Woensdag 26 september

Ochtendwandeling

We zouden tot half 8 uit mogen slapen, maar bij ons stond de wekker op kwart over 6. We wilden namelijk het kanaal achter hotel wel eens wat beter bekijken. We kwamen hier eerst langs een groepje schepen die hier op hun sloop leken te wachten. Op de stoep was een groepje oudere dames met tai-chi bezig. Even verderop kwam het kanaal uit op een ander kanaal, wat een stukje verder weer naar het Grote Kanaal leidde, zagen we nadien op de kaart. Omdat die volledig in het Chinees was konden we ons er eerst niet zo goed op oriënteren, maar je zag wel dat er in Wuxi bijna meer kanalen als wegen zijn.

Vanaf een brug hadden we een schitterend uitzicht op de passerende schepen. We zagen er een met het ruim van achter tot voor vol ballast en daarnaast schepen met zand, met staven ijzer, baksteen en rijst. Ook de achterdekken waren vaak de moeite van het bekijken waard… De mannen zaten aan het roer of aan de helmstok, de vrouwen stonden voorop op de uitkijk (net voorbij de brug zat een haakse bocht, waarin de meesten nogal wegzeilden), met een witte vlag om aan te geven langs welke kant er gepasseerd moest worden, of met een pikhaak om de waterplanten wat opzij te duwen. Veel rivieren en kanalen in China zijn al volledig dichtgegroeid met waterhyacinten, een uit Zuid-Amerika geïmporteerde soort, die als varkensvoer moest dienen maar die steeds verder woekert.

We trokken zelf ook veel bekijks bij de groepjes kinderen die over de brug naar school liepen, met hun rode sjaaltjes en Mickey-Mousetassen. De school lag in een rustig woonwijkje, waar de mensen op straat in het ochtendzonnetje zaten te eten, te praten of te wassen. Voor bijna alle huizen stonden rode houten emmers met een deksel er op. De gids bevestigde later dat het toiletemmers waren.

Op het ontbijtbuffet stonden onder andere frites, kokosbolletjes, sesambolletjes, gevulde gestoomde broodjes, cake, toast, gekookte en gebakken eieren en kunstige rijstpakketjes. In een als een piramide gevouwen (mais?)blad zat een gevuld rijstbolletje. Een zwart touwtje om het blad gaf aan dat er een zoete vulling in zat, een wit touwtje stond voor hartig, ontdekten we na verloop van tijd.

Xihui Lu

Er stond weer een tuin op het programma, in het Xihui park. We werden hier vergast op een concert van kleurig geklede artiesten met traditionele instrumenten, die, omdat we een jarige in de groep hadden, als toegift 'Happy Birthday' speelden. Het was er niet druk en de gids verklaarde vaak de achtergrond van poëtische benamingen als 'de droevige steen' (een meesterschaker moest de keizer wel laten winnen). In het park bekeken we verder nog een maquette en een gerestaureerde Gingko-boom, maar inmiddels had ik eigenlijk wel weer genoeg Chinese tuinen gezien.

Theepotten

Het theepottenmuseum in Wuxi bleek geen historische potten te herbergen, maar een verkooptentoonstelling te zijn van thee-sets die hier in de regio vervaardigd worden. Deze ongeglazuurde, meestal donkerbruine, aardewerk potten hebben allerlei voortreffelijke eigenschappen. Behalve erg mooi zijn ze sterk (Timmer-proef) en sluit de deksel zo goed dat ze blijven drijven. Als je het gaatje in de deksel dicht drukt tijdens het gieten komt er niets meer uit de tuit. Het nadeel was natuurlijk weer dat ze behoorlijk prijzig bleken. Of je met een echte 'red earthen' kwaliteitspot te maken hebt kun je horen aan het metaalachtige geluid wat de pot maakt als je er met de deksel tegen tikt. Tijdens de demonstratie zaten we op prachtig blauw-witte krukken .

Fast food en zoet

Niemand had vandaag behoefte aan een complete warme maaltijd als lunch, dus gingen we niet naar een restaurant maar naar een winkelstraat. Hier kon je zelf wat te eten zoeken of met de gids mee naar een Kentucky Fried Chicken gaan, waarvan er honderden in China lijken te zitten, zelfs nog meer dan McDonalds. Wij doken een supermarkt in om eens te kijken wat daar allemaal te koop was. Voor de lunch kochten we behalve fruit en yoghurt ook koeken van bladerdeeg, die niet echt lekker waren maar wel zeer vullend.

Koekjes en snoep zijn vaak prachtig verpakt in China, maar niet bepaald milieuvriendelijk. Vaak kom je er na het verwijderen van drie lagen papier en plastic bovendien achter dat je geen snoepje maar een gedroogde pruim hebt gekocht. Wel zo gezond natuurlijk. Andere mensen bleken per ongeluk worstjes gekocht te hebben, in de veronderstelling dat het snoepgoed was.

Omdat het binnenkort (op de 15e dag van de 8e maand volgens de maankalender) Maanfeest of Mid-Herfstfeest zou zijn waren overal in de winkels, maar ook in de hotellobby's, prachtige cadeaudozen met 'mooncakes' te koop. Dit zijn een soort dikke gevulde koeken, rond of vierkant, met aan de bovenzijde een bloem of karakters in reliëf. De vulling bestaat uit een zoete pasta van noten, sesam en gedroogde vruchten.

Het Grote Kanaal

Het Grote (Keizer) Kanaal of Da Yunhe is het langste kanaal ter wereld en ook een van de oudste. Deze bijna 1800 kilometer lange vaarweg, die van Hangzhou in het zuiden naar Tongzhou bij Peking loopt, verbindt 5 rivierbekkens en een groot aantal meren. Het Grote Kanaal werd in de loop der tijd de belangrijkste transportader van China en bracht de omliggende steden veel welvaart.

Het oudste gedeelte is waarschijnlijk dat tussen Suzhou en de Yangtze. Deze verbinding werd in 495 voor Christus in opdracht van koning Fu Chai van het rijk Wu (Suzhou) gegraven voor militaire doeleinden. Uit 486 v.c. dateert het Hangou- of Han-kanaal, dat de Yangtze en de Huaihe verbindt, eveneens door Fu Chai voor het transport van troepen en voedsel aangelegd.

Keizer Yangdi van de Sui-dynastie (581 tot 618 n.c.) was de volgende grote kanalenbouwer. Yangdi wilde een goede transport- en communicatieverbinding creëren tussen zijn centraal gelegen hoofdstad Luoyang aan de Huanghe en de noordelijke en zuidelijke provincies. In 605 schakelde hij 5 miljoen dwangarbeiders in voor de aanleg van het Tongji-kanaal, wat de stad Rongyang aan de Huanghe, via Xuzhou, verbond met de Huaihe. Tussen 608 en 611 ontstond het Yongji-kanaal tussen Rongyang en Tongzhou, en in 610 liet hij het oude kanaal tussen Zhenjiang en Suzhou verbeteren en doortrekken tot Hangzhou aan de Qiantang. In 611 was het Grote Kanaal maar liefst 2700 kilometer lang.

De kanalen van Yangdi waren gemiddeld 40 meter breed en 2,5 meter diep. Ernaast liepen keizerlijke wegen waarlangs boodschappers te paard snel naar alle uithoeken van het rijk konden reizen. Hoewel deze bouwprojecten leidden tot economische bloei in de omgeving en de aanzet waren tot technische ontwikkelingen op het gebied van scheepsbouw en waterbouw (schutsluis) is Yangdi in de Chinese geschiedschrijving altijd afgeschilderd als een schurk.

In 1279 begonnen de heersers van de Yuan-dynastie, de opvolgers van Djenghis Khan, met de aanleg van een nieuw kanaal tussen Linqing en Xuzhou, wat de oude route, die via Rongyang liep, met bijna duizend kilometer verkortte, tot zijn huidige lengte van 1794 kilometer. Doel was de voedselvoorziening van Peking efficiënter te maken. Dit 'nieuwe grote kanaal' werd door buitenlanders het Keizerkanaal genoemd. Ook verbonden de Mongolenkeizers hun hoofdstad Peking met het grote Kanaal door middel van het Tonghui-Kanaal en verbeterden zij het bestaande kanaal tussen Tongzhou en Linqing. De oude kanaalgedeeltes tussen Linqing en Rongyang en tussen Rongyang en Xuhou raakten in verval, er zijn nu nog nauwelijks sporen van te vinden.

In de loop der tijden had het Grote Kanaal altijd al veel te lijden door overstromingen, met name veroorzaakt door de Gele Rivier die sinds de aanleg van het Grote Kanaal drie maal van bedding is veranderd, en gebrek aan onderhoud. Begin 19e eeuw kwamen daar nog eens volksopstanden, toenemend vervoer over zee en het afschaffen van belasting in de vorm van graan bij. De nekslag voor het Grote Kanaal was de komst van de spoorwegen.

Sinds de Communisten aan het bewind zijn wordt vervoer over water in China weer gewaardeerd en wordt het grote kanaal gerestaureerd en gemoderniseerd, maar in het gedeelte ten noorden van de Yangtze heeft men nog altijd te kampen met watergebrek. Het kanaal is hier tegenwoordig tot Jining bevaarbaar. Het drukst bvaren is het gedeelte tussen Suzhou en Wuxi, zoals we met eigen ogen zagen. Hier zou iedere minuut in beide richtingen een schip passeren.

Voor een middagdutje hadden we, John uitgezonderd natuurlijk, geen tijd tijdens onze 60 kilometer lange vaartocht van Wuxi naar Suzhou. We kwamen niet eens aan zitten toe, zoveel was er te zien! Op dit gedeelte van het Grote Kanaal is het onvoorstelbaar druk. Altijd zie je minstens 30 schepen rond om je heen, en alles krioelt door elkaar. We zagen schepen geladen met zand, grind, cement, bakstenen, kolen, boomstammen, platen en rollen ijzer, draad, piekijzer, oud ijzer en oud papier (allebei netjes opgestapeld!) rioleringsbuizen, zakken en balen en dan waren veel schepen natuurlijk nog afgedekt met, soms zeer kleurige, dekkleden. Luiken worden in China blijkbaar niet gebruikt. In plaats van roeiboten worden vlotten van piepschuim gebruikt.

We begonnen nu ook verschillende scheepstypes te onderscheiden, van hele kleine scheepjes met een motortje en helmstok op het achterdek tot nieuwe schepen met een machinekamer, grote stuurhut en luxeaandoende roef met glanzende parketvloer, betegeld badkamertje en tv-antenne. Het, overdekte, roefdek achter de open stuurhut leek bij de kleine scheepjes zowel als tafel als als bed gebruikt te kunnen worden. Ook zagen we 'Neo-Kemps', met voorop de stuurhut en achter een roef, waarbij de tussenliggende ruimte soms helemaal volgestouwd was, inclusief de gangboorden.

Natuurlijk vond iedereen de schepen met een rij liggende motortjes op het achterdek, die steeds met de puts van koelwater voorzien moesten worden, het mooist om te zien, maar van de slepen kon ook niemand genoeg krijgen. Het was dan ook een prachtig gezicht om, vaak met nog andere schepen, tussen twee elkaar tegemoetkomende slepen door te varen. Behalve vrachtschepen zagen we ook houten en betonnen woon- en werkscheepjes en een ander passagiersschip.

We vonden het wel vervelend dat onze 'kapitein' zo hard voer, en voortdurend tamelijk zinloze geluidssignalen gaf. 'De Chinezen varen zoals ze rijden', werd er opgemerkt. Niet alleen viel het door die snelheid niet mee om mooie foto's te nemen, maar we schaamden ons ook af en toe gewoon vreselijk als de golven bij die afgeladen scheepjes over de den sloegen of slepen in de problemen kwamen. Een keer moest er echt flink achteruit gedraaid worden omdat we op een sleep dreigden te botsen. Zijn asociale vaargedrag leverde de kapitein regelmatig woedende blikken op vooral van de vrouwen op het voordek, maar die boosheid verdween meestal weer snel bij het zien van die 39 zwaaiende en fotograferende bleekneuzen aan boord. Kortom, onze collega's gaven ons de indruk vriendelijk en goedlachs te zijn. We zagen hier en daar een kind aan boord en veel scheepshonden.

De oevers stonden van Wuxi tot Suzhou vol industrie, bedrijven en huisjes. Ook zagen we verschillende bunkerstations en werven, soms nog met rieten overkappingen, waar schepen gebouwd, gerepareerd of gezandstraald werden. We passeerden een aantal kleinere zijkanalen en ook nog een rivier, met hoogwatersluizen leek het. De keurige bewegwijzering viel iedereen op: op groene borden werd de afstand tot havens en steden zowel in het Chinees als in het Engels aangegeven. Sommige borden waren hetzelfde als bij ons, anderen waren weer heel ongewoon, zoals de hoogspanningsborden.

Vanwege onze snelheid trokken we fikse rollers mee langs de wal, waardoor te zien was dat het kanaal hier niet erg diep was. Geladen schepen lagen dan ook vaak ver af. Wel zagen de oevers er prima uit en was het kanaal erg breed, 'Net het Albertkanaal' vonden sommigen.

Je kunt stellen dat de binnenvaart op het grote Kanaal in China maar een primitief gedoe is, met al die kleine scheepjes en de vaak slechte werkomstandigheden. Wij worden echter een beetje boos als mensen daar denigrerend over doen, misschien omdat van ons vaak hetzelfde wordt gedacht, maar ook omdat we denken dat de Chinese schippers het vergeleken met veel andere Chinezen toch nog helemaal zo slecht niet hebben. Je zult maar tien dagen veertig verwende toeristen op sjouw hebben, die allemaal tegelijk van alles willen weten, steeds alles vergeten, moeilijk kunnen beslissen, tonnen bagage bij zich hebben en altijd te laat komen…

Terwijl die rijke toeristen in Suzhou op de bus stonden te wachten werden ze belaagd door opdringerige straatverkopers. Die verkochten wel leuke dingen, zoals rode houten vissen, maar wisten gewoon niet van ophouden. Omdat dit soort situaties volgens John uiteindelijk altijd tot diefstal en bedrog leidt, belde hij de politie. Toen die verscheen kozen alle verkopers het hazenpad.

Het Le Xiang hotel was werkelijk spiksplinternieuw: zelfs de badkamer was smetteloos. In plaats van vloerbedekking lag er een donkere laminaatvloer in de kamers en het meubilair was kersenhoutkleurig. De bedden waren zeker 1,10m breed, een ongekende luxe voor mensen die normaal een bed van 1,20m moeten délen… Na het eten maakten we nog een wandeling door de winkelstraat achter het hotel, de eerste voetgangerszone die we deze reis betraden.

   
 
©PICARO