LOGBOEK JUNI 2005

 Mei
2005
 
Juli
2005
Woensdag 1Onderweg ruimen we alles uit en af, zodat we in Heuilley alleen de stuurhut nog hoeven te demonteren. Dat doen we even drijvend voor de sluis, gadegeslagen (en jawel, gefilmd) door tig jachten. Als we opgeschut zijn gaat zo'n stuk huurplastic ondanks het driftig gezwaai van de sluiswachter precies voor de ingang van het Canal de la Marne à la Saône liggen, waar wij dus haaks in moeten draaien. Zucht, spitsen gaan de Petite Saône niet voor niets mijden in de zomermaanden... Het eerste stukje kanaal loopt lekker, maar dan stuiten we op een Franse tjalk, die weer achter twee geladen schepen zit. Die spitsen willen ons zó voor laten, maar de tjalk blijkbaar niet. Denkt zeker dat we voor ons plezier afgebroken varen... Pas als onze collega's duidelijk maken dat het voor hem zo ook wel eens een zéér langdurige reis naar Vitry kan worden, stopt hij om ons voorbij te laten.

Donderdag 2Als je het Canal d'Heuilley leeg doet zie je in Vitry geen kraaienpootjes maar struisvogelpoten in de spiegel... Onder normale omstandigheden krijg je van een dag in weer en wind buiten zitten al een roodgloeiend gevoel. Nu brandt het zonnetje genadeloos en we hebben zo nog vier dagen voor de boeg. Dus smeren we ons 's morgens om 7 uur al met factor 30 in. Voor Thijs is het afgebroken varen extra afzien, vanwege zijn hooikoorts. Ook Kia weet niet waar ze blijven moet, in de 'stuurhut' is 's middags geen enkel schaduwplekje meer te vinden en op het dek en de luiken brandt ze haar poten. De tunnel is afgebroken altijd een verademing: ofwel even van de regen in de drup, ofwel even schaduw, en in ieder geval even een lang pand. Het is ook een mijlpaal: toch al weer 43 sluizen gedaan. Maar dan komt het ergste: 71 sluizen af. Leeg ben je gevoelig voor het minste zuchtje wind. Daarbij steken de sluismuren hier maar een paar centimeter boven water uit en liggen veel sluizen en bruggen niet recht op het kanaal, maar moet je er net een beetje indraaien. Wat niet mee valt als je de sluis helemaal niet ziet. We eindigen de dag aan de kade van Langres. Ik maak achterop een praatje over de Franse binnenvaart met twee Duitse jachtenschippers, Thijs voorop met een Nieuw-Zeelander. Nadien blijken we zowat hetzelfde gesprek te hebben gevoerd!

Vrijdag 3We wilden niet al te vroeg aannemen, om niet koste wat het kost door te moeten jakkeren. Maar nu we voor een reis van Vitry bellen die al weken aangeboden wordt, blijkt er opeens een probleem met de lading te zijn, waardoor we nog niet bevracht kunnen worden. Maandag krijgen we uitsluitsel. Ach ja, dat kan er ook nog wel bij. Vandaag is het nog warmer, zodat we maar samen onder een parasol kruipen. Wel steeds dichtklappen voor de bruggen natuurlijk. Om niet door een extra lage brug verrast te worden hebben we een waterfles op het voorroefje staan: als die om gaat, is het gas geven en bukken geblazen. Kia heeft een geweldige engelbewaarder of ze kan goed schatten, want ze stoot niet één keer haar kop. In de loop van de middag wordt parasolletje parapluutje: onweer.

Zaterdag 4De dag begint weer met regen, getver. Niet alleen omdat je er nat en koud van wordt, maar het is ook zo onhandig: de stuurstoelen moeten naar binnen, door de zeiltjes over de apparatuur is het moeilijker manoeuvreren, je wordt afgeleid door hun geflapper, de kaart en de verrekijker liggen niet meer onder handbereik, met regenkleding aan is het lastiger draaien en klauteren, de hond loopt je diep ongelukkig steeds voor de voeten... Gelukkig wordt het al snel weer droog, maar de lucht blijft nog lang dreigend. Ik word daar altijd een beetje bijgelovig van: 'laat ik de kleedjes maar niet weg trekken, mijn regenjas maar niet uitdoen, maar geen korte broek aantrekken,... want dan gaat het vast weer regenen'. Leeg varen is overigens niet alleen kommer en kwel, maar heeft ook z'n voordelen, je schuift niet voortdurend over de bodem, kunt gemakkelijk met de kop tegen de kant komen als er een automaat kapot is of om 's avonds vast te maken en je hebt veel meer contact met de mensen op de wal: iedereen zwaait en vissers wensen je 'bon appétit'. Het blijft ook altijd leuk om 'water!' te zeggen als toeristen op de sluis vragen wat je geladen hebt ;-) Want om een beetje 'achteruit' te hebben en onder de laagste bruggen door te kunnen hebben we ook nog wat ballast gezet, anders zouden het stuurrad (dat we hier al wel eens aan diggelen gevaren hebben...), de marifoon, de bochtaanwijzer en het nu platgeklapte voorpaneel ook nog eens gedemonteerd moeten worden.

Zondag 5In de paar jaar dat we hier niet geweest zijn is er weinig veranderd. Wel valt het ons op dat Frankrijk steeds netter wordt, oude huizen worden opgeknapt, er ligt minder rotzooi enzovoort. De sluiswachtershuizen zijn in dit kanaal trouwens beter in stand gehouden dan in de Vogezen. En er is meer geïnvesteerd in nuttige zaken, zoals vastmaakgelegenheden en nieuwe deuren, dan in klakkeloze automatisering. Alleen aan de rottigste handsluizen, van Saint-Dizier tot Vitry is natuurlijk net niks veranderd. Normaal gesproken spring ik afvarend van het schip af, zo gauw Thijs het touw om de bolder heeft, om eerst de bovendeur dicht te draaien en dan de verlaat aan de benedenkant open te draaien. Als het schip ‘gelijkvloersÂ’ gezakt is stap ik weer aan boord om de touwen te doen en gaat Thijs aan de wal om de benedendeur open te draaien. Deze verlaten gaan echter zo zwaar dat Thijs als de touwen vast staan de buitenboordtrap ophangt om de verlaat te gaan draaien, en ik via het trapje meteen weer aan boord ga om de touwen door te halen. Na 4,5 dag springen en klauteren tellen we de laatste sluizen en kilometers echt af. Omdat het zondag is wordt er een paar uur minder geschut, maar we komen het kanaal net uit. In Vitry maken we bij kennissen langszij vast die net dezelfde ‘survivaltochtÂ’ achter de rug hebben. Even bijpraten en dan begint ‘de grote schoonmaakÂ’.

Maandag 6De reis die we op het oog hadden is geannuleerd. Een andere bevrachter biedt dezelfde reizen aan, maar ook die blijken na verloop van tijd niet door te gaan. De kwaliteit van de lading zou niet aan de eisen van de ontvanger voldoen, waardoor er te weinig product is. Volgens de verlader, waar we dus voor de deur liggen, is er echter geen enkel probleem, en de schepen die vorige week bevracht zijn worden dan ook gewoon geladen. Vreemd... Maar al met al zijn we mooi een dag voor niets aan het lijntje gehouden. Dus wat nu? Andere reizen genoeg, maar die betalen (vanwege de lading, afstand, partijgrootteÂ’s) allemaal een paar euro per ton minder. Een stukje terug het Canal de la Marne à la Saône in gaan we in ieder geval niet meer. Uit principe, maar vooral omdat we dan alles weer af moeten breken wat we in de loop van de dag net opgebouwd hebben (stuurhut, masten en vooral die vreselijke roeiboot). In noordelijke richting redden we het wel in ‘grand ballastÂ’ maar, snik, het ruim is net droog. Na een bakje troost van de buren besluiten we dan in vredesnaam maar in Chalons en Champagne te gaan laden, omdat we daar net in een dag naar toe kunnen varen en vervolgens ook het ruim nog zonder nachtwerk droog kunnen krijgen. Als we naar de bevrachter bellen krijgen we echter te horen dat ze ons nog niet definitief kunnen bevrachten omdat ze de verlader al de hele dag niet te pakken krijgen. Nee toch... Op hoop van zegen zetten we toch maar ballast om Â’s morgens om 7 uur te kunnen vertrekken, want als we tot kantoortijd moeten wachten redden we het weer niet meer naar Chalons.

Dinsdag 7Het gaat maar door: de bevrachter belt dat we pas overmorgen kunnen laden in Chalons omdat de silo morgen de hele dag nodig heeft om een trein te laden. Thijs wil al bedanken voor de reis, maar ik ben die voortdurende onzekerheid en tegenslagen beu: dan gaan we maar een dagje verven, dat is ook hard nodig. Tijdens het varen ga ik de den vast schuren, ontvetten en plekjes bijwerken, zodat hij morgenvroeg lakgereed is. Als ik tegen de avond bijna klaar ben met mijn voorbereidend werk komt de silobaas vragen of we toch morgenvroeg kunnen laden, want de trein is niet op komen dagen...

Reactie van
douglas
Als je den gaat schilderen dan wel in de goede kleur, dan hoef ik de micro Picaro weer niet te veranderen. Vraag Thijs maar wat ik bedoel.

Woensdag 8Ze houden het nog twee uur spannend (dus weer voor niets vroeg op gestaan), maar om 9 uur komt er dan toch echt gerst uit de pijp ons ruim in lopen. Tijdens het laden ga ik nog even naar de supermarkt. Je ziet de automobilisten hier altijd hun wenkbrauwen optrekken bij zo'n volgepakte fiets: in Frankrijk doen alleen arme bejaarden met de fiets boodschappen. 's Middags leg ik nieuwe vloerbedekking in de stuurhut en snij daarbij maar één keer in m'n vinger.

Reactie van
Dirk
Beste Thijs en Annemarie, ik volg jullie prachtige logboek al een tijdje. Toch maar eens even een reactie doen dus. Ik vind het heel aangenaam om te lezen.Het geeft ook een goede kijk op het werken en leven aan boord van een binnenschip, wat voor velen van ons walbewoners onbekend is.
groetjes, Dirk mslb Odilia

Reactie van
Picaro
Bedankt voor uw reactie! (Altijd prettig om te weten wie er in je dagboek meelezen ;-) De spitsenvaart verschilt wel een beetje van de rest van de binnenvaart.

Donderdag 9Twee lange panden vandaag, een mooie gelegenheid om de den te schilderen. Halverwege het eerste lange pand hangen er al twee, zo te zien Nederlandse, jachten achter. Als ik ze hier voorbij laat moeten ze aan de volgende sluis al lang afgeschut zijn als wij daar arriveren. Dus ga ik achterop staan zwaaien dat ze er langs kunnen. Geen reactie. Zal ik ze op de marifoon oproepen? Maar de meeste jachten hebben die toch niet aan staan, of op een ander kanaal. 'Pech, hadden ze vanmorgen maar eerder op moeten staan!' roept Thijs vanuit het gangboord. Even later word ik in het Frans opgeroepen, of ze misschien mogen passeren: zij zien blijkbaar niet in één oogopslag aan het schip dat wij Nederlands zijn. De tweede heeft dat gesprek gemist en bedankt ons in het voorbijgaan in het Engels, dus nu is het Thijs z'n beurt om gewoon in het Nederlands te antwoorden... We krijgen en passant ook nog een plastic tasje met vier blikjes 'Heineken!' aan dek geworpen, net niet in de verse verf. 'Ik hoop dat die mensen geen internet hebben!' klinkt het al vanuit het gangboord... Ja, het is natuurlijk aardig bedoeld, maar we voelen ons toch een tikje beledigd. Twee sluizen verder gaan we ze trouwens weer voorbij: eentje heeft z'n boegschroef in panne...

Vrijdag 10Honden, af en toe zou je er soep van willen koken... We liggen al voor de middag vast in Berry au Bac. Morgen is er een vergadering van ons samenwerkingsverband, maar we weten zo in het hoogseizoen verderop geen plekje waar je met twee geladen schepen een dag kunt blijven liggen. 's Middags rijden we met de buren terug naar Reims om de 'beursprovisie' te betalen. In de haven moeten we even in onze ogen wrijven: het jacht van gisteren hangt in een kraan. Dat je met een lege 135 meter geen meter zonder kopschroef kunt varen, oké, maar... Daarna gaan we naar de supermarkt. We hebben niet veel nodig, maar het is altijd leuk om weer eens in zo'n hypermarché rond te neuzen. Voor we weg gingen hadden we de luxaflex dichtgemaakt en de houten gordijntjes in de stuurhut opgehangen, zodat Kia het niet zo warm zou hebben. Bij terugkeer wachten ons splinters en rafels. Verlatingsangst heet dat. Nou, zeg maar verlatingsagressie. De luxaflex is gelukkig nog te restaureren. Het voordeel van een schip is namelijk dat de ramen wel breed zijn, maar niet hoog, zodat je de helft van de latjes overhoudt. Maar een houten gordijntje is echt niet meer te redden.

Zaterdag 11Omdat de ledenvergadering voorafgegaan wordt door een bestuursvergadering en de buurman bestuurslid is, zitten we al om half zeven in de auto op weg naar Nederland. De ledenvergadering is gezellig, iedereen is het over de meeste dingen wel eens en het is altijd leuk om onder het genot van een etentje weer eens bij te praten met collega's. Als we 's avonds laat terug komen... zijn we blij dat we de luxaflex nog niet gerepareerd hadden!

Zondag 12Een mooie dag voor klein onderhoud. 's Avonds belanden we bij mijn favoriete sluis: op een kilometertje afstand bevindt zich namelijk een puinstort, waar ik vorig jaar mooie oude tegels gevonden heb. Ik heb me toen helemaal een breuk gesjouwd, met een gescheurde emmer vol tegels. Nu neem ik een boodschappentas en de buurvrouw mee... en is het nog een hele sjouw. Gewoon te hebberig! Hoewel, als ik ze nadien uitstal kom ik op 23 tegels, eigenlijk net ééntje te weinig. Wat ik ermee ga doen weet ik nog niet, misschien een wc-vloertje, later... Zoals 'gewone' mensen over leven op het water dromen, fantaseren veel schippers over een huis. En dan bij voorkeur over een Frans sluiswachtershuisje!

Maandag 13In het lange pand verft Thijs nog vlug de radar, die we afgelopen dagen al schoon gekrabd hebben. In het Canal du Nord zijn we namelijk weer uitgeschilderd, door de hefdeuren krijgt het schip daar iedere sluis een douche. De rest van de dag boen ik krassen, roeststrepen en andere vlekken van de kop, den en roef weg. Als ik achterop bezig ben zie ik opeens de luiwagen voorbijdrijven. Verdorie, de tweede dit jaar! Gelukkig kan de buurman hem opvissen, zodat ik na de sluis weer verder kan. 's Avonds liggen we bij andere goede kennissen, dus gaan de tuintafel en stoelen de wal op. Iedereen vindt het varen veel ongezelliger dan een jaar of tien geleden, maar ons hoor je niet klagen.

Dinsdag 14Nu Nederland nadert moet er weer een hoop geregeld worden. De telefoon staat niet stil vandaag. Natuurlijk krijgen we net voor de tunnel een belangrijk gesprek. Helaas, de verbinding verbreekt voor we wat af kunnen spreken en nadien wordt er niet meer teruggebeld. E-mail heeft dan ook mijn absolute voorkeur, telefoontjes komen altijd op het verkeerde moment. En door het gedreun van de motor kan ik er soms ook weinig van maken.

Woensdag 15We gaan duidelijk weer de verkeerde kant op: iedere dag een half uur vroeger opstaan! En het weer wordt ook slechter. Dus sla ik binnen maar eens aan het ruimen. Post die nog steeds gelezen moet worden, oude telefoonrekeningspecificaties en vooral heel veel kranten: al met al werk ik zeker vijf kilo papier weg. Dat maakt het 'verlies' van die tegels weer een beetje goed...

Donderdag 16In de Krammersluis klim ik vast van boord om met Kia naar de overnachtingspalen te lopen. Het is schemerdonker, warm, de lucht ruikt zout en vaag naar bloemen. Ik kon net zo goed op een Grieks eiland zijn!

Vrijdag 17'Je ziet nog maar zo weinig kleine schepen', geeft de waterpolitieagent als bezoekreden op. De controle ontaardt in een gezellig gesprek, zeker als blijkt dat hij in zijn vrije tijd binnenvaarthistoricus is.
Tegen de avond maken we in Den Bosch vast, waar ik even later met de auto word opgepikt om naar Namen te gaan. De Frankrijk-vertegenwoordiger van The Barge Association, een organisatie van varende woonschepen, heeft me uitgenodigd voor hun jaarlijkse bijeenkomst. Mijn chauffeur zet zich beroepsmatig in voor de belangen van de Nederlandse pleziervaart. We hebben een boeiend gesprek, waarbij me weer eens pijnlijk duidelijk wordt dat de binnenvaart door locale beleidsmakers graag vergeten wordt. Niemand denkt eraan dat op vrachtschepen ook mensen wonen, die af en toe graag een paar dagen op een veilig plekje kunnen liggen, in de nabijheid van openbaar vervoer, winkels en andere noodzakelijke en aangename voorzieningen...

Zaterdag 18De lezingen van de vaarwegbeheerders en andere organisaties en de hierop volgende vragenronde blijken erg interessant. De VNF-vertegenwoordigers hebben goed nieuws: de Franse bedieningstijden worden in de loop van de komende vijf jaar weer gestandaardiseerd, op bepaalde vaarwegen mogen we in de toekomst in de sluizen overnachten en met de overdracht van kleine vaarwegen aan locale overheden lijkt het nog niet zo'n vaart te lopen.

Zondag 19Er is in de weken dat we weg waren het nodige gebeurd, dus blijven we nog maar een dag stil liggen om de familie te bezoeken. Daardoor varen verschillende schepen die ook naar Lieshout moeten ons voorbij. Jammer, maar het is niet anders. En wij zitten lekker de hele dag in de tuin, met dit weer heel wat beter dan op zo'n heet stuk ijzer!

Maandag 20In Lieshout liggen zoveel schepen dat er geen plaats meer is, dus blijven we met goede kennissen 'om de hoek' liggen wachten. Terwijl ik binnen in de warmte worstel om een verslag van de DBA-bijeenkomst op papier te zetten, zit Thijs buiten onder een boom lekker 'mijn' kranten te lezen, grrr... Gelukkig hoef ik me niet om het eten te bekommeren: de buurvrouw stelt voor samen te barbecuen én voor de boodschappen te zorgen!

Dinsdag 21De drinkwatertank blijkt aardig leeg. Tijdens het lossen mogen we hem van Bavaria vol laten lopen... met water wel te verstaan! We kunnen meteen weer een reis aannemen, maar passen nog maar even: eerst nog een paar dagen 'thuis' liggen.

Dinsdag 21De drinkwatertank blijkt aardig leeg. Tijdens het lossen mogen we hem van Bavaria vol laten lopen... met water wel te verstaan! We kunnen meteen weer een reis aannemen, maar passen nog maar even: eerst nog een paar dagen 'thuis' liggen.

Woensdag 22De kade waar we altijd liggen is in beslag genomen door jachten en woonscheepjes. Het ergste is dat wij er gemakkelijk bij gepast hadden, als ze wat beter aangesloten hadden. Als er 's avonds nog niemand weg is, ga ik maar eens aan een Engelsman, die precies midden op een lengte van vijftig meter is gaan liggen, vragen of hij wat aan wil schuiven. Hij was zich natuurlijk van geen kwaad bewust. Later helpen Thijs en een andere buurman hem nog met zijn boordelektra, en voorzien we hem van toeristische informatie. Zo kan het ook...

Donderdag 23We moeten toch een zekere neiging tot zelfkwelling hebben: nemen we weer een reis Arles aan! Naast alle problemen waar we vorige ronde mee te kampen hadden is het nu ook nog eens hartje zomer, dus nog meer warmte en huurvaart. Maar we hoeven er allebei geen seconde over na te denken. Met zo'n lange reis zijn we lekker weer een hele tijd onder de pannen. En de Maasroute is toch wel honderd keer mooier en leuker varen dan dat eeuwige Canal du Nord. Bovendien zijn we afgelopen keer wel erg vlug de Rhône en Saône op gegaan, terwijl we best hier en daar even hadden willen blijven plakken.

Vrijdag 24Met de trein naar huis om Kia te parkeren en de auto op te halen: we worden vandaag op een 'Compris-demonstratie' in Gent verwacht. We stellen het erg op prijs dat de verschillende autoriteiten een reis van een spits, dat wil zeggen onze reis La Ferté -Walsoorden, hebben willen gebruiken om het internationaal doorkoppelen van reisgegevens, een online routeplanner voor verladers en een nieuwe schependatabase te presenteren. Deelname aan het paneldebat vinden we wat minder leuk, maar ja, voor spitsenpromotie moet je wat over hebben.

Zaterdag 25We mogen de auto het hele weekend houden, dat komt goed uit nu we zoveel boodschappen en materiaal nodig hebben. In de namiddag fiets ik gauw nog een keer de stad in, nu kan het nog! 's Avonds visite. Trouwe logboeklezers, dus veel nieuws kunnen we ze niet meer vertellen. Wel een paar honderd foto's laten zien.

Zondag 26Het ruim moet nog geveegd worden. Brrr, gerststof is net jeukpoeder! 's Middags naar een vriendin, weer lekker in de tuin zitten kletsen en eten. 's Avonds moeten we de auto weer inleveren. Als we op het station afgezet zijn, blijken er vanwege werkzaamheden #$%! geen treinen te rijden. Dan maar met de bus.

Maandag 27Fini les vacances. Maar nog niet voor mij: we hebben weer een matroos aan boord, dus ik mag uitslapen. Onderweg wordt er gebeld: of we misschien vanavond vast een paar wagons kunstmest kunnen laden? We zijn bijna in Stein, dus dat kan.

Dinsdag 28Er druppelen steeds meer scheepvaartberichten over watergebrek binnen. Veiligheidshalve zouden we dus liever wat minder laden, maar doordat het gewicht van de wagons niet zo goed afgepast blijkt als normaal, eindigen we toch nog met zo'n 240 ton. Hierdoor gewaarschuwd laadt de buurman wat krapper, en wil nog wel een paar ton van ons overnemen. Geweldig! Op de wal vinden ze het best, als we het papierwerk zelf maar regelen.
's Avonds maken we bijtijds vast omdat er mensen langskomen die overwegen ook op een spits te gaan varen.

Woensdag 29Eerst het logboek maar eens bijwerken. Schandalig, zo lang als ik nu achter loop, en dat terwijl het net in de Binnenvaartkrant vermeld staat! Als het binnen te benauwd wordt begin ik maar eens aan het steeds uitgestelde kaal bikken van den nummer twee. Ik heb nog geen tien centimeter gedaan of ik voel druppels, en voor ik alle gereedschap in veiligheid heb gebracht ben ik doorweekt. Een halfuur later schijnt het zonnetje weer stralend, dus ga ik vol goede moed weer in het gangboord zitten. Meteen betrekt de lucht en tien minuten later voel ik weer nattigheid. Nou geef ik het op!

Donderdag 30Een schip is soms net een toverbal. Onder het wit zit blauw, daaronder bruin, daaronder oranje, daaronder grijs... zo te zien verwijder ik echt veertig jaar verfwerk. Dat is ook een heel werk. Ik doe ongeveer een meter per uur, dus nog wel even te gaan voor ik bij de stuurhut ben... en dan moet het niet steeds gaan regenen! Van de andere kant is dat natuurlijk wel weer goed voor het waterpeil. Tegen de avond knapt het op. We stranden bij 'Dames de Meuse'. Er staan wel bolders beneden de sluis, maar aan de overkant van het jaagpad. En we blijven ook nog een meter of drie af. Dus zwem ik maar met het touw naar de wal. Normaal ben ik niet zo'n waterrat, maar toen ik tijdens het bikken per ongeluk mijn voet in het water liet hangen merkte ik dat het verrassend warm was. Als de zon achter de heuvels zakt dansen de 'witte wieven' dan ook om het schip... sprookjesachtig!

 Mei
2005
  
 Juli
2005
print-versie