LOGBOEK APRIL 2005

 Maart
2005
 
Mei
2005
Vrijdag 1Als we wakker worden blijken er twee bootjes van het WSA Saarbrücken voor de sluis te liggen. Hebben wij weer even geluk, een foto van een lege sluis is toch altijd maar doods. Na het ontbijt rijden we door naar Sarreguemines. Bij scheepswerf in Hanweiler liggen een paar oude bekenden: de WSA-scheepjes, maar ook wat spitsen. We fietsen eerst een stuk af over het jaagpad, naar sluis 29. Het sluiswachtershuis ligt tegen de helling en is door een passerelle met de sluis verbonden. Dan gaan we terug, op. Sluis 28, de laatste riviersluis, is prachtig, met zijn vaste stuw er net naast. Na een bezoek aan het aardewerkmuseum fietsen we over het jaagpad verder tot sluis 24 van het Saar-kolenkanaal. Hiernaast ligt in de Saar nog een perthuis, en een werkende watermolen. We zouden graag nog wat meer van het kanaal bekeken hebben, maar omdat we zaterdagmiddag in Saint Jean de Losne verwacht worden besluiten we toch maar wat meer die kant op te steken. We rijden nog wel 'per ongeluk' een stuk langs het Canal de la Marne au Rhin. Onze volgende stop is het Lac de Bouzey. Het spaarbekken van het Canal de l'Est lijkt inderdaad goed op peil te staan: de bomen staan tenminste met hun voetjes in het water. We overnachten bij de bron van de Saône. Een prachtig plekje, waar de geest van de Keltische godin Sagona nog een beetje lijkt te zijn blijven hangen.

Zaterdag 2Terwijl we via binnenwegen richting Saint-Jean rijden komen we nog langs de bron van de Maas, en de Seine en Marne moeten hier ook in de buurt ontspringen. We komen over het Reservoir de Charmes, dat goed vol staat. Na het Canal de la Marne à la Saône overgestoken te zijn rijden we dwars door Langres: zijn we daar ook eens 'geweest'. Varend kom je overal meestal alleen maar langs. In Saint Jean de Losne vinden we ondanks de drukte een mooi parkeerplekje aan de Saône. Na de lunch gaan we naar het gare d'eau aan het Canal de Bourgogne om Paquesboat, de enige volledig op de binnenwateren gerichte nautische beurs van Frankrijk te bezoeken. Zoals gewoonlijk zijn het niet de stands die een beurs leuk maken, maar de mensen die je er ontmoet. Hier is het erg gezellig. We ontmoeten oude bekenden, van Noordersoft, Viadata en de CNBA, en maken kennis met de kaarten- en gidsenmaker David Edwards-May. We raken ook in gesprek met iemand die transporten vanuit zuid-Frankrijk in de aanbieding heeft, maar ze niet georganiseerd krijgt. Als het gesprek op containers komt neemt Thijs hem mee naar de stand van het scheepvaartmuseumpje hier, waar modellen van Freycinet 2000 staan, om te laten zien dat op een spits echt twee containers naast elkaar passen. Intussen neem ik de honneurs waar op zijn stand en weet nog een boekje te verkopen ook! De vaarsimulator die VNF op de 'Rhône' demonstreert om jongeren kennis te laten maken met de binnenvaart blijkt ook interessant. Uiteindelijk moeten we ons nog terug haasten naar de camper om Kia terug te brengen en ons om te kleden, want om half zes worden we op de 'Maltess' verwacht voor de uitreiking van de Ancres d'Or van het tijdschrift Fluvial: we hebben er namelijk een gewonnen voor onze site. Als Monsieur Bordry gearriveerd is kan de ceremonie beginnen. De eerste winnaar houdt een speech van een kwartier, dus ik krijg het al Spaans benauwd. Gelukkig zeggen de meeste anderen alleen 'merci'. Maar als ik dan tenslotte met ons gouden anker in mijn handen sta en de microfoon aangeboden krijg,Maar als ik dan tenslotte met ons gouden anker in mijn handen sta en de microfoon aangeboden krijg, kan ik toch niet nalaten te zeggen dat wij deze prijs als een beetje erkenning voor alle spitsen zien, dat ze niet zo ouderwets zijn als vaak gedacht wordt, en dat we hopen dat dit ook Franse schippers én hun organisaties inspireert tot het opzetten van websites. Na nog een aantal ellenlange speeches is het dan tijd voor de cocktail. We leren daarbij de rest van het Fluvial-team kennen, maken een praatje met een andere winnaar die we al via het web kenden, en met de directrice van de haven van Valence. Als iedereen weg is gaan we nog even mee naar de Fluvial stand, om de overgebleven hapjes en champagne op te maken. Zo, hoef ik vanavond in ieder geval weer niet te koken...

Reactie van
Henk Kok
Heel erg gefeliciteerd met jullie gewonnen prijs, verdient vind ik , ga door.
" 'n oude spitsenman."

Zondag 3De Doubs, ofwel het Canal du Rhône au Rhin, hebben we pas één keer bevaren. Een prachtige rivier, maar vol vaartechnische verrassingen, waardoor er van rustig rondkijken en fotograferen niet zoveel kwam. Nu gaan we de bijzondere plekjes nog eens langs, zoals de kromme Ecluse de garde van Rochefort-sur-Nenon, het pand van Ranchot waar het kanaal en de rivier slechts door een muurtje gescheiden worden, het prachtige tunneltje van Thoraize met zijn zwaaikom en kasteel, en de dubbele sluis van Ranceney. Hier is het op het jaagpad te druk om te fietsen, bijna niet leuk meer. We maken een praatje met de sluiswachter, die op een jachtje staat te wachten. Gelukkig komen er af en toe ook nog vrachtschepen langs, vertelt hij. De afgelopen jaren zijn de meeste sluizen hier opgeknapt, en de automatiek wordt iedere dag helemaal gecontroleerd. We kennen drukkere vaarwegen die heel wat minder goed onderhouden zijn... Maar schijn kan bedriegen. We eindigen de dag in Besançon, op een mooi parkeerterrein aan de rivier. Ons plan om de hele meander rond te fietsen wordt eerst gedwarsboomd doordat er een stuk kade ingestort is, en vervolgens doordat het fietspad door de tunnel, die onder de citadel doorloopt, is afgesloten vanwege vallend gesteente... Uiteindelijk lopen we 's avonds maar naar de Ecluse Saint Paul. Weer een sluis van ons verlanglijstje afgestreept.

Maandag 4We beklimmen de citadel van Besançon. Helaas verboden voor honden, zodat we maar via allerlei mooie oude straatjes terugslingeren naar de camper. Ten oosten van de stad loopt de weg dan weer eens direct, dan weer hoog boven langs de Doubs. Montbéliard slaan we maar over, we zijn meer geïnteresseerd in het 'Embranchement de Belfort'. Dat is het eerste deel van het in 1870 aangevangen Canal de Montbéliard à la Haute-Saône, dat bij Conflandey uit had moeten komen. Door politieke verwikkelingen, de moeilijke grond en de sluiting van de mijnen van Ronchamp is de aanleg in 1931 stop gezet. Bij sluis drie klimmen we op de fiets en laten ons verrassen. Twee sluizen verder stuiten we bij Botans op een paar woonschepen, en vervolgens op een lage vaste brug. Einde bevaarbaarheid, maar nog niet einde kanaal. Er volgen nog een aquaduct en wat woeste panden, pas bij Bavilliers staat er nog maar een bodempje water in het kanaal. We fietsen door tot het jaagpad eindigt. Het kanaal is hier nog maar een slootje, maar de sluizen staan er al, en lijken door het gebrek aan water reusachtig hoog. Sommige sluiswachtershuizen zijn fraai opgeschilderd, met hun nummer levensgroot in ton-sur-ton op de zijmuren, anderen hebben hun rommelige charme behouden. Met de camper rijden we tegen de avond nog naar de noordelijke monding van de tunnel, die volgens de Michelin-atlas vlak bij de weg zou moeten liggen. Aan de bosrand stuiten we op het 'circuit du canal'. Die wandelroute, die twee uur moet duren, stuurt ons alsmaar dieper het dal in, zonder dat we iets zien wat op een tunnel of zelfs maar kanaal lijkt. Intussen begint het later en later te worden, en natuurlijk hebben we geen zaklamp bij. Maar wel onze speurneus, dus... Dan verschijnt achter de bocht opeens een bruggetje met reling in waterstaat-stijl. Wauw, er blijkt aan deze kant van de tunnel nog een sluis te liggen! De in 1909 gebouwde Ecluse de Beuveroux is nog minder 'af' dan de rest. Wat verder (terug richting weg) stuiten we op een bordje dat aangeeft dat hier een haven moest kome
l'étang déchaudé' waar de schepen moesten wachten om elkaar te passeren. Verder langs de met bomen en mos overwoekerde 'tranchée', tot we op een slagboom met 'interdit' stuiten. Toch maar onderlangs verder soppen, en jawel, daar is de tunnel dan toch eindelijk, prachtig in het licht van de ondergaande zon. Daarna gaat het steil omhoog door het bos, zelfs Kia heeft het nu wel gehad voor vandaag. Als de wandelroute de weg kruist gaan we terug naar de camper en rijden naar Champagney. 's Avonds lezen we op internet dat als we bij Châlonvillars nog een stukje doorgefietst hadden, we nog een kleine tunnel tegen waren gekomen. Meestal bereiden we onze expedities naar vergeten kanalen beter voor. Maar van de andere kant is niet weten wat je tegen gaat komen ook wel eens leuk.

Dinsdag 5Jakkes, druppels op het dak. Dus rijden we eerst maar naar het Bassin de Champagney, gebouwd als spaarbekken voor het Canal de Montbéliard maar nu in gebruik als reservoir voor het Canal du Rhône au Rhin. De 785 meter lange en 41 meter hoge dam is indrukwekkend. Net de Chinese muur. Dan gaan we terug naar ons parkeerplaatsje aan de D127 om ondanks de aanhoudende regen, en gebrek aan geschikte kleding en schoeisel hiervoor, de andere helft van het 'circuit du canal' af te leggen. We passeren een luchtschacht en komen tenslotte zonder verboden te hoeven negeren bij de andere ingang van de 1,3 kilometer lange, in 1882 aangelegde tunnel. Overal loopt water uit de grond en de hier en daar ingestorte oevers. We moeten zelfs een watervalletje doorwaden dat het jaagpad kruist. Hier, of all places, gaat de telefoon, of we overmorgen in Vlissingen willen laden. Uh, nou, nog maar even niet. Vervolgens rijden we naar het nabij gelegen Ronchamp: als ooit-kunsthistorica kan ik de beroemde kapel van Le Corbusier toch niet overslaan. Hum, doe mij dan toch maar een oude sluis. Via het 'duizend meren plateau' en het Parc des ballons des Vosges rijden we terug naar Epinal, waar we vast waterflessen, melk en andere boodschappen inslaan voor aan boord. In Thaon-les-Vosges vinden we eindelijk een camperservicepunt waar we water kunnen tanken. Geen schepen in de sector, volgens een sluiswachter, dus rijden we binnendoor verder. We eindigen de dag in Thionville, aan de oever van de Moezel. Volgens de kaart moet er hier ook nog een 'Canal des Ecluses' zijn. Helaas loopt er geen fietspad langs het kanaal en blijken het geen sluizen maar 'n soort waterpoorten.

Woensdag 6We nemen niet de kortste route terug, schieten Duitsland nog een keertje in en bezoeken in België het stuwmeer van La Gileppe, waar een prachtige leeuw de dam bewaakt. Zondag is mijn verkoudheid weer teruggekomen en na een paar dagen hoog-tempo vakantie en een paar nachtjes slecht slapen ben ik vandaag werkelijk zo duf als een konijn. Pas als Thijs langs de Zuid-Willemsvaart gaat rijden kom ik weer bij bewustzijn. Tussen Nederweert en Helmond passeren we meer schepen dan we tijdens de rest van onze reis bij elkaar gezien hebben... De koffievisite staat al te wachten bij het schip. Daarna is het pakken en poetsen geblazen.

Donderdag 7We maken maar van de gelegenheid dat we nog over een voertuig beschikken gebruik door familiebezoekjes af te leggen en wat moeilijk per fiets transporteerbare zaken aan te schaffen. En passant nemen we een reisje aan. We kiezen maar voor dinsdag laden in plaats van maandag, zodat we het weekend nog kunnen blijven liggen. Nu we al zo lang stil liggen maakt een dag ook niet veel meer uit.

Vrijdag 8Als vrienden het over 'je weet wel die reclame' hebben halen wij onze schouders op, bekende Nederlanders zijn voor ons grote onbekenden en we kennen meer Duitse dan vaderlandse politici van gezicht. Desondanks hadden we ons voorgenomen pas een nieuwe digitale satellietontvanger te kopen als de oude analoge het begaf, maar dit model uit de opruiming had een wel erg vriendelijke prijs-kwaliteit verhouding. Nu hebben we ook een 'kaart', dus maar eens kijken wat we de afgelopen tien jaar zoal aan Nederlandse TV gemist hebben...

Zaterdag 9Op de markt koop ik een kistje mango's voor een paar euro. Het doet me denken aan de toerbeurttijd, toen we wekenlang in Rotterdam op een reis lagen te wachten. We gingen daar iedere zaterdag markten en kochten aan het eind van de middag voor een paar gulden meer groenten, fruit en bloemen dan we konden dragen. Het was leuk, maar ik mis het niet. Nu liggen we veel vaker 'thuis'.

Zondag 10's Morgens de laatste familievisite. 's Middags gaan we de boekhouding maar eens doen doen, het eerste kwartaal is al weer om.

Maandag 11Holland op z'n Franst, vinden we de Zuid-Willemsvaart. In positieve en negatieve zin. Het is een van de weinige Nederlandse vaarwegen waar je nog wat direct contact met de sluis- en brugwachters hebt. Maar er zijn ook steriele, op afstand bediende sluizen en de vaartijden zijn nog erger versnipperd dan in sommige Franse kanalen.
Als we in Maasbracht even voor de scheepsbenodigdhedenzaak vastmaken krijgen we meteen de politieboot langszij: blijkbaar wekten we de indruk een 'verkapt' woonschip te zijn...

Reactie van
Kees Meering
Weer even voorstellen: ik was de politieman... En ik had beloofd de site van u te bekijken. Mijn complimenten daarover! En ook proficiat gewenst met de franse prijs voor de site.
Verder goede reis gewenst,
m.v.gr. Kees

Dinsdag 12De 'schuif' in Stein is niet mijn favoriete laadplek. Ondanks verwoed af- en bijdraaien valt de laatste vrachtwagenlading meestal net te ver naar binnen of naar buiten. Ook vandaag moet het schip weer recht geschept worden. Toch gaan we hier graag heen, vanwege de nabijheid van diverse supermarkten en de vriendelijkheid van het walpersoneel.

Woensdag 13Normaal gesproken trekt de WC niet meer door als we 350 ton geladen hebben. En als je dan ook nog eens door zo'n klotskanaal als het Albertkanaal moet wordt het echt onsmakelijk... Gelukkig liggen we deze keer net een beetje voorover. 's Avonds arriveren we net een halfuurtje te laat in Antwerpen om naar de bioscoop te gaan. Geeft niet, ik heb een spannend boek.

Donderdag 14Wanneer Thijs 's morgens even na vieren de Royerssluis oproept blijkt de deur net dicht te gaan. Als we op de volgende schutting moeten wachten zijn we te laat voor het tij. Terug naar bed dan maar, en wachten op het middagtij. Onze beste Franse vrienden blijken aan de overkant te liggen en weer problemen met hun motor te hebben. Dus schieten we maar even bij ze langszij. We hebben elkaar zoveel te vertellen en te laten zien dat we bijna wéér te laat voor de sluis zijn.

Vrijdag 15Thuis liggen en visite krijgen is leuk, maar er gaat heel wat tijd in opruimen, stofzuigen en afwassen zitten. Andere zaken schieten er bij in. Weer onderweg krijgen die alle prioriteit. Ik ben de hele middag bezig de nieuwe Franse stremmingenlijst in te voeren op de site van ons samenwerkingsverband, die wij ook bijhouden. Dat is nog niet zo simpel, de 'chômages' lijken ieder jaar sterk op elkaar, maar de dagen of sectoren zijn net een beetje verschoven. Verder is de VNF-lijst naar regio ingedeeld, terwijl wij een alfabetisch en chronologisch overzicht handiger vinden.

Zaterdag 16De tafel, de stoelen, de kast, de vloer, rondom het computerbureau ligt alles bezaaid met boeken, kaarten en gidsen. Ieder voorjaar krijgen we via de site weer een massa vragen van Nederlandse en Belgische watersporters die naar (Zuid) Frankrijk willen. Om niet steeds opnieuw dezelfde vragen te moeten beantwoorden ga ik maar eens een nieuwe 'vaarroutes' pagina schrijven. Thijs zit intussen ook niet stil, die is bezig een nieuw kaartje voor de positiepagina te maken, waar al onze vaarwegen op staan.

Zondag 17Kia wil niet meer weg. Dat wil zeggen, sinds ze een ballenwerper heeft gekregen blijft ze stokstijf naast de stuurhut staan als we haar op de wal zetten. Snuffelen, geurvlaagjes uitzetten, lekkere hapjes opscharrelen, niet belangrijk meer, ze kan alleen nog maar aan 'de bal' denken. Pas met 'de bal' tussen haar tanden kan ze plassen. Ook blaffen trouwens. Alleen drinken gaat niet... Zo'n ballenwerper is in ieder geval een handig hulpmiddel om haar op een beperkte ruimte, zoals een sluis, eens even flink te kunnen laten rennen. En om tennisballen uit het water te vissen... Desondanks is onze ballenconsumptie vrij groot.

Maandag 18Alweer op onze bestemming, Ribecourt. Ik ga eens op het gemeentehuis vragen of ze al informatie over het nieuwe Seine-Nord kanaal hebben, dat hier toch op de een of andere manier langs het dorp moet komen. Niks. De sluiswachteres en de eigenaresse van een 'gîte' aan het kanaal hebben wat meer te vertellen, maar het onderwerp leeft duidelijk nog niet echt. De meeste schippers zeggen 'eerst zien, dan geloven'. En spitsenschippers zitten natuurlijk niet echt op dit grote kanaal te wachten, werk zal er wel genoeg blijven, maar de vrachten komen ongetwijfeld onder druk te staan.

Dinsdag 19Uitslapen, lossen, reis aannemen, ruim schoonmaken, boodschappen doen, ballast zetten. In het Seine-gebied blijven de prachtigste reizen staan, maar met deze hoge gasolieprijzen is het niet aantrekkelijk meer om zo'n end leeg te varen. Dus nemen we maar een reisje van Venizel, op de Aisne, naar Brabant aan.

Woensdag 20Het is weer pinksterbloemen- en, bijna, seringentijd. Als ik een tuin had zouden ze er allebei in staan. En vergeet-me-nietjes, kamperfoelie, hortensia's, buxus, klimop ... Ik heb geen groene vingers, alleen de meest droogtebestendige kamerplanten overleven hier aan boord, maar een tuin mis ik toch af en toe wel. Van de andere kant, heel Frankrijk is toch onze tuin...en de Aisne is daar een heel mooi stukje van!

Donderdag 21'Het zal wel na de middag worden voor we kunnen gaan laden', zei de silobaas gisteren, 'geen controleur beschikbaar'. Maar blijkbaar hebben ze er toch nog ergens een gevonden, zodat we om tien uur kunnen beginnen. De controleur werpt een blik in het ruim, noteert onze laatste drie ladingen en neemt af en toe monsters van de gerst. Om twaalf uur zijn we weer vol, en we hoeven niet eens tot twee uur op de papieren te wachten, zodat we 's avonds nog bijna van de Aisne af komen. Bijna, we eindigen als derde schip voor de laatste sluis. Gelukkig komt de achterbuurman niet meer af, een vierde schip past er niet meer naast.

Vrijdag 22Janville. Alle schippers lopen eerst naar de brievenbus en dan naar de bakker. In het Canal du Nord is de gang er zoals gewoonlijk weer uit. Maar onze Belgische achterbuurman, die we nog niet kenden, heeft genoeg gespreksstof om de dag door te komen.

Zaterdag 23In Palluel loopt Kia in haar uppie met het briefje naar de sluiswachter. Een nieuwe, zo te zien. Hij kijkt een keer vragend richting stuurhut en pakt het papier dan toch maar uit haar bek. Terwijl hij onze reis- en ladinggegevens overschrijft blijft ze netjes staan te wachten. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is geeft hij het briefje vervolgens terug aan Kia, die het weer bij ons aflevert. De buurvrouw staat met open mond te kijken. De buurman komt nadien nog vragen of het écht waar is wat zijn vrouw vertelde...

Zondag 24Het gaat ook altijd hetzelfde: op de wal staat een groepje mensen bootjes te kijken. Eentje zwaait naar ons. Wij zwaaien terug. De hele groep begint nu te zwaaien. Dus wij ook maar weer...

Maandag 25Via een mailtje weten we dat goede kennissen vandaag in Terneuzen moeten laden. Tegen de middag sturen we een SMSje om te vragen waar we ze ongeveer tegen gaan komen. Slecht nieuws: ze zijn 'ontvracht'. Het voordeel daarvan is dat ze 's avonds dus nog in Terneuzen liggen. Als troost stellen we een Chineesje voor. Aan tafel komen we tot de ontdekking dat het echt jaren geleden is dat we bij elkaar gelegen hebben.

Dinsdag 26We lagen er niet echt vroeg in, maar moeten er wel errug vroeg uit, vanwege het tij. Eenmaal buiten duik ik nog lekker even terug. Om voor Hansweert ruw gewekt te worden door wild klapperende deuren, slingerende luxaflex en openschuivende laatjes: net achter een zeeboot over. In Den Bosch krijgen we 's avonds de laatste vorderingen aan de mini-Picaro te zien. Die zit intussen heel wat fraaier in de verf dan zijn grote broer. Andere dingen zijn net als in werkelijkheid, het is bijvoorbeeld een heel gepruts om de fietsen voor de stuurhut te zetten.

Woensdag 27Neefje van 3 ¾ vaart voor het eerst mee. Alleen nog wel. En meteen een hele dag. Maar het gaat geweldig. Hij mist z'n moeder geen seconde, blijft keurig op zijn stoel zitten en waarschuwt me tijdig dat hij op de (te hoge) wc getild moet worden. Binnen de kortste keren ziet hij het verschil tussen een 'sluit' en een brug en snapt hij de betekenis van rood-groen. Toch schippersbloed in de familie...

Reactie van
neefje
Volgende keer een weekje. Kijken of ik ook schippersbloed onder de nagels uit kan halen.

Reactie van
douglas
Een weekje is erg verslavend, en wel heel erg leuk. Bij mij zit het schippersbloed wel onder de nagels, nu mijn vrouw nog! Groetjes, de bouwer van micro Picaro.

Donderdag 28Na het lossen in Lieshout varen we maar terug naar Den Bosch. Een collega had gevraagd of Thijs hem even met zijn email wil helpen, dus schieten we bij hem langszij. Het is prachtig weer, eindelijk weer eens lekker buiten op de bolders koffie drinken. Die is nog maar net op of er komt een andere collega langszij. Of Thijs misschien even naar een programmaatje wil kijken... 's Avonds beginnen we aan een website voor weer een andere collega, die zijn schip wil verkopen.

Vrijdag 29We kunnen een auto lenen, dus we hoeven niet met de trein naar Rotterdam. Daar gaan we eerst even langs het kantoor van onze bond, en dan naar het nieuwe kantoor van ons samenwerkingsverband. Dat wordt vandaag feestelijk ingewijd. Op de receptie treffen we veel oude bekenden. Sommigen hebben we sinds de sluiting van de schippersbeurzen niet meer gezien. 's Avonds lopen we nog een stukje langs de Leuvehaven. Zeker met zonsondergang door de combinatie van water, kleurige schepen en moderne architectuur het mooiste stukje stad. In de toerbeurttijd woonden we hier zowat.

Zaterdag 30Omdat de telefoon gisteren kuren had, kregen we pas op kantoor te horen dat we al weer aan de reis zijn. Naar Arles nog wel. We moeten maandagochtend al weg, dus nu maar hopen dat de supermarkten vandaag, met Koninginnedag, open zijn. Dat valt mee. Veel plannen vallen echter in het water. Maar ik heb er wel zin in, het is eeuwig geleden dat we naar Zuid-Frankrijk zijn geweest.

 Maart
2005
  
 Mei
2005
print-versie