, begin ik maar vast aan het ruim. Een hele klus, met bezem en plamuurmes, want we willen het niet met dat superzoute water van hier uitspuiten. Dat plamuurmes kan ik ook meteen gebruiken om gebarsten verf los te steken, want grijper en bobcat hebben weer aardig wat schade aangericht aan de spanten. We blijken vrijdag bauxiet te kunnen laden, zodat we in principe nog voor de stremming 'boven' kunnen zijn. De afvoer van de Rhône is weer normaal voor de tijd van het jaar, dus doen we het maar. Als we uitgewerkt zijn maken we een prachtige wandeling naar de voormalige zoutfabriek in het Etang d'Ingril, met zonsondergang, tussen de flamingo's…dat maakt alles weer goed!

Donderdag 15Normaal ben ik niet zo'n vroege vogel, maar het is zo'n schitterend weer dat ik om acht uur al weer met Kia langs het étang loop… ja, zonder jas! Als Thijs met een paar heerlijke pains aux raisins terug komt van de bakker-om-de-hoek weet hij ook nog te melden dat het hier zaterdag rommelmarkt is op de kade. Vandaag kronkelt de groentenmarkt als een kleurige slang door het dorp. Tegen de middag is het 22 graden…. Snik, wat hebben we onszelf aangedaan… Het is overigens wel de eerste keer dit jaar dat het hier zo warm is, horen we 's middags, als we opgehaald worden voor een tweede bezoekje aan het leukste huis dat ik ken. We horen ook dat veel mensen hier behoorlijk arm zijn, mede doordat het zo slecht gaat met de muscat-verkoop. Veel wijngaarden worden dan ook gerooid. Gelukkig blijkt de olijventeelt een goede vervanger, zodat het landschap niet (verder) geruïneerd wordt.

Vrijdag 16Er is deze keer maar een vrachtwagen beschikbaar om ons te laden. Elk rondje duurt een uur, dus we zijn pas om vier uur vol. Nou ja vol, we hadden veiligheidshalve maar 230 ton aangenomen. Wat uiteindelijk (op verzoek van de chauffeur, die elke keer net wat meer in heeft dan op de laadbon staat…) toch nog 238 ton wordt. Rood maar recht gaan we meteen varen, want zoveel tijd hebben we nu ook weer niet over, als we donderdagavond door Ecuelles willen zijn. Thijs vertikt het om zich bij de capitainerie te melden nu we niet meer in Sète zelf mogen liggen, maar Big Brother is overal: we zitten nog niet in het kanaal of er wordt gebeld waar we heen gaan en met hoeveel ton… We hadden gepland tot Saint-Gilles te komen, maar nu we zo laat vertrokken zijn wordt het toch Aigues-Mortes.

Zaterdag 17Na het ontbijt ga ik meteen boenen, om het vastdrogen van de dauw voor te zijn. Als ik begin is het water nog een beetje zout, maar voor ik eens klaar ben is het zoet en schoon. De heuvels in de verte zijn roze van de bloesem… zucht, hadden we maar een dagje over! De sluismeester van Saint-Gilles wil ons ruimaanveegsel wel hebben voor zijn tuin, daar komen we dus ook weer mooi vanaf. Op de Petit-Rhône lopen we 9,5 kilometer met 1200 toeren, op de Grand Rhône nog maar 6,5 bij 1400 toeren. Nog 280 kilometer naar Lyon… En wááien dat het hier doet, toch blij dat we niet leeg op hoeven! Boven Beaucaire loopt het beter, daar komen we af en toe weer aan de 9 km/h. Dus liggen we nog met daglicht vast boven Avignon, zodat ik onze door mistral en motor getergde viervoeter nog even goed uit kan laten.

Zondag 18's Morgens giert de wind nog om de stuurhut, fluit tussen de deur door en rukt aan het dak, 's middags wordt het geleidelijk stil en daarmee bijzonder aangenaam weer. We lopen lekker op, waarschijnlijk omdat de waterkrachtcentrales op zondag maar op een laag pitje draaien. Precies 100 kilometer, en 4 sluizen, in 12 uur.

Maandag 19Vandaag loopt het heel wat minder. Het begint er al mee dat we dik een uur liggen te wachten beneden Beauchastel: eerst moet de opvarende tanker voor ons de sluis nog uit en dan duurt het eindeloos voor de afvaart eruit komt. Een coaster, dat verklaart veel. Met een duwboot erachter, dat verklaart nog meer. We horen alleen niet wat er gebeurd is: motorpech, boom in de schroef…? Eigenlijk zou ik weer eens een dagje achter de PC moeten kruipen, maar ik zit liever in de stuurhut naar buiten te kijken. Op de heenweg was er nog geen knopje te zien en nu is het Rhônedal roze van de bloesem. Overigens waren de bergtoppen op de heenreis ook niet zo wit… Boven Valence begint het echt guur te worden. Gisteravond hadden we de ramen nog open staan, vanavond zetten we een uurtje voor we stoppen de warmtewisselaar nog maar even aan.

Dinsdag 20De beruchte laatste loodjes: in het kanaal van Pierre-Bénite lopen we op bepaalde stukken nog maar 4,5 kilometer… met draaikolkjes in de tank! Als we 's avonds de haven van Villefranche sur Saône binnen schieten is er net een coaster aan het rond gaan. De kapitein roept ons op, om ons te waarschuwen dat zijn schip slecht manoeuvreerbaar is. Zeg dat wel: even later moeten we hard achteruit, om niet tussen de coaster en een duwboot geplet te worden. Na van de bemanning van de, toch ongeschonden, duwboot gehoord te hebben dat je 'met een flinke klap tegen het kleine groene poortje' van het haventerrein af kunt komen lopen we nog maar even naar de supermarkt. Zijn we morgen in Chalon 'vrij'.

Woensdag 21De nieuwe Franse stremmingen zijn bekend, dus ik ben weer even zoet met die in te voeren voor www.elv-transport.com/chomages. De inhoud is zoals ieder jaar deprimerend. Zo is de Centre-route bijna drie maanden als (alternatieve) doorgaande verbinding gestremd: op 3 november gaat het Canal du Loing dicht (tot 2 december), van 11 november tot en met 31 december zijn het Canal de Briare, Canal latéral à la Loire en Canal du Centre gestremd en van 2 januari tot en met 20 januari gaat het pand van Maimbray in het Canal latéral à la Loire nóg een keer dicht. Ongetwijfeld zijn sommige stukken nogmaals gestremd vanwege loshangende deuren, afbrekende verlaten, instortende sluismuren of verzakkende oevers, en dan wordt er gezegd 'Het heeft geen zin nog in deze vaarwegen te investeren want er zijn dit jaar toch bijna geen schepen door gekomen…' Hetzelfde geldt voor het Canal de Saint-Quentin, waar de middagrame buiten het hoogseizoen nog steeds uit kan vallen. De sluismeester van Dracé waarschuwt dat we bij Macon misschien door een jachtje dat daar met motorpech ligt opgeroepen gaan worden voor een sleepje. We zien geen jacht, maar wel een restaurantschip, met een Renaultbusje ernaast. 'Zo'n mishandelde spits had ik toch niet meegenomen', zegt Thijs. Dan zien we zijn kop: Le Picaro…

Donderdag 22Om 12 uur varen we Ecuelles in, waar vanavond om 19 uur de stremming begint, dus we hadden nog zeven uur langer in het zonnige zuiden kunnen vertoeven! In Saint-Jean de Losne is het alles behalve zonnig. We maken er vast om naar het postkantoor te gaan, en gaan dan maar meteen weer door. Hoe langzaam kun je een sluis maken: bij Auxonne kan ik nadat ik aan de slang gedraaid heb naar achteren lopen, de vaartijdengids opgraven en nog opzoeken of hier daadwerkelijk tot 19 uur geschut wordt, voordat het licht eens op rood-groen springt. En dan moet de sluis dus nog gaan afschutten, wat sinds de automatisering ook een lang verhaal is…

Vrijdag 23Op de grond is het lente, sleutelbloemen, viooltjes en al een enkele pinksterbloem, maar in de lucht is het nog winter. Het ene moment regent het, het andere moment valt er natte sneeuw, en soms allebei tegelijk. En koud dat het is… Dan duurt de dag toch wel lang, zeker nu het hoogseizoen begonnen is, zodat er in het kanaal weer van 7 tot 7 geschut wordt. Het bruine loeder heeft het helemaal ontdekt: na iedere sluis gaat ze eerst op mijn stoel uit zitten druipen, om haar eigen nest niet nat te maken!

Zaterdag 24Hé, we hadden een zonvakantie geboekt, geen wintersport! Nog zo'n dag vreselijk weer. Maar we schieten wel lekker op: binnen twee vaardagen van Heuilley sur Saône naar Batailles. We zijn dan ook maar één schip en één weigerende automaat tegen gekomen.

Zondag 25Toen we de Rhône op gingen hadden we gedacht vandaag nog aan de Saônezijde van het kanaal te zitten, en dan een dagje vrij te nemen (want in het hoogseizoen wordt er ook op zondag weer geschut) om lekker te gaan wandelen, voor Thijs z'n verjaardag. Maar in deze hoek hebben we al zo vaak gelegen, en dan met dit weer… 's Middags laat het zonnetje zich eindelijk weer zien, maar dan loopt de hele sluiswachtersplanning in de war als je stopt. Maar een uurtje voor tijd mogen we toch wel vastmaken vinden we. Zeker omdat dat zo gemakkelijk gaat, op het aquaduct van Foulain. Enig probleem: er moet een opvaart in de buurt zitten, maar onze sluiswachteres weet niet waar, en wij krijgen hem hier in de bossen en heuvels met onze afgeknepen Hollandse marifoon natuurlijk niet te pakken. Dus fiets ik maar een paar sluizen vooruit met Kia. Geen spits te zien, dus kunnen we het kanaal met een gerust hart afsluiten. Een mooi pad brengt ons naar het Chateau de Moiron, dat aan een prachtig blauw stuwmeertje ligt, en omgeven is door over bemoste stenen kabbelende beekjes. Terug mogen we volgens de bordjes over het landgoed lopen dat als een, wat alternatief ogende, camping in gebruik is. Het 'Centre Lothorien' bestaat uit diverse minder of meer gerestaureerde gebouwen, en roept met z'n grotto, voormalige duiventil, roestige siervazen en totale verlatenheid een sprookjesachtige sfeer op. Aan boord wacht ons lapin à la provençale, mmm, dat is echt lekker!

Maandag 26Gisteren, zondag, begonnen we om 8 uur, zodat we het uurtje vroeger op als gevolg van de verzette klok niet merkten, maar vandaag valt het wel even tegen om om 7 uur te beginnen. Bovendien is het bitter koud, 4,6 graden in de stuurhut! Terwijl we ons aankleedden hoorden we al een autootje voorbij scheuren, dus we verwachten dat de sluis klaar staat. Niet dus. Dan zal ze eerst de volgende sluis wel klaar zijn zetten, die net om de hoek ligt. Een kwartier later nog geen teken van leven. Sh.., hebben we nou toch het systeem nog verstoord? Dan worden we door de opvaart geroepen: 'Picaro, jullie hebben geen personeel want je sluismeester is vergeten haar wekker te verzetten. Maar ik heb mijn sluismeester opdracht gegeven de sluis voor jullie om te schutten, zodat we elkaar in deze diepe bocht kunnen tegenkomen.' Zo doen die Fransen dat dus. Even later verschijnt onze leensluiswachteres, maar de deuren gaan maar niet open. Na verloop van tijd zien we de man die in het sluishuis woont binnen wat gaan halen en dan slaan de vlammen opeens uit de verlaat: die moest even ontdooid worden! Vier graden onder nul, horen we even later. Het is te merken: het touw is totaal onhandelbaar. Maar we kennen het maartweer hier nog wel van vroeger: 's morgens ben je ijs aan het breken, en 's middags loop je buiten in een T-shirtje te puffen. En inderdaad, om 11 uur is het 21 graden in de stuurhut, met de ramen open. Onze derde Franse tegenligger, een kennis, belt waar we zitten. Want hij heeft al van zijn sluiswachteres gehoord dat we gisteren TWEE uur vroeger vastgemaakt hebben. Zo'n kanaal is ook net een dorp!

Dinsdag 27Door die nieuwe palen kom je 's avonds nog eens op een ander plekje terecht. Met Kia loop ik naar de vuilstort boven de sluis, die er in het voorbijvaren veelbelovend uitzag. Waarom rijden mensen de glasbak voorbij om hun glas in het wild te storten? Afijn, het levert mij een stel mooie oude jampotten op. Een berg verder vraag ik me af of het eigenlijk wel een illegale stort is: er ligt een half departementaal archief! De meeste paperassen zijn helaas kletsnat, maar ik neem toch maar een paar distributiebon-achtige formulieren uit de Tweede Wereldoorlog mee, en vind ook nog een paar oude stempels, waaronder een met de tekst 'Chaumont'. Aan de andere kant van de hoop denk ik: dit lijkt wel van het kerkhof te komen: plastic bloemen, mandjes, rode waxinelichtjeshouders en… een kunstbeen! Nee, dat neem ik dus niet mee!

Woensdag 28Je hebt inundatiesluizen, maar ook sluisinundaties: omdat de panden zo vol staan duwen we, ook al varen we zo zachtjes mogelijk in, regelmatig het sluisterrein blank. Dat kan voorkomen worden als de sluiswachter precies op tijd de benedenverlaat een stukje opendraait, maar eenmaal in de automaten is het steeds een waterballet. Onze volgauto blijft er op hameren dat we niet te vroeg op de afstandsbediening moeten drukken, omdat de deuren na tien minuten weer dicht gaan. Ja-ja, aan het bord drukken is leuk en aardig als de sluis vol staat, maar als hij nog om moet komen lig je toch weer achteruit te draaien, met alle risico's vandien voor de schroef. Dus bedenken we maar een 'hi-tech' oplossing om dit nieuwe ongemak het hoofd te bieden: we drukken op het moment dat we volgens de afstandsring van de elektronische kaart op tien minuten van de sluisdeur zitten…

Donderdag 29Om half tien zijn we Het Kanaal weer uit. We vieren het met verse croissants aux amandes bij de koffie. Voor ons gevoel hebben we het deze keer hartstikke vlug gedaan, maar we blijken er gewoon 72 uur over gedaan te hebben. En op de heenreis, toen er maar geen eind aan leek te komen, 75,5 uur…

Vrijdag 30Aan Condé sur Marne wordt gebaggerd. Hopelijk gaan ze daarna richting Marne, want dat laatste stukje Canal latéral à la Marne is haast nog slechter dan het Canal d'Heuilley. Als het aan mij gelegen had waren wij bij Condé rechtsaf gegaan, want naast ons leek de Marne toch behoorlijk hard te stromen, maar Thijs heeft gelijk: eenmaal op de rivier valt het mee. En gelukkig staan alle automaten vol, en treffen we weinig opvaart, zodat we niet net boven de stuwen hoeven te wachten. Al kunnen we dankzij de kopschroef tegenwoordig achteruit draaien zonder dwars te vallen.

Zaterdag 31Aan Méry krijgen we te horen dat we ons voor hadden moeten melden. Maar toen we gisteren de subdivisie belden werd er gezegd dat dat niet nodig was, omdat het hoogseizoen dit weekend begint… We komen langzaam weer 'in de beschaving', dus sla ik maar eens serieus aan het poetsen. Bij het dweilen ontdek ik een scheurtje in het marmoleum. Die vloer ligt er al zeker tien jaar in, maar het verbaast me niets dat hij toch nog heeft 'gewerkt'. We hebben met zware lading ook al eens meegemaakt dat er opeens een centimeter ruimte tussen de wanden en het plafond van het gangetje zat, of dat de boekenkast een brede naad vertoonde.

 Februari
2007
  
 April
2007
print-versie